Hiraeth
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.


To write is to breath
 
IndexGalerijLaatste afbeeldingenZoekenRegistrerenInloggen

 

 Chapter 1 the beginning

Ga naar beneden 
2 plaatsers
AuteurBericht
Moonchild

Moonchild


Aantal berichten : 85
Registratiedatum : 02-10-16
Leeftijd : 26

Chapter 1 the beginning Empty
BerichtOnderwerp: Chapter 1 the beginning   Chapter 1 the beginning Icon_minitimevr mei 05, 2017 12:40 pm

Een spiraal van een rookpluim trok omhoog. Het was een dovend vuur dat de hele nacht de tent had had beschermd tegen vreemde wezens. Het was een primitieve tent opgebouwd uit wat stevige takken en een katoen doek. In de tent zelf was iemand net wakker geworden. Zijn zwarte haar zat in de war en zijn oranje ogen stonden nog slaperig. Hij wreef het gele zand uit zijn ogen en keek de tent uit. Toen de jongen hier gisteren was aangekomen was het al tegen de avond geweest, daarom had hij snel een kamp geïmproviseerd. De jongen haalde een hand door zijn haar om het een beetje te fatsoeneren. Buiten was het behaaglijk warm, zo rond de 23 graden. Daarom kon Drake in zijn boxer de tent uit lopen en zich weer aankleden. Hij waste zijn gezicht in het beekje waar hij vlakbij stond en rochelde wat speeksel zijn keel uit. Dit friste de boel al heel wat op. Hij testte nogmaals zijn kleine trucje met het vlammetje op zijn hand hierna. Tot zijn verbazing en gelukzaligheid, werkte zijn eigen magie dus nog in dit universum. Hoe vroeg zich af hoe het zat met zijn zwaardere spreuken, maar het begin was er. Drake liep terug naar zijn tent om de boel op te ruimen, hij stopte alles terug in zijn zwarte tas. Het was een klein spreukje die hij ooit van Oriël had geleerd. Het was een ruimte verruim spreuk. Op die manier kon je meer in de tas kwijt dan in eerste instantie leek. De jongen hees het ding op zijn schouders en had het zwartwitte bekende vest rond zijn heupen geknoopt. Het was veel te warm voor dat ding. Hij droeg nu gewoon zijn zwarte broek met een bordeaux rood shirt. Om zijn nek droeg hij nog altijd de ketting waarmee hij hier naartoe was gekomen. Het was hem opgevallen dat er nu iets nieuws aan hing. Het was een ijzeren plaatje met rubberen randje die je er af kon halen. Het waren de gegevens van de oude wereld waar hij vandaan gekomen was. Deze dingen kreeg hij er altijd bij wanneer hij het ding had gebruikt om mee te reizen. Drake bewaarde ze altijd om de herinneringen te koesteren. Met een frisse en zelfverzekerde glimlach was Drake nu vastbesloten om deze wereld te gaan verkennen. Hij was nieuwsgierig naar waar hij terecht gekomen was. De jongen was allang blij dat hij niet in een sneeuwgebied terecht was gekomen. Dit was voor hem perfect en daarom genoot hij er ook van. Terwijl hij over het gras richting het bos liep, voelde hij zijn maag knorren. Hij keek even bedenkelijk en voelde met zijn hand op de getrainde buik. De jongen slikte even en keek naar de bomen. Hij wist dat hij hiermee voorzichtig moest zijn. Hij was het bos binnengekomen en keek rond bij struiken en ranken. Terwijl hij dit deed, voelde Drake een aanwezigheid komen. Hij fronste en draaide met zijn ogen. ''Well.. master Drake. Was het wel echt zo'n goed idee om weer van universum te verwisselen? Denk je echt dat je het hier gaat overleven?'' Drake slaakte een wat geërgerde zucht. ''Hm, misschien als jij me een muis of vis leert vangen, Darkfire?'' Drake hoorde een zachte lach. De jongen draaide zich om en zag hoe de zwarte schaduw maine coon op een grote tak van een boom zat. Hij hief zijn klauw naar Drake op. ''Kijk aan, je hebt voor een keer gelijk. In dit geval zijn wouden namelijk mijn specialiteit.'' Darkfire had een donkere stem en zijn ogen waren dezelfde identieke kleur als die van Drake. Net als dat zijn vacht net zo zwart was als het haar van Drake. ''Oh.. en die bessen die je daar net dacht te willen pakken? Zou ik niet doen. Het zijn zogenoemde 'death berries' In mijn clan zijn er meerdere katten aan gestorven.'' Drake trok zijn wenkbrauw op. Had hij het nu over een leven dat hij had gehad, voordat Darkfire Drake zijn totum werd? Je zag Dark even honend kijken, alsof Drake een domme ezel was. ''En jij dacht maar dat je de enige universe traveler was hm?'' Drake haalde zijn schouders op. ''Ach laat ook maar, ik heb nog steeds honger voddebaal, dus als je me wit helpen, 'totum?'' Darkfire keek hooghartig naar zijn master en draaide met zijn ogen terwijl de grote staart zich krulde. De blik zei echt: 'Goed dan, maar dat is omdat we dus allebei honger hebben.' Dark sprong van de tak en liep Drake voor door het woud heen. Uiteindelijk kwamen ze bij iets wat leek op een simpele boomgaard. Drake was niet eens fan van fruit, maar met een knorrende maag was alles goed. Hij plukte wat appels en deed deze in zijn tas en bewaarde er een om op te eten. Dark keek hem met walging aan. ''I'm gonne catch a mouse.'' sprak hij, waarna het wezen in rook verdween. Ach, dit maakte Drake ook niet zoveel uit. Hij had van Darkfire gekregen wat hij nodig had. Het fijnste aan het hele ding was dat Drake dus merkte dat veel van zijn magie nog steeds werkte. Hij nam een hap van de appel en wilde verder lopen, maar tot zijn verbazing leek hij iets te horen. En dit keer was het niet het gesneer van zijn eigen totum of iets anders wat hij wel kon plaatsen.
Terug naar boven Ga naar beneden
Ruby
Admin
Ruby


Aantal berichten : 72
Registratiedatum : 01-10-16
Leeftijd : 28
Woonplaats : In my own world~

Chapter 1 the beginning Empty
BerichtOnderwerp: Re: Chapter 1 the beginning   Chapter 1 the beginning Icon_minitimewo mei 10, 2017 4:21 pm

Chapter 1 the beginning 2chnx3s

Een pijn. Een vreselijke pijn aan een immens fijne herinnering waarvan de kern van het geluk verloren was gegaan galmde nog altijd door haar heen. Het echode tegen de wanden van haar ziel. Het verspreide zich door haar lichaam en had haar de eerste paar minuten verlamd en verdwaald bewegingsloos laten liggen. Zo had ze gelegen nadat ze wakker was geworden uit een wel heel merkwaardige droom.
Eerst was de droom fijn. Prachtige fakkels verlichten blauwe muren en lieten het mooi gekerfde hout glanzen. Een aangename sfeer hing in de ruimte. Een sfeer van warmte en gezelligheid. Bijna gelijk aan de feesten die in de clan werden gehouden, maar nog net iets chiquer en jeugdiger. Vele mensen, tieners, hadden staan dansen. Bewegende in het flakkerende licht van het vuur terwijl de muziek speelde. Deze dansende lichamen keken echter vaak haar kant op. Normaal zou ze dat vervelend vinden maar in die droom leek het haar niet te deren. Het leek wel alsof ze wilde schijnen. Schijnen als een ster. Schijnen aan de zijde van iemand waar ze van hield. Iemand die haar zo dierbaar lag dat ze zichzelf aan hem durfde te geven en voelde hoe hun zielen met elkaar communiceerden. Ze zongen als resonerende tonen, gelijk aan elkaar, maar toch verschillend. Als vlammen die aan elkaar likten en weer afstand namen. Het was een spel van beweging en chemie die door vloeide in hun energieën. Ze waren samen aan het dansen. De tonen en het ritme leiden hun lichamen. Maar de chemie en hun zielen maakten het magisch. Ze waren haast perfect op elkaar afgestemd geweest. Zo perfect dat je de wederzijdse genegenheid haast kon voelen.
Het was een prachtige droom. Zo eentje waardoor je je haast euforisch voelde. Het hoogten punt van deze droom… Wanneer ze een vreemd onbekend, erg aangename, warmte had ervaren… Was op het punt dat ze iemand aan keek. Een jonge met een zwarte lokken, met een scherpe maar mannelijke kaaklijn en ogen oranje rood als vuur, hield haar in zijn armen. De lokken danste door de bewegingen en de ogen glommen als edelstenen. Edelstenen waarin een vlammetje blonk van vreugde. ‘Ik zal altijd bij je blijven.’ Had ze een stem horen zeggen. Waarvan ze vreemd genoeg direct wist dat het de stem van de jongen voor haar was. De warmte in haar was zinderend geweest. En als dit niet zo prettig had aangevoeld had ze gezworen dat haar staart in de fik stond.
Deze sensatie verdween echter plots toen de jongen haar los liet en een stap achteruit deed. Alsof er een bak ijskoud water over haar heen werd gegooid gleed er aan rilling over haar rug. Het beeld van de jongen werd steeds waziger. En terwijl hij waziger werd begon ook de droom te vervagen. Het leek wel alsof ze door een water oppervlakte keek wat steeds meer begon te rimpelen.
Zo verdween de kern van het geluk meer en meer. Langzaam zonk het af naar de duisternis van de vergetelheid. Om daar te blijven liggen in het geheugen van een ander ongekend universum. Dat het daar lag wist onze persoon niet. Ze had geen weet van dit universum of wát ze daar had gevoeld. Maar de pijn, het nare gevoel van het gemis van iets geliefds, was nog altijd terug te vinden in haar ziel. Het was aangewakkerd door die droom en zou er nog een hele tijd blijven.

Niet wetende wat ze met dit gevoel aan moest was ze dan ook -nadat ze niet meer verlamd was door haar emoties- opgestaan om na een snel ontbijt direct te gaan rennen. Rennen? Ja, rennen. Ze had verlangt naar het gevoel van de wind door haar losse haar plukjes. Hoe het haar wang en ontbloten buik zou strelen en haar wijde broek liet wapperen. De schors en het hout onder haar voeten voelende. Om soms op de grond te staan en verschillende bladeren, mos en gras onder haar zolen te voelen kriebelen. Waarna ze weer een tak vast zou pakken en met een simpel gemak weer een boom in zou zwierde.
Terwijl ze nu dus van dikke tak naar tak sprong, over de schuine boomstronken slide en rende over de meer horizontale stukken maakten ze een aardige vaart. Ze was voor een mens erg snel. Je kon haar wel zien maar een goed beeld krijgen was lastig. Vaak was het enige wat je heel duidelijk zag haar rode korte haren, haar rode oren en natuurlijk haar dikke fluffy lange opvallend rode staart. Wat haast als een lint haar achtervolgden. Het was immers iets wat niet on opgemerkt bleef tussen al het groen van het woud.
Weer sprong ze recht naar voren, greep een tak vast, zwierde er een keer aan en liet los. Met alle vrijheid van een vogel vloog ze door de lucht. Om uiteindelijk richting de grond te vallen. Tussen de enorm grote hoge bomen door, de zonnestralen die nog net door het dikke blader dak braken en de vallende blaadjes, daalde zij neer. In slow-motion zou ze er haast als een elegante engel uit zien.
Terwijl ze deze val maakten werd haar staart omhoog geblazen, haar broek en haren wapperde wild en er lag een bekende twinkeling in haar ogen. Een glinstering die ze wel vaker had. Eentje waarbij ze genoot van het leven, van de adrenaline die door haar aderen gierde en de smaak van vrijheid die op haar tong lag. Al die dingen samen zorgde er vaak voor dat ze de zware emoties, zoals verdriet en angst, minder ‘zwaar’ ervaarden. Alsof ze werden opgetild door de lucht die om haar heen suisden. Het was een erg aangenaam gevoel. En dat gepaard met de inspanning van haar lichaam. Het versnellen van haar adem, het bonken van haar hart en de kleine zweet druppeltjes die langs haar rug omlaag parelden. Maakte het deste plezieriger.  
Ze vond het dan ook ergens jammer dat haar boomhutten stad alweer in zicht kwam. Het werd wel tijd want ze was nu al ongeveer één uur weg en ze had nog geen klusjes gedaan vandaag. Wellicht konden de mensen haar hulp wel gebruiken. Toch had ze liever nog een rondje gerent. Het was niet dat ze terug keren naar haar ‘clan’ vervelend vond. Totaal niet zelfs. Ze hield van elk wezen die er leefden… Oké niet ‘iedereen’,  er zat altijd een rotte appel tussen. Maar het merendeel vond ze aangenaam volk.
De houten huisjes die stevig aan de bomen waren gebouwd en verbonden werden door vele bruggen en touwen, voelde na al enkele jaren dan ook echt aan als thuis. Ze had nooit echt een fijn onderkomen gekend. Dus toen ze hier kwam, zag hoe vriendelijk de mensen waren en hoe aangenaam de omgeving was, moest ze enorm wennen. Niet dat ze het een nare plek vond. Het was veel beter dan dat ze gewend was geweest. Maar het was gewoon z’n verschil dat ze pas na enkele jaren echt ‘geacclimatiseerd’ was.
Dit had er wellicht ook wel mee te maken gehad dat ze enorm in de knoop met zichzelf had gezeten. Hierdoor waardeerden ze de wezens van de clan nú, in het heden, nog meer. Ze was echt niet zichzelf geweest en toch waren ze er voor haar en hadden haar behandeld als een van hen. Alsof ze een familie lid was van deze grote groep tussen de bomen levende wezens.

Bij deze gedachten krulde er dan ook een glimlach om haar lippen en vervolgde ze, al springend van tak naar tak, haar weg naar het hoofd-plateau. Het was de kern van de stad. Er was altijd wel iemand te vinden. Dit doordat er de meeste winkeltjes, cafeetjes en eet gelegenheden lagen. Hier ging iedereen naar toe die niks te doen had. Want hier werd er vaak om hulp gevraagd van wezens die even vrijetijd hadden. Je kon in je vrijetijd ook leukere dingen doen maar iedereen werkten zo veel, goed en graag samen dat het ‘normaal’ was dat je iedere dag wel een van je mede bewoners hielp. Onze persoon was hier geen uitzondering van en zat al te bedenken wie misschien hulp nodig had. Het zou Pedro kunnen zijn die z’n kolen op tinten groen sorteerden, aparte man was het toch. Of Pjotter die zijn vachtjes weer eens gekamd moest hebben, altijd leuk om hem te helpen aangezien hij een gezellige babbel heeft. Of Simon die weer eens ging vissen en dus altijd wel meerdere handen kon gebruiken. Wie en waar het ook was ze zag er nooit echt tegen op. Dus de glimlach was nog steeds niet verdwenen toen ze het grote plein steeds dichterbij zag komen.
Met nog een sprong overbrugde ze de ruimte tussen haar tak en de houten planken. Het was ongeveer een sprong van twee meter hoog geweest. Dus toen haar blote kleine voeten het hout raakten zakte ze door haar knieën, boog naar voren en maakte een soepele rol om haar val te breken. Hier en daar keken wat wezens om, om hun hoofden licht grijnzend te schudden en weer verder te gaan met waar ze mee bezig waren. Ze waren immers gewend dat deze wilde rood harige niet vaak, zoals een netjes wezen, de gewoonlijke bruggen gebruikten. In een dure stad zouden mensen haar veroordelend aan hebben gekeken en gesproken dat dát echt niet kon. Maar hier hadden de wezens er totaal geen problemen mee… althans, zolang ze maar niks sloopten.
Eenmaal weer recht overeind staande klopte ze wat stof van haar broek af en keek nieuwsgierig rond. Haar ogen vonden al snel een groepje wezens die samen stonden te kletsen. Met een brede glimlach en een vriendelijke blik liep ze er op af en mengde zich in het gesprek. Of nja, ze luisterde naar wat ze te zeggen hadden.
‘Ja, heb jij het ook gehoord?’ klonk een vrij normale stem afkomstig van een jongen met apen oren en een staart.
‘Dat van vrouwe Celeste bedoel je?’ antwoorde een bloemen meisje waarbij de rest haar aan keek. Bij de naam Celeste waren de oren van onze persoon direct gespitst en keek ze ook de vrouw aan.
Met een knikje antwoorde de apen jongen en opende zijn mond weer om verder te vertellen. Hiervoor wenkte hij echter de wezens om wat dichterbij te gaan staan zodat hij zachtjes kon fluisteren. Onze persoon ging hier in mee en boog ook iets naar voren om de apen jongen duidelijker te horen.
‘Het gaat rond dat ze weer eens een droom heeft gehad.’ Sprak hij op een zachte toon. ‘Blijkbaar heeft ze gedroomd over vuur. Echt vuur.’ Een zacht gesmiespel ging de ronde. Vuur was immers niet enorm geliefd bij de boom wezens. Jaren terug was er ooit een deel afgebrand van de stad en sindsdien maakten ze maar weinig gebruik van écht vuur. Kampvuren waren er natuurlijk wel. Op feesten en avonden. Maar daar was er altijd wel iemand bij die een oogje in het zeil kon houden. De fakkels daar in tegen waren onbewaakt en hadden snellere kans om neer te vallen en echt brand te stichten. Hierom was er na dat incident besloten nog maar enkele fakkels te gebruiken. Het kon geen toeval zijn geweest dat vlak hierna de ‘Lantaarn Wezens’ waren verschenen. Ze zochten onderdak. Natuurlijk gaf de Woodling Clan het hen. En al snel bleek dat deze wezen de clan enorm konden helpen. Voor onderdak en al de warmhartigheid van het volk deden ze dat graag. Vanaf toen werd de stad snachts verlicht door de onbrandbare lantaarns van de Lantaarn wezens. Fakkels werden toen volledig weg gehaald. Dus als je vuur zocht moest je bij de kampvuren zijn; de grote op de pleinen, de kleintjes in de keukens of de gewone bij bepaalde eet gelegenheden.
Al met al was het dus goed afgelopen maar de kinderen kregen nog steeds geleerd dat spelen met vuur geen slim plan was. Alle verwoestingen van de elementen waren namelijk herstelbaar. Een omgewaaid bord, door de lucht, kon je weer recht zetten. Een verpulverd voorwerp, gebroken door de kracht van de aarde, kon weer in elkaar gezet worden. En een doordrenkt stuk stof, door water, liet je gewoon drogen. Maar vuur, als vuur iets verwoesten, was het weg. Was het helemaal vergaan tot as en kon men er niks meer mee. Een ultiem lot veroorzaakt door een ultiem element.
Dus ja, als je sprak over vuur, zouden sommige Woodlings schrikken. Ze wisten dat het voor leven en warmte zorgden. Maar de angst dat ze hun huis zouden zien vervagen was toch groter dan de liefde voor het element. Angst was immers een erg sterkte emotie. Een emotie die haast ontembaar was in de klauwen van de duistere delen van de ziel.
Hier was onze persoon geen vreemde voor. Ze wist wat angst was en had het vaak gevoeld. Echter besloot ze vaker er geen gehoor aan te geven dan er werkelijk naar te luisteren. Wat de vuur kwestie betreft was ze nét iets anders dan de rest. Natuurlijk wilde ze niet dat de stad zou afbranden en wist ze wat vuur kon doen. Hoe gevaarlijk het was. Maar ergens, diep in haar ziel, was er altijd de fascinatie geweest voor het element. Ze hield van alle elementen maar vuur leek haar het meeste te boeien. Alsof ze de verwoesting die het kon aanbrengen juist interessant vond omdat het in tegelijk ook heel veel leven kon brengen. Het leek wel een groot mysterie van extreme. Met de vraag wat het zou doen en hoe het zou reageren. Zo ontembaar en vrij was het. Alsof het een van de weinige dingen was die de mens, de wezens, niet konden beheersen. De enige pure, werkelijk vrije, entiteit in de wereld wat bestond. Iets wat nog nooit voor honderd procent bedwingt was. Ja, dat vond ze wel wonderbaarlijk.
‘Het vreemde was echter dat dit vuur niet direct te zien was. Het was meer te zien ín iets. Ze denken dat ze sprak over een set ogen. Oranje rood als vuur en flakkerend als een vlam. Maar dat weten ze niet zeker omdat Celeste door had dat wezens mee zaten te luisteren.’ Een zucht verliet de lippen van de apen jongen. ‘Duuussss, we zullen moeten wachten tot Celeste het de clan verteld. Of het moeten vergeten voor het geval ze besluit het niet te vertellen.’ Hij leunde achterover en sloeg zijn handen achter zijn hoofd.
De andere wezens gingen ook weer gewoon staan en keken elkaar kort aan. Blikken van nieuwsgierigheid, vragendheid maar ook van angst werden met elkaar gewisseld. Uiteindelijk fronste een Faun vrouw, keek naar het aapje en stak haar hand uit om zo een van zijn ronde apen oortjes te pakken. ‘En waar heb je die roddel nou weer gehoord Sjors?! De andere hier een beetje bang maken. Kom op zeg!’ Met strenge woorden trok ze de jonge naar zich toe waarbij de rest alweer begon te lachen.
Onze roodharige dame bleef echter stil en dacht na over de woorden van de jongen. Vlammende ogen, rood en oranje zoals vuur. Beelden van haar droom schoten door haar hoofd. Een kleine frons verscheen op haar voorhoofd. Het feit dat die beschrijving perfect paste bij háár droom van vannacht zorgde ervoor dat haar een vreemd gevoel bekroop. Z’n gevoel waarvan je weet dat sommige dingen geen toeval zijn. Sommige dingen waren nou eenmaal te toevallig om niet een betekenis te hebben.

Ze zou er nog uren over na kunnen denken, en waarschijnlijk ook hebben gedaan, als niet iemand haar naam had geroepen.
‘Yang!’ Had het met een bekende stem geklonken vanaf Pedro’s winkel.
Haar oren waren direct gespannen gaan staan en hadden zich gedraaid naar de plek waar de roep vandaan kwam. Hierna had ze zich omgedraaid richting het geluid en zag een wuivende Jaden staan. Met een brede glimlach, blij dat ze wat te doen had, huppelde ze op de jongeman af en begroeten hem met haar gewoonlijke gebaar. Een tikje van haar hand vanaf haar voorhoofd de lucht in.
‘Jo, broer!’ Klonk het met haar hoge stem en ze knipoogden. ‘Whats up?’ Had ze gevraagd en keek naar de manden die bij zijn voeten stonden. Jaden, haar adoptie broer die best wel veel op haar leek omdat hij rode haren had, had vandaag een vrije dag. En in plaats van iets leuks te doen met zn vriendin Frey was hij alweer iemand aan het helpen. Deze keer was Pedro de gelukkige.
‘Nou Pedro moet de boomgaard geplukt hebben vandaag. Bijna al het fruit is goed dus ik ga helpen en heb natuurlijk wat meer handen nodig.’ Een grijns speelde om zijn lippen en hij gebaarde naar de manden. ‘Dus zou je-‘
Nog voor de grote man zijn zin af had kunnen maken was Yang al voor over gebogen en had een mand opgepakt. ‘Sure! Komt goed!’ Ze wilde al omdraaien en weg lopen maar ze voelde de sterke hand van haar broer op haar schouder.
‘Niet zo snel Yang. Het is slim als je iemand mee neemt, de ene plukt de appels uit de boom de andere doet ze in de mand. Snap je wel?’ De uitleg klonk logisch maar zij deed liever dingen alleen. Het was niet dat ze niemand mocht, maar ze werkten gewoon sneller als ze alleen was. Het was echter dat een bekende stem de twee begroeten dat haar gezicht direct opklaarden.
‘PUFF!’ klonk het van Yang en de kat keek haar met geschrokken grote ogen aan.
‘Oh god wat ben je deze keer van plan?’ Sprak de kat terwijl deze omhoog keek naar de jongedame.
‘Fruit plukken. Wanna come?’ Een brede glimlach waarbij ze haar tanden bloot lachten verscheen. Z’n lach waar bijna niemand nee tegen kon zeggen.
Puff’s blik werd dan ook alsof ze licht gepijnigd werd, vervolgens keek ze naar Jaden, naar de manden en zuchtten toen diep. ‘Oke… Maar geen gekke dingen vandaag. Ik heb net mijn vacht schoon gelikt. En die veren zijn heeel veeel werk jongedame!’
‘Yay! Lets go!’ Met een vuist in de lucht en een positieve opgewekte houding riep ze dat uit en was al snel gaan lopen richting de boomgaard. Met de mand op haar heupen en de kat op haar schouders maakten ze zich een weg tussen de huisjes door. Om uiteindelijk, op verzoek van Puff, een loop brug te nemen om op de grond te komen. Yang was meer van het springen, maar Puff had geen zin om van haar schouders af te komen, dus moesten ze met de loopbrug anders zou ze kat vallen.
Bij de boomgaard, een open veld met gras en vele fruit bomen er op, waren Yang en Puff al snel gaan plukken. De zon voelde hier warmer aan doordat er geen dik bladerdek was wat de stralen dimden, zoals in het bos. Yang genoot dan ook van de stralen op haar huid en stond soms even stil om haar neus naar de zon te steken en haar ogen te sluiten. Om zo de warmte van het licht in zich op te nemen en voor een kort moment volledig te waarderen. Deze momenten werden vaak afgepakt door Puff die een appel tegen haar aan gooiden. Lachend pakten ze dan de appel van de grond en stopten deze in de mand.
Ze waren zachtjes aan het kletsen toen Puff in een van de bomen zat en de appels naar beneden gooiden. Opeens werd Yang echter stil en spitsten haar oren zich. Ze draaide haar blik naar de kant van het geluid en fronste. ‘Hoor jij dat ook?’ Een, of twee, onbekende stemmen klonken van een heel stuk verder. De wind blies haar kant op dus waren de klanken vaag te horen. Het was niet vreemd dat er stemmen klonken in de boomgaarde. Maar de klank er van en de geur die het met zich mee bracht was nieuw voor haar. Ergens deed de geur haar denken aan vuur, of was het toch iets anders?
Een gedempte ‘hm?’ klonk vanuit de boom toen een Puff met een appel steeltje in d’r mond verscheen. Echt wachten op een antwoord deed onze wilde tante echter niet. Zonder pardon zetten ze de mand neer, grijnsde en keek omhoog naar Puff. ‘Wacht hier.’ Sprak ze en voelde hoe haar nieuwsgierigheid naar dit ‘onbekende’ in haar opborrelden. De eeuwige smacht naar avontuur vermengde zich dan ook met de belangstelling. Misschien was er een nieuw wezen in het kamp? Of zag ze een ander wild wezen? Of… of… was het een Royal… Bij deze gedachten stopten ze kort en keek opeens een stuk minder vriendelijk dan net. Haar ogen hadden iets gevaarlijks gekregen. Kort sloot ze ze en focuste ze zich op de geur en de geluiden. Hopende dat ze niet iets van Royal geuren zou onderschijden.
‘Uh Yang, ik weet niet of het slim is om op onder zoek te gaan. Ik bedoel miss-‘
Bij het horen van Puff’s stem werd ze weer terug naar de realiteit getrokken en grijnsde ze weer. Haar voor gevoel, of zorg, niet laten blijkende. ‘Ah joh, I’ll be fine. Ik will een krijger worden voor een reden weet je. Just watch.’ Viel ze het diertje in de reden en wuifde met haar hand terwijl ze verder liep. Ze zag hoe Puff met haar ogen rolde en dan maar een boom in vloog voor schutting.

Steeds dichterbij het geluid komende en de geur begon ze meer te sluipen van boom naar boom. Achter elke boom verstopte ze zich en zorgde er voor dat haar staart en oren er niet achter uit staken. Zoals een echte kat wist ze haar verschijning te verhullen. Ze sloop op haar blote voeten tussen het gras en zag vanaf een afstandje dat er een lang persoon tussen de bomen stond. Deze persoon was grotendeels zwart gekleed maar had een rood shirt aan.
Ze kneep haar ogen samen en op het moment dat de jongen niet keek wist ze nog een boom dichterbij te komen. Ze voelde hoe haar hartslag tekeer ging en haar zintuigen zich scherpstelden. Haar gehoord werd beter, ze werd meer oplettend en voelde aan de trillingen in de lucht of de jongen een plotse beweging ging maken. Voorzichtig, nieuwsgierig maar op haar hoeden, keek ze om de boom heen. Voor kort had ze de kans om hem goed in zich op te nemen.
Het was een jongeman van ongeveer haar leeftijd. Zijn gelaat was lang maar niet slungelig. De haren die zichtbaar waren op zijn hoofd, waren zo zwart als een raaf. Verder leek ze geen mutatie te zien. Niet alle mutaties waren zichtbaar maar de meesten toch wel. Dus als je het niet kón zien moest je eigenlijk uit gaan van dat iemand een Royal was… Bij deze gedachten kwam weer die gevaarlijke blik in haar ogen en gingen haar oren langzaam plat liggen. Haar ogen schoten weer verder en ze zag dat hij een tas in zijn hand had. In zijn andere hand had hij een appel vast en was daar van aan het eten.
Een Royal die hun appels at… In de stad hadden ze vaak goed eten dus waarom hij van hén een appel zou stelen was voor haar een vraag. Misschien kwam hij wel appels stelen om te zien of hij vervolgens met een hele troep Royals terug kon komen om hun appels in de stad te verkopen. Dit terwijl ze vast dachten aan de mutanten die door hun minder eten hadden. Wat waren het toch een nare wezens die Royals.
Ze moest een grom onderdrukken en haalden even diep adem. Natuurlijk wist ze dat ze deze dingen niet zeker wist. Maar ze had nu al vaak genoeg gezien hoe Royals mutanten behandelden dus had ze geen zin om alles te negeren. Ze kon beter het zekere voor het onzekere nemen. Hierdoor gleden haar ogen naar zijn lichaam en inspecteerde ze hoe hij stond. Tactieken van hoe ze hem zou kunnen overmeesteren schoten door haar hoofd heen. De vele jaren vecht ervaring en trainingen maakten het erna dat zelfs met zijn lengte ze wist dat ze hem wel aan kon. Vooral nu ze het voordeel van de verassing had. Hij had haar nog niet opgemerkt dus daar kon ze gebruik van maken.
Weer haalden ze even adem, kon een grijns niet onderdrukken en verscheen er een bepaalde glinstering in haar ogen. Alsof ze het niet eens zo eng of erg vond om iemand ‘aan te vallen’. Maar misschien wel eerder spannend of leuk. Ja, onze persoon was niet een typisch meisje nee.
Met de juiste tactiek in haar gedachten, het voordeel van de verassing en dit zo houdende door heel stil, maar wel snel, te sluipen, kwam ze dichterbij. Binnen enkele seconden stond ze met haar gezicht richting zijn schouder. Kort, voor maar een paar seconden, kruisten hun ogen elkaar. Als een kat die haar prooi in de val had gelokt had ze hem aangekeken en was gaan grijnzen.
Nog voor de jongen echter iets kon doen trapte ze hem hard in de knie holte. Tegelijkertijd had ze haar hand tegen de voorkant van zijn schouder geplaatst, ten hoogte van het sleutelbeen, en drukte hem naar achteren. Doordat ze zijn knie naar voren had getrapt en druk op zijn boven lichaam naar achteren legde, kon het niet anders dat de jongen om zou vallen. In deze val had Yang snel zijn tas van zijn schouder gehaald met haar andere hand en deze ongeveer twee meter verder gegooid zonder er naar te kijken. Want haar ogen waren nog altijd als een echt roofdier op haar prooi gericht.
Op het moment dat de jongen de grond raakten had Yang snel gehandeld. Zonder pardon had ze een van haar benen over hem heen gezwaaid en had plaatst genomen op zijn buik. Terwijl ze deze beweging had gemaakt had ze een van haar mesjes los geklikt en zwaaide deze met een getrainde behendigheid naar zijn keel. Toen de jongen dus ongeveer drie seconden op de grond lag gebeurde het zo dat ze met een hand zijn schouder stevig tegen de grond aan drukte en met haar andere hand het mesje tegen zijn keel aan hield. Zo ook zat ze boven op hem en kon hij dus niet zo maar omhoog komen. En als hij dat wel probeerden dan boorde ze het mes gewoon dieper in zijn huid. Ze was immers niet bang om haar handen vies te maken.
‘Een verkeerde beweging en ik zorg ervoor dat je niet meer kan spreken.’ Siste ze giftig terwijl haar oren zich naar achteren vouwden en duwde het mesje demonstratief nog wat harder tegen zijn keel aan. Als blikken iemand in brand konden zetten dan was dat nu gebeurd bij de jongen. Los van haar rode haren hadden haar ogen op dit soort momenten een soort felheid. Een felheid waaraan je kon zien dat ze getraind was. Dat ze ervaring had en dit echt niet haar eerste keer van iemand neer halen was. Maar wat je er ook in zag, was dat ze iets had om te beschermen. Iets om haar leven voor te geven als dat moest. Of om iemands leven voor te ‘nemen’ als dat moest. Het was angstaanjagend om z’n blik bij normaal z’n vriendelijke, vrolijk meisje te zien. Maar ergens, had iemand haar ooit gezegd, was het ook prachtig en fascinerend. Alsof ze in de fractie van een seconden van een lief meisje naar een sterkte volwassen leeuwin die geen angst kenden kon gaan.
‘Wat doe je hier? Kom je onze boomgaarde in de fik steken? Kom je onze appels stelen? Of kom je spioneren voor een of ander zielig, walgelijk plan?’ De woorden droegen veel venijn. Een venijn wat deze jongedame alleen maar liet zien tegen ‘slechte’ wezens. Wezens die het wellicht verdient hadden.
Langzaam boog ze voorover tot hun gezichten ongeveer vijftien centimeter van elkaar verwijderd waren. Ze kneep haar ogen samen en bestudeerden zijn gelaatstrekken. Een scherpe maar mannelijke kaak, zwarte haren en… oranje rode ogen.
Bij zijn ogen werden haar ogen groot en was kort een vorm van verwarring te zien. Die ogen leken precies op de ogen van de jongen uit haar dromen. Ook leken ze op de ogen van Celeste’s droom. En dat niet alleen. Zijn gezicht, hoe hij er uit zag, was geheel hetzelfde als dat van de jongen uit haar gedachten. Had ze over deze jongen gedroomd? Waarom droomden ze opeens over een vreemde jongen? Moest ze weer eens langs Celeste? Ze wist dat ze open stond en alles, maar dit ging wel heel ver. Deze verbaasdheid gleed echter al snel van haar gezicht af. Wetende dat ze zoiets niet aan een vijand moest laten zien.
Ze kwam weer overeind, fronste kort, om hem daarna weer fel aan te kijken. ‘Dus, zeg op, wie ben je en wat doe je hier?’ Had ze gezegd op de nog altijd bedreigende toon en kneep haar ogen wantrouwig samen.
Terug naar boven Ga naar beneden
Moonchild

Moonchild


Aantal berichten : 85
Registratiedatum : 02-10-16
Leeftijd : 26

Chapter 1 the beginning Empty
BerichtOnderwerp: Re: Chapter 1 the beginning   Chapter 1 the beginning Icon_minitimedo mei 11, 2017 5:04 pm

Chapter 1 the beginning 2qukh09
De warmte van deze wereld was werkelijk.. behaaglijk. Het zonnetje wiep een licht op zijn zwarte haar. Het glom doordat het weerkaatste tegen de gel. Het was ook gek om vanuit het hulst van de nacht, zomaar de dag binnen te stappen. Darkfire had al een tijdje dit toneel verlaten, had Drake zijn eigen gang laten gaan. Hij zat in het gras met de tas naast zich, waar hij ook wat appels had verzameld. De jongen was blijven zitten om van de rust te genieten. Eindelijk.. geen gezeur, geen gezeik aan zijn kop. Geen docenten die zeurde over je huiswerk of meisjes die je stiekem begluurde. Het tweede vond hij dan misschien wel leuk, maar nooit had je meer een moment voor jezelf. De wind streek door zijn haar terwijl zijn blik over de boomgaard ging. Het was hier zo vredig, alsof het altijd zo geweest was. Toch vroeg Drake zich dat wel af.. hoe het hier was. Zouden de mensen net zo zijn als hij? Als er hier mensen bestonden tenminste. Zouden ze hem vertrouwen, of gelijk zien dat deze jongen niet deugde. Hij was nou niet echt het gezelligste van de school geweest. Drake ging wat verder naar voren zitten met zijn armen over zijn knieën. De jongen wreef over het beginnende baardje op zijn kin, daarna naar zijn ogen om daar even in te wrijven. Na een zucht keek hij weer het veld over. Misschien was dit die kans? Een kans om.. een nieuwe start te maken. Hij hoefde niet altijd de bullebak te blijven? De antiheld of misschien slechterik. Voor Theneras was hij vreselijk geweest. Watvoor persoon wilde hier vrienden met hem worden als hij zich als zo'n vreselijke klootzak zou gedragen als hij voorheen altijd deed? En wilde hij vrienden? Ergens was dat toch wel wat Drake altijd weer uit de put had geholpen, dus onderbewust had hij ze altijd gewild. Maar.. wat was hij voor vriend? De jongen had ze achtergelaten, bij het vuil gezet voor zijn eigen goeddoen. De beelden van Yang haar blik schoten door zijn hoofd. Hayden was boos geweest en Kriss kon het niet begrijpen. De jongen slikte.. hij was alleen maar een grotere klootzak dan hij ooit was geweest.  De tranen in Yang haar ogen, in haar prachtige jurk. Ze was zo blij geweest, zo gelukkig. Hoe had hij haar dit ooit aan kunnen doen, als hij haar had beloofd om altijd bij haar te blijven? Hij had haar hart gebroken en kon het verdriet in alles wat ze zei nog altijd voelen. Wie was hij om te zeggen dat.. dat dit een betere keuze was geweest. Ooit had hij er voor gevochten, voor gemoord om te blijven bij zijn vrienden. Waarom was het nu dan zo 'makkelijk' geweest om weg te gaan?

Het was op een nacht geweest van een felle volle maan. Drake had die dag een gesprek gehad met Hayden over hoe ze het kindje verloren hadden. Ze was terug gekomen naar school, maar doordat ze psychisch gewoon nooit meer de oude was geworden na dat alles.. had ze besloten om zichzelf te laten opnemen. Ze werd een gevaar voor zichzelf. Het was bijna het einde van het afstudeerjaar en alles ging erg vreemd. Hij en Yang hadden nog altijd lol en hielden veel van elkaar. Alleen Yang zelf zat in de 'problemen' door de jaren heen waren zij, Rinn en Hunter goede vrienden geworden. Dit alles was alleen veranderd toen Hunter bekende aan Lucy dat hij op haar verliefd was. Het bleek dat Rinn eigelijk verliefd was geworden op Hunter en was erg boos op hem doordat ze jaloers werd. Yang durfde net als Drake geen kant te kiezen, waardoor er allemaal kronkels door het hele verhaal kwamen. Het kwam er op neer dat velen geen contact meer wilde na de schooltijd.. Drake slaakte een zucht nu hij er aan terug dacht. Hij had het vreselijk gevonden voor iedereen en de ruzie had meer kapot gemaakt dan hem lief was. Nu hij daar in het raam had gezeten, had hij zich gekeerd naar de maan hoog in de lucht. Daar waar hij vaak zijn vertrouwen uit haalde en hoopte op geruststelling. Alles ging opnieuw kapot en hij begreep maar niet waarom. Het einde van het jaar en straks.. zou hij van school gaan. En na school, wat dan? Wat zou hij dan van zijn leven gaan maken? Yang had haar gezin thuis, kon genieten van de juiste educatie en zou er zeker wel komen. Hij hoefde zich daar geen zorgen over te maken. Hunter zou terug gaan naar zijn stam, Hayden naar een gesticht, Kriss naar haar broer. Zean wilde de wereld rond gaan reizen en had genoeg van alles daar, hoefde geen contact meer met Drake. En Drake zelf? Hij zou niets meer over hebben.. Niet eens een huis om naar terug te keren,.. waar zijn vader hem haatte en Raymond was al jaren dood, gelukkig. Vol van wanhoop was de jongen gaan slapen, met het gordijn open. Vanaf daar scheen het licht van de maan neer op het gezicht van de slapende jongen. Ondertussen fonkelde de sterren en de maan.. maar vanuit dat licht maakte iets zich los. Het scheen en danste op de sterren, alsof prachtige muziek haar benen begeleidde sprong ze elegant naar beneden. Dit deed ze totdat ze bij de kamer was van Drake. Voorzichtig klikte ze het slotje van het raamkozijn open en kwam hierdoor naar binnen. Ze was misschien een jaar of twaalf. Lang krullend blond haar viel over de schouders en haar ogen hadden een turquoise kleur, helder en vol levenskracht. Dit meisje had zojuist alles gezien en meegemaakt wat er in het leven voor een nachtmerrie word aangehouden, maar dat is een ander verhaal. In een warm wit schijnsel stapte ze naar Drake toe en keek naar hem. Haar blik lag vol genegenheid, alsof ze een jonge vredig slapende baby zag liggen. De liefde voor de jongen was niet te bevatten en zo stond ze op zijn bed en boog zich over hem heen. Daar plaatste ze een kusje op zijn voorhoofd om hem stilletjes wakker te maken. 'Wake up my boy.' sprak haar zachte stem. Drake opende zijn ogen en schrok van dat wat er opeens voor hem stond. In een reflex wilde hij naar het mes grijpen dat op zijn nachtkastje lag. Het lag er op dat moment alleen niet en het meisje keek hem aan met een verlegen glimlach. 'Oh.. you have grown so much.' Drake keek haar wantrouwend aan. ''Who the hell are you?'' Ze grinnikte zachtjes. ''I am the girl who was born under the name of the moon. The girl who brings you the dark and light, just like the moon had it's dark and bright side.'' okey.. dit was nou niet echt veel duidelijker, maar Drake luisterde naar haar. ''Ik ben hier om je te vertellen dat er een cicles over is, je moet gaan.'' Drake keek haar niet begrijpend aan, wat het meisje had verwacht. Daarom plaatste ze haar hand omhoog naar Drake, plaatste haar wijsvinger op zijn derde oog. Op dat moment kreeg Drake allemaal andere beelden binnen. Door zijn hoofd schoot hoe hij naar zijn oude school ging nadat hij van school kwam. Daar stond de school in de fik, liet hij zijn jas achter om te laten verbranden. Op deze zelfde plek ontmoette hij een meisje met spierwit haar waar hij verliefd op werd. Ze werd zijn vrouw en met haar kreeg hij een kind. Even dacht Drake, geen slecht idee.. het was prachtig om te zien hoe gelukkig hij was. Dit was het leuke. Nu zag Drake hoe hij een huurmoordenaar was geworden en dit moest doen om het brood te verdienen op Razen. Hij kwam uiteindelijk in de Raziaanse maffia terecht, waar alles mis ging. Eenmaal in, kom je er nooit meer uit. Toen Drake er wel uit wilde gaan tolereerde ze dit niet. Ze ontvoerde zijn vrouw en kind naar een loods. Daar mishandelde en verkrachtte ze beide tot er niks meer van hen over was. Doodgebloed vond hij ze, moest vechten voor zijn eigen leven. Toen hij verder ging, kon Drake op een school werken als wapen instructie docent. Daar ging het fout doordat een van de leerlingen psychisch gek werd en de halve klas dood schoot. De jongen werd in het gevang gezet.. maar ook Drake. Hij was er voor verantwoordelijk en daarom ook medeplichtig aan de moord. In zijn cel werd de man van ondertussen 56 dood ongelukkig. Ook in een gevangenis is het geen pretje en het ergste was.. Drake kreeg levenslang voor de rest van de moorden die hij had gepleegd in zijn verleden als huur moordenaar. Daar stierf hij uiteindelijk in een donkere cel, zonder liefde, zonder hoop of geluk te hebben.  

Drake opende zijn ogen en keek het meisje geschokt aan. ''Wh...why?'' Het meisje haalde haar schouders op. ''It's the story that the stars made up for you dear.'' Drake keek ontzet voor zich uit. Vanuit zijn diepste geloofde hij dit, hij wist niet hoe maar.. dit was waar. En nu? Het meisje begon weer te spreken. ''Drake.. ik kan het niet over mijn hart verkrijgen om je dit aan te doen. Daarom geef ik je een kans. Je hebt nog altijd de ketting uit mijn dimensie, die je ooit van je moeder hebt gekregen. Dit is je helpende kans. Je moet een uitweg zoeken door die kans te pakken. In het volgende universum staat nog niks voor je vast, alles is onzeker. Ga daar heen en.. ik zal altijd mee kijken.'' De jongen keek naar de ketting op het nachtkastje en wist wat ze bedoelde. Dit was de manier geweest hoe hij hier ooit was gekomen op de eerste plaats. De jongen zou wachten tot en met de diploma uitreiking en feest, en daarna zou hij gaan. Zijn hart brak al bij het idee, maar hij had geen andere keus.

Drake dacht terug aan dit moment en vroeg zich af hoe het allemaal zat. Wie was het meisje nou precies geweest en hoe kon het.. dat zij zijn toekomst had geweten? Hij begreep het niet en zou het misschien wel nooit echt weten. Toch voelde hij de drang om er ooit nog verder onderzoek naar te doen. Alleen niet voor nu dan, nu was het aan deze wereld om zich aan hem voor te stellen. Hij had nu best een tijdje in de zon gezeten en wilde wel weer verder. Daarom stond hij op en pakte nog een appel om tijdens het lopen op te eten. Net toen hij wilde gaan lopen, gebeurde er iets onverwachts. Hij had haar door zijn volle gedachten helemaal niet opgemerkt en schrok daarom. Hun ogen kruiste elkaar en Drake kreeg een soort steek in zijn hart. Yang? Maar voordat hij iets kon doen, werd hij in zijn kieholte geschopt. Hij voelde zichzelf vallen. De tas die hij weer gepakt had voor de reis werd van zijn schouders getrokken. Het meisje deed iets met zijn arm en eigelijk was hij te overdonderd om te kunnen reageren op dit alles. Aan het eind van het verhaal, zat ze boven op hem en had hij een mes op zijn keel. Hm.. zo voelde dat dus. Drake slikte even en keek het meisje aan. Haar hele gelaat, de bizarre felheid in haar ogen. Het was de houding van een echte strijder. Iemand die je in een gevecht echt wel serieus mocht nemen. Ze had prachtige rode haren en een rond gezichtje. Voor hoever hij haar kleding kon zien, zat deze wat losjes rond haar lichaam. In haar ogen dacht hij haar ook even te zien schrikken, al had hij geen idee waarvan. ‘Een verkeerde beweging en ik zorg ervoor dat je niet meer kan spreken.’ Oops.. echt een felle tante. En toch.. toch deed ze hem zoveel aan haar denken en aan dit uitzicht, zo boven op hem kon hij wel aan wennen. ‘Wat doe je hier? Kom je onze boomgaarde in de fik steken? Kom je onze appels stelen? Of kom je spioneren voor een of ander zielig, walgelijk plan?’ Drake was een beetje verbaasd. Hm, gelijk al uit gaan van het slechtste hm? Dit is nou precies wat Drake irritant vond aan mensen, dus ze zou niet veel verschillen van een normaal mens? Want echt 'normaal' leek ze niet. De kattenoren die hij uit de groene doek zag steken, waren geen feestwinkel dingetjes. Hij zag ze bewegen en de huid er in was levensecht. Hij was dit soort dingen gelukkig wel gewend vanuit zijn vorige universe, dus echt verbaasd was hij ook niet. ''Yo chill effe meid. Ik ben niks van plan.'' sprak Drake en hij probeerde zich onder haar vandaan te wurmen. Vijftien centimeter boven zijn gezicht bleef ze hangen en ze keek hem intens aan. Hij had zijn ogen even dicht gehad, omdat het best heftig was dit. Toen hij haar aankeek, leek ze ergens van te schrikken, al wist ze niet precies wat. ze leek verbaasd te zijn. Al snel kwam ze weer overeind met nog altijd een dreigende houding. ‘Dus, zeg op, wie ben je en wat doe je hier?’ Drake slaakte een geërgerde zucht. Leuk hoor, onder een meisje liggen. Alleen niet als ze een mes heeft, jij niet bij de jouwe kan omdat hij in de tas zit en je ook nog een steen in je rug hebt.  Je moest haar duidelijk niet onderschatten, dat had hij wel door. Het was alleen zo, dat zij hem ook niet onderschatten moest. De jongen had in de tussentijd allang door dat ze over een staart beschikte en deze was ook dik en opgezet.. zoals bij een normale kat. Dit bracht Drake op een idee, want ondanks dat hij klem lag, hij had zijn handen wel nog vrij. Hij kon vele manieren bedenken om via een bepaalde aanval of greep haar van zich af te krijgen. Het nadeel van al deze manieren was dat zij alleen maar het mes verder in zijn keel hoefde te zetten en ze zou winnen. Drake bewoog zijn hand een beetje, maar deze lag achter haar rug waardoor ze het niet zag. Drake stuurde het gemaakte vlammetje op de staart af van het meisje. Het zou hem benieuwen wanneer ze het zou gaan merken, er begon al wel een branderige lucht te ontstaan. Nu was het wachten op dat ze op zou springen, zodat hij zijn kleren kon afkloppen en tenminste een beetje normaal behandeld kon worden. Gelijk al als de vijand worden aangezien, wat was dit belachelijk.

Drake stond na de reactie van het meisje dus ook zijn kleren af te kloppen en keek haar even aan. ''Ik zou maar niet proberen om me aan te vallen juffie. Daar ga je spijt van krijgen, want ik kan nog veel meer dan alleen je staart als lucifer gebruiken.'' sprak Drake met dreigende toon. Zijn houding stond serieus en dreigend. Hij was hier zeker niet van gediend en hij zou zelfs nog zijn vechttechnieken op haar kunnen gebruiken als ze het bond maakte. Hij keek haar aan met gespleten ogen, ze had geen idee wie ze voor zich had. Als ze ook maar een procentje wist van wat zijn leven was geweest en hoe het had kunnen zijn als hij was gebleven. Omdat ze hem aanviel gunde hij haar ook zijn naam nog niet. Die mocht ze verdienen, want ze stond al twee punten achter.\\

HAPPY BIRTHDAAY RUBYY!!! Very Happy Very Happy Very Happy
Een knuf van mij en ook Drake! XD
Terug naar boven Ga naar beneden
Ruby
Admin
Ruby


Aantal berichten : 72
Registratiedatum : 01-10-16
Leeftijd : 28
Woonplaats : In my own world~

Chapter 1 the beginning Empty
BerichtOnderwerp: Re: Chapter 1 the beginning   Chapter 1 the beginning Icon_minitimedo mei 25, 2017 9:44 pm

Chapter 1 the beginning Giphy

Legenden zijn van alle tijden. Het zijn verhalen die wezens doen verbazen, intrigeren en inspireren. Waar de legendes precies vandaan komen is altijd maar de vraag. Het lijkt wel alsof ze er zomaar opeens zijn. Zelfs al vertellen ze over een recente gebeurtenis. Je zal nooit iemand horen zeggen: ‘ik was er bij’. Er hangt een soort mysterieuze sluier over heen die met de jaren alleen maar sterker word. Alsof met de tijd de accuraatheid van de legende vervaagd.
Zoals genoemd zijn deze verhalen van alle tijden. Neem nou de legende van Gaia. Hoe zij en de Greenman leven terug bracht op de aarde. Dat is toch al enkele honderd jaren geleden. En toch kent bijna iedereen het verhaal. Als we nog verder terug gaan kijken word er gesproken over een man genaamd Jezus, maar ook over een man genaamd Thor. Vele verhalen schuilen in het verleden en zullen waarschijnlijk al grotendeels vergeten zijn. Er is echter een legende, een mythe, vanuit de diepte van de geschiedenis die nog altijd benoemd word. Althans, door een bepaalde wijze vrouw…

De mythe gaat over een rode draad. Een draad die mensen, wezens, zielen, met elkaar zou verbinden. Deze draad zou er voor zorgen dat de twee zielen altijd in elkaars leven zouden verschijnen. Moge het zijn als vrienden, familie of geliefden. Dit koord kan misschien wel in de knoop raken, of in de war, maar het zal nooit breken. Zelfs onder de meest onmogelijke omstandigheden zal deze draad intact blijven. Nog tijd, nog ruimte, nog situaties kan deze draad doen breken.
‘En blijkbaar…. passeert het zelfs dimensies,’ De vrouw opende haar witte ogen terwijl ze de woorden fluisterden die aansloten op haar gedachten gang.  



Terwijl ze boven op hem zat. Hem in haar greep houdende met dank aan haar mes op zijn keel. Keek ze hem wantrouwig aan. Hoogstwaarschijnlijk was hij een Royal. Z’n vies mens uit de stad. Die negen van de tien keer mutanten het liefste van de wereld zagen verdwijnen. Normaal gesproken was ze niet zo aanvallend. Dat kon ze wel zijn, ze was er immers voor getraind. Maar ze wist dat met een glimlach en een set woorden je soms meer kon bereiken dan direct met je vuisten. Niet dat ze áltijd nou z’n lief meisje was hoor. Ze kon soms ook fel uit de hoek komen, met haar vuisten. Maar ‘normaal gesproken’ was ze echt niet z’n onnodige geweld gebruiker. Nu lag dit echter anders. Los van het feit dat hij een Royal was, oke hoogstwaarschijnlijk. Had ze hem ook gezien in haar droom. Hierdoor was er een soort verwarring ontstaan in haar hoofd toen ze hem zag. Daardoor had ze gegrepen naar de makkelijkste optie. En die optie was toch echt wel hem aanvallen aangezien ze dat al heel haar leven had gedaan en dit dus ergens nog altijd in haar systeem zat.
Na zijn eerste woorden was ze even terug getrokken naar de realiteit maar al snel dook ze weer in de verdedigings mode. Nog altijd met het mes op zijn keel beantwoorde ze zijn woorden met een felle vraag. Nog altijd wachtende op een ‘duidelijk’ antwoord van de vaag onbekende jongen hield ze haar blik op hem gericht. Ondertussen had ze niet door gehad hoe het puntje van haar staart was haar zwiepen van de ene kant naar de andere. Een teken van geïrriteerdheid of felheid. Uiteindelijk was haar staart wat rustiger geworden en lag het puntje over het been van de jongen. Aan de zijkant, zo net onder zijn heupen.
Haar koele zilveren ogen waren gericht op zijn warme oranje ogen. Het waren twee tegen polen en ergens deden die irissen haar denken aan vuur. Het element wat haar altijd had geïntrigeerd zoals bijvoorbeeld legendes dat konden doen. Terwijl ze hiernaar keek, nog altijd met haar wantrouwige blik, voelde ze hoe er een bepaalde warmte haar bekroop. Het was een warmte die van binnen ontvlamde en steeds heviger leek te worden. Kort schoot er een beeld van haar afgelopen droom door haar heen. De sensatie die ze toen had gevoeld was vergelijkbaar met wat ze nu waarnam. Kreeg ze dat gevoel nu werkelijk ‘door’ hem? Was dat niet een beetje vreemd? Het was niet direct een onaangenaam gevoel. Maar iets klopte er niet. Want het leek wel erg op het gevoel wat ze kreeg als haar sta- Haar staart?!
‘WAH!’ Met een harde gil sprong ze als een kat op vier poten tegelijk de lucht in. Ze kwam naast de jongen neer en begon wanhopig rondjes te draaien. Op het moment zag ze er echt uit als een kat die stress had. Uiteindelijk prakte ze haar staart vast en hield het puntje voor zich. Snel vouwde ze haar vrije hand er omheen en liet zo de kleine vlam doven. De geur van verbrande haren en rook vlogen haar neusgaten binnen waardoor ze even een moeilijk gezicht trok. Geen fijne geur, aangebrande haren. Zonder er echt bij na te denken likte ze het puntje om daarna nog moeilijk te kijken. Ze liet de staart weer los en begon haar tong schoon te geven met haar vingers. Geweldig eerst de verschrikkelijke geur en dan de smaak. Gadverdamme!
Ondertussen hoorde ze de woorden van de jongen en een frons verscheen. Nadat ze haar spastische momentje had gehad keek ze hem weer fel aan en gromde. ‘Ja ja!’ Begon ze en negeerde zijn hele houding volledig. Ze was immers niet snel geïntimideerd door andere wezens. ‘Dat durf je wel he! De staart van een Kafshë in de fik steken.’ Met haar handen gebald, waardoor haar niet zichtbare knokkels wit werden, stapte ze weer op hem af. Ook al hadden haar ogen de kleur van de maan, op het moment leken ze zo fel als de vlammen van de zon. Ziedend en dodelijk. ‘Wat een verschrikkelijk laffe daad!’ Spuugde ze haar woorden er uit. Zich bedenkende dat het werkelijk een laffe daad was om iets te doen met de staart van een Kafshë. Het deel van deze soort mutant wat erg gevoelig was. Ze hief haar mes op en wilde deze door de lucht zwaaien om hem zo aan te vallen. Het was echter een stem die er voor zorgde dat ze bevroor en geschokt naar rechts keek.

‘Thats enough!’ Een diepe mannenstem klonk rechts van hen en een lange jongeman, met dezelfde kleur haren als haar, verscheen van tussen de bomen. Haast alsof hij al die tijd onzichtbaar was geweest. Met de uitstraling van een ware leider, sterk en zelfverzekerd, maar ook bedachtzaam en vriendelijk, liep hij op de twee af. Bij hen aan gekomen wierp de jongeman een strenge blik op het meisje. Yang zag zijn zachte groene ogen maar ook dat hij het meenden. Zonder verder iets te zeggen bracht hij zijn hand snel omhoog en duwde haar met een simpele beweging naar achter. Hierdoor gebeurde het dat ze naar achter stapten, over haar eigen voeten struikelde en zo op de grond belande.
Ondertussen richtten de jongeman zich op de andere aanwezigen. ‘Sorry voor mijn zusje, ze kan soms wat…’ Zijdelinks keek hij weer even op haar neer voordat hij zijn zin afmaakten. ‘…opvliegerig zijn.’ Vervolgde hij en keek de jongen weer aan.
‘Zoals een firecracker.’ Klonk opeens een hogere piep stem waarna er een kat over de schouders van de jongeman gevlogen kwam. Het beestje leek even te glimlachen naar de jongeman om daarna naast het meisje neer te strijken.
Yang had het gesprek met een lichte frons bekeken en keek nu naar de kat die naast haar zat in het gras. ‘Ik had alles prima onder controle.’ Fluisterde ze koppig en streek over haar staart.
‘Oh hell nah,’ Antwoorde de kat met nogal een attitude en Yang zag haar snij tandjes tevoorschijn komen door haar grijns.
‘Oh echt wel!’ Vuurde ze terug terwijl ze overeind kwam en kon een kleine grijns niet onderdrukken. Vervolgens begon ze haar broek af te kloppen en keek weer op toen ze de stem van Jaden hoorden. Deze keer een stuk vriendelijker.
‘Inderdaad zus, je had een prachtige techniek uitgevoerd en goed gebruik gemaakt van het verassings-effect wat je had.’ Met een kleine knik glimlachte hij naar haar zoals hij vaker deed als ze iets goed had gedaan. Jammer genoeg veranderde de blik weer naar serieus waardoor ze voelde hoe haar oren lichtjes schuldbewust gingen liggen. ‘Echter is dit niet hoe we omgaan met mede wezens.’ Bij het woord mede wezens keek de jongeman naar de andere jongen en wierp hem een grijns en een bemoedigende knipoog toe. Zo eentje waardoor je weet dat hij wil zeggen: I’ve got this covered. ‘Ookal zie je geen mutatie, dat betekend niet dat die er niet is. Dat zou jij moeten weten… Vooral jij.’ Ze had haar mond alweer geopend om iets terug te zeggen. Maar bij die laatste woorden en de veel betekende blik die hij haar schonk sloot ze haar mond weer. Haar oren hingen een beetje en ze keek lichtjes weg waarna ze aan een puntje van haar hoofdsjaal begon te plukken. Daar had hij wel een punt. Het was totaal niet haar stijl om te vooroordelen. Althans, ze was er nogal op tegen door wat ze zelf had mee gemaakt. Jaden had dus een héél goed punt. Echter was er deze keer iets. Iets aan die jongen, die droom, wat het er naar had gemaakt dat ze wel heel aanvallend had gereageerd. Misschien had ze dat inderdaad beter niet kunnen doen…
‘Daarbij,’ hij richtten zijn blik weer op de jonge en opeens straalden hij weer vriendelijkheid uit. ‘Heb ik nog nooit een Royal gezien die vuur kan manipuleren.’ Met een glimlach op zijn gezicht knikte hij naar de jonge om daarna weer naar Yang te kijken. ‘Ik zeg niet dat je hem moet vertrouwen, dat doe ik ook nog niet… No offence,’ voegde hij er al verontschuldigend schouder ophalend aan toe terwijl hij even naar de jongen keek. ‘Maar zoals met iedereen moeten we hem eerst mee nemen naar Celeste en dan kunnen we kijken wat we doen… Zoals met iedereen, toch?’
Bij de daarbij had ze haar armen over elkaar geslagen en keek haar broer fronsend aan. Toen hij verder sprak zag je aan haar gezicht uitdrukking dat hij inderdaad gelijk had en ze het met hem eens was. Uiteindelijk liet ze haar armen vallen, rolde met haar ogen en kon een kleine glimlach niet tegenhouden. ‘Oke oke, ik heb fout gehandeld.’ Ze stak haar handen onschuldig in de lucht waarbij de glimlach veranderde in haar bekende, iet wat stoere, grijns. ‘Laten we hem dan maar mee nemen naar Celeste. Althans…’ Ze keek de onbekende jongen weer aan en kneep speels haar ogen weer samen. Alsof ze spotten met haar eigen vijandigheid van eerder. ‘Als hij mijn staart niet weer als brandhout gebruikt.’ Sprak ze en wist dat ze hiermee al iets vriendelijker over zou komen. Het was niet dat ze hem nu in een keer vertrouwde of dacht dat hij een mede mutant was. Maar Jaden had wel gelijk. Pas als ze bij Celeste waren geweest kon ze weten wat of wie hij precies was. Tot die tijd was het haar taak, als aankomende beschermer en mede clans lid, om zo neutraal mogelijk te blijven en er voor te zorgen dat de persoon in kwestie bij Celeste terecht kwam.

Nadat ze haar mand had gepakt en terug was gelopen naar de twee jongens had Jaden hen gewuifd om hem te volgen terwijl Puff op zijn schouders stond. Ze had haar gewoonlijke glimlach op haar snoet gehad toen ze aan kwam lopen. Toen ze echter de jongen aan keek probeerde ze zo serieus mogelijk te kijken. Het was immers lastig zo streng te blijven op een prachtige zonnige dag als vandaag.
Terwijl ze door de boomgaarden liepen keek ze soms omhoog en sloot dan kort haar ogen. Genietende van de warme zonnestralen die op haar huid schenen. Een gewoonte wat ze altijd al had gehad. Ze was nou eenmaal een aanbidder van de zon. Ook iets van de Sundancer volgens Celeste. Aangekomen in het bos vielen er grote schaduwen over hen heen. Heel soms brak er een straaltje zon door waar dan groenere stukjes gras of mos te zien waren. Voor de rest was de bodem bezaaid met bladeren, struiken, donker mos en donker vochtige aarde. Het voelde altijd erg verfrissend aan aan haar voet zolen. Alsof ze heerlijk in contact stond met de natuur. Al kon er niks op tegen het warme gras van de boomgaarden. Al waren de iet wat glibberige takken die schors misten ook niet onaangenaam. Om nog maar niet te spreken over de tapijten in Celestes woning. Of het hout waar de loop paden van de stad van waren gemaakt. Eigenlijk voelde alles wel fijn aan haar ontbloten voeten. Vooral als je de koude stenen van het gesticht of van de stad gewend was.
Even ademde ze diep in en keek rond. Boven haar zag ze al de eerste houten huisjes tevoorschijn komen. Het waren kleine schattige huisjes. Het leken wel een soort boomhutten die extra goed vast gemaakt waren aan de immens grote bomen van het woud. Tussen deze bomen en huisjes waren bruggen te zien die vakkundig in elkaar waren gezet met houten planken. Het gekraak van het hout, wanneer iemand met een zware last er over heen liep, was lichtjes te horen gepaard met het geluid van leven. Lachende kinderen, pratende mensen, fluitende vogels, voetstappen op het hout, de wind die door de bladeren blies- en dan opeens klonk er ergens een hoog gefluit wat aangaf dat er iemand beneden stond te wachten bij de liften gemaakt van touw. Deze werden vaak gebruikt voor goederen. Al waren er ook wezen die deze liften vaak gebruikten om snel omhoog te komen. Yang was hier medeplichtig aan. Het was echter niet echt de bedoeling om deze touw liften te gebruiken. Want waarmee je eigenlijk omhoog moest was te vinden bij het centrum van de stad.
Boven hen was er al een hele wirwar van bruggetjes en huisjes voorbij gekomen tot ze uiteindelijk bij een wel hele grote boom aan kwamen. Los van het feit dat deze boom heel hoog was, was hij ook zeker meerdere meters breed. Om de boomstam heen, omhoog spiralend, liep een brede houten brug. Dit was de toegang tot de stad in de bomen. Via deze brede loopbrug kwam je steeds hoger tot je uit kwam op het hoofd-plateau. Dit was het zelfde plateau als waar Yang vanmiddag geland was en zo haar taak toegewezen had gekregen. Op de grond, bij het begin, stond voor de loopbrug een boog. Deze boog was versierd met vele bloemen en groene bladeren. Naast deze koepel stond een klein huisje waar een breed gespierde tijger man voor zat op een stoel. Zijn bestuderende blik was gelegen op de mensen die door de boog de brug opliepen. Alsof hij ze een voor een keurde of ze wel de stad in mochten.
Toen hij Yang en Jaden zag glimlachte hij maar hief zijn hand al fronsend op toen hij de onbekende jongen in zicht kreeg. ‘Weer een nieuweling?’ Klonk de diepe, iet wat rasperige, stem.
Jaden lachte en keek om naar de nieuwe jongen. ‘Gelukkig wel. Als ik er niet was geweest had deze hier zijn keel door gesneden…’ Ze voelde hoe Jaden zijn hand ruw over haar hoofd heen haalden alsof hij haar aaide. Met wat kat achtige bewegingen met haar handen probeerde ze zijn hand weg te halen om uiteindelijk haar sjaal recht te trekken en voorzichtig over haar oren te strijken. ‘Oh kom op,’ antwoorde ze. ‘Ik bijt niet echt…’ Sprak ze, bedoelende dat ze de jongen niet zou hebben vermoord, waarna ze grijnsde.
‘Hah! Niet hard in ieder geval.’ Lachte de tijger en ontbloten zijn scherpe tanden.
‘Precies!’ Hierop stak ze haar hand op en kreeg een high five van de tijger man.
Ze hoorde hoe Jaden lachte en deze keer was het aan hem om met zijn ogen te rollen. ‘Jullie kat-achtige.’ Mompelde hij om daarna weer naar de tijger te kijken. ‘Maar ja, we hebben weer een nieuwkomer. We willen hem naar Celeste brengen. Tot nu toe heeft hij nog niet heel veel geks gedaan…’
‘Behalve mijn staart in de fik steken en appels stelen…’ Onderbrak de hoge stem van Yang hem.
Een zucht klonk. ‘Maar dat had je ook wel verdient….’
‘Geen enkele Kafshë verdient het o-‘ Klonk de tijger weer die zijn zin niet kon afmaken omdat Jaden zijn hand op stak en er een ongeduldige frons op zijn gezicht was verschenen.
‘Hoe dan ook.’ Klonk het licht geërgerd waarbij er zacht gegrinnik van Yang was te horen. ‘We willen naar Celeste en dit is de juiste manier om de stad te betreden so...’
De tijger man lachte en wuifde. ‘Het is al goed, het is al goed,’ Hij ging weer zitten en sloeg zijn armen weer over elkaar terwijl hij zijn blik terug liet glijden naar de boog. Vervolgens, nog net voordat de vier wilde gaan lopen, keek hij even op naar de jongen man. ‘Succes kid.’ Was het enige wat hij zij met een vriendelijk soort zwaaiend gebaar met een van zijn handen.
Wanneer ze de brug opliepen werden de twee Valkery kinderen, en Puff natuurlijk, af en toe begroet door verschillende wezens. Ook maakten ze een voor een, een opmerking over de nieuweling. De ene zwaaide beleefd, de andere wenste hem succes bij Celeste en dan weer een zei dat ze een lange brede jongen wel konden gebruiken. Af en toe keek Yang om, om te kijken hoe de vreemdeling hier op reageerden. Tot nu toe had hij nog niemand aangevallen dus dat was goed. Maar toch was ze op haar hoeden. Althans, onder de glimlach en nieuwsgierige blik in haar ogen door wist ze dat ze moest opletten. En als zij dat niet deed was Jaden er nog altijd. Dus hoe dan ook, het zat wel goed.

Eenmaal de spiralende loop brug beklommen waren ze aangekomen op het hoofd-plateau. Hier liepen veel wezens heen en weer en sommige stonden op ladders bij de winkeltjes. Het was er altijd wel druk maar Yang zag dat ze al bezig waren met de voorbereidingen voor morgen. Morgen zou er een feest zijn wat te maken had met de maan. Daarbij ging ook een stel trouwen. Dit werd vaak gevierd door de gehele stam. Dan werd de stad versiert met bloemen en mooie linten.
S’avonds na het verbintenis ritueel zouden er kampvuren aangestoken worden, luide muziek worden gespeeld en rijkelijk genoten van het verrukkelijke eten. De wezens zouden dansen, feesten, zingen, eten, dit alles tot ze er bij neer zouden vallen. Yang zelf was hier geen uitzondering van. De eerste paar feesten had ze stilletjes toe gekeken. Maar nu ze hier al jaren leefde danste ze vol op mee. Tot haar voeten het, soms letterlijk, begaven. Ze wist nog wel dat ze samen met Yale eens al strompelend naar huis was gelopen. En dat ze zo vermoeid waren dat ze de volgende dag de hele dag hadden geslapen. Eigenlijk was dat niet de bedoeling maar Eluria had ze gespaart en genoot van hun levendige verhalen.
Normaal gesproken, in situaties zoals nu, zou deze roodharige mutante naar een van de wezens toe rennen en haar hulp aan bieden. Maar op het moment had ze andere zaken, bedacht ze zich terwijl ze even opkeek naar de nieuweling.
Het duurde niet lang eer ze voor Celestes hut stonden. Het was een redelijk grote woning waarvoor de open ramen verschillende doeken hingen. Voor de deuropening hing ook een groot doek met een teken er op wat aangaf dat hier de ‘wijze vrouwe’ van de clan woonden. Deze wijze vrouwen was tevens ook hun leidster dus het was niet gek dat ze in een grotere hut woonden.
Even stonden ze stil voor de hut en keken Yang en Jaden elkaar aan waarna ze tegelijk naar de nieuweling keken. Het was Puff die de stilte verbrak en met haar woorden van Jadens schouder af sprong. ‘Geen reden om gespannen te zijn. Het is Celeste maar.’ Ze kwam met haar fluffige pootjes sierlijk op de grond neer en duwde met haar kopje het doek opzij. Halverwege door de opening spreiden ze haar vleugel waardoor het doek als het waren open werd gehouden voor de andere. Jaden knikte haar dankbaar toe en pakte het doek over. Met zijn lengte zorgde hij ervoor dat Yang en de jongen allebei naar binnen konden lopen. Met een brede glimlach naar haar broer stapte ze de vertrouwde hut binnen en snoof de geur van wierrook op. Ze kwam uit in een erg grote ruimte waarvan de achterste wand van een boom was met dik schors. Op de houten vloer lagen verschillende tapijten in allemaal kleuren. In een hoek van de kamer stonden verschillende kasten. Sommige hadden vele dikke boeken in zich en andere lagen vol met stenen en talismannen. Tegenover deze hoek, aan de overkant van de kamer, was een stuk te zien dat gescheiden was van de rest van de kamer door doorzichtige doeken. Op deze plek lagen vele kussens op de grond. Ze waren zo neer gezet dat ze in een soort van rommelige halve kring stonden. In het midden voor de kring stond een iets hoger kussen, wat gebreid was van wit wol. Voor het kussen waren twee donkere, elegante vrouwen voeten te zien. Aan deze voeten zaten ontbloten donkere kuiten en over de knieën lagen verschillende lagen van dun, zwierig stof.

‘Eluria’s kinderen, wat een genoegen jullie te zien.’ Klonk opeens een warme, aangename vrouwen stem vanboven de knieën en zo werd het duidelijk dat er een vrouw op het dikkere kussen zat. Met haar voeten op de grond, haar knieën opgetrokken en in haar handen een boek zat ze in het midden van de kring. Door het licht wat op haar viel vanuit een paar spleten in de houten muren was het vaagjes door de doeken zichtbaar dat ze een bijzonder verschijning was. Zelfs in een clan als hier. Waar het licht haar raakten was te zien dat ze een donkere huid had met opvallend witte sproeten. Ze leken wel op de sterren aan een nachtelijke hemel. Om haar hoofd zat een hele dikke bos van witte krullen. Haast alsof het een aureool van goddelijk licht was. Toen ze haar ogen oprichtten vanuit het boek was het merkwaardigste aan haar goed te zien. Haar ogen. Deze ogen waren volledig wit. En gaven je het gevoel dat ze recht door je heen keken. Er was wel een kleine nuance in de kleuren van haar oogwit en haar iris. Maar verder had alles dezelfde witte, heldere kleur. Het kon dat mensen hier van zouden schrikken. Maar Yang had het vreemd genoeg altijd als een rustgevend iets gezien. Alsof ze wist dat die ogen altijd alles ‘helder’ zagen waardoor je je niet anders voor hoefde te doen dan je werkelijk was.
‘Goeden dag Celeste, we hebben een nieuweling mee genomen.’ Beantwoorde Yang haar woorden.
‘Dat weet ik. Dat heb ik gezien. Dankjewel Puff,’ sprak ze weer en het was te zien hoe ze hen wenkten. Waarna ze de kat, die ondertussen naast haar zat, een aai over haar bol gaf. Puff was tussen de doeken heen gekropen naar haar huis genootje toe.
Hierop keek Yang achter zich naar de jongen. Voorzichtig legde ze een hand op zijn onder arm en wees met haar andere hand geopend naar de kleine ruimte gevormd door doorzichtige gordijnen. ‘Kom maar.’ Sprak ze en glimlachte de jongen bemoedigend toe. Hierna wilde ze alweer een aanstalten maken om naar buiten te lopen en daar te wachten. Maar het geluid van Celeste haar stem weerhield haar hier van.
‘Yang,’ De rood harige keek vragend om waarbij haar oren recht overeind gingen staan. ‘Lieverd, blijf je nog even?’ Als je Celeste niet kende zou je niet zeker weten wat ze hier mee bedoelde. Maar als je haar wel kende wist je dat ze wilde dat je er bij kwam zitten. De reden waarom ze dit wilde was echter de grote vraag. En waar Yang normaal gesproken niet moeilijk deed keek ze nu toch wel even vragend naar de vrouw.
‘Eh… uh…’ Haar ogen gleden naar de jongen en vervolgens weer naar Celeste. ‘Uhm ik.. eh…’ Achter zich hoorde ze hoe Jaden alweer verdween door de deur opening. ‘Wa-‘
Nog voor ze haar zin kon afmaken klonk de stem van de vrouw alweer. ‘Sit down dear. En neem de jongen met je mee alsjeblieft.’
‘Uh oh.. well…’ Ze plukte kort aan een van haar oren om daarna haar schouders op te halen en te glimlachen. ‘Oke dan.’ Hierna pakte ze de arm van de jongen vast en liep naar de vele doorzichtige doeken toe. Hier wreef ze ze een voor een aan de kant alsof ze een kat streelden. De doeken voelde glad en haast zijde achtig aan. De enkele doeken gepasseerd te zijn werd de wierrook geur alleen maar sterker. Het was een mengeling van rook en frisse bloemen. Voor de doeken lagen allemaal kussens. De ene nog comfortabeler dan de ander. Puff had ondertussen al het meest fluffigste kussen in beslag genomen en lag opgerold met haar oogjes dicht. Naast dit kussen was een groen kussen van linnen te zien. Yang besloot hier maar op te gaan zitten. Het was ongeveer twee kussens van het midden af. Waar Celeste naar gebaarden dat de jongen daar moest gaan zitten. Zodat hij recht voor haar zat, ongeveer anderhalve meter van haar af.
Voor dat ze echter de jongen aan keek legde ze het boek naast zich neer en richtten haar ogen op Yang. ‘Je hebt hem immers al bij de sterren ontmoet, niet waar?’ Zei ze terwijl er een moederlijke grijns om haar lippen speelden.
Op deze opmerking schoten Yang haar oren weer verbaasd recht overeind en werden haar ogen groot. Enkele seconden gingen er voorbij en ze merkte hoe de jongen nu ook naar haar keek. ‘Eh, eh?!’ Spastisch keek ze van de jongen naar Celeste om uiteindelijk fronsend haar blik te laten hangen bij de vrouw. ‘Hoe…’ Kort kneep ze haar ogen samen waarna ze zuchtten. ‘Yeaah, something like that.’ Murmelde ze en wuifde met haar hand terwijl ze weg keek zodat de jongen haar, licht beschaamde, blos niet kon zien. Het was namelijk niet echt heel normaal om te horen dat een meisje, die je nog nooit had gezien, over je gedroomd had. Als hij dat uit die woorden kon halen in ieder geval.
Ze hoorde hoe de vrouw zachtjes lachten. ‘Het is al goed Sundancer.’ Sprak ze de geruststellende woorden waarna ze haar ogen los maakten van haar en deze liet liggen op de jongeman.

‘Welkom kind van het vuur.’
Klonk haar stem zachtaardig begroetend. ‘Hopelijk heb je een veilige reis gehad. Het springen tussen energieën is immers niet iets gemakkelijks. Maar blijkbaar…’ Ze bekeek de jongen even van top tot teen. ‘Gaat het jou aardig goed af.’ Ze glimlachte en draaide zich even weg. Van achter haar pakte ze drie kopjes en een thee kan. ‘Er is veel over jou wat ik kan lezen.’ Ging ze verder en schonk de drie kleine kopjes vol om ze vervolgens uit te delen en er een zelf te houden. ‘Zoals bij iedereen krijg ik hun karakter, emoties, sferen, energieën en verleden binnen. Ik zie dat je dit geen prettig iets vind. Mijn excuses daarvoor. Echter wil ik dat je weet dat deze informatie tussen jou en mij blijft. Zelfs al zit hier een altijd nieuwsgierige Kafshë bij ons.’ Met de laatste woorden keek ze even naar Yang die vragend opkeek terwijl ze een slokje nam van haar thee. ‘Om deze informatie tussen ons te houden zal ik er verder niet op in gaan. Als je ooit wil praten, weet dan dat je altijd bij mij terecht kam.’ Ze schonk hem weer een vriendelijke glimlach waarna ze kort een slokje nam van haar eigen thee. ‘Drink toch wat jongen. Het is hier altijd erg warm, daar zul je vast aan moeten wennen. Maar goed,’ Ze zetten haar kopje weer neer en keek van Yang naar de jongen.
‘Ik wil je graag welkom heten in onze Clan.’ Hierna richtten ze direct haar ogen op Yang die inderdaad al wat wilde vragen. ‘Ja liefje, het is goed, hij is geen bedreiging. En zo wel…’ Haar ogen gleden weer naar de jongen en een korte stilte viel. Alsof ze met een blik kon zeggen dat hij beter geen nare dingen bij haar clan kon uithalen. Yang kende die blik. En het was werkelijk een blik die je de stuipen op het lijf kon jagen. De stilte werd verbroken door een Yang die zich verslikte en al hoestend op adem kwam waarna ze zachtjes grinnikte en haar excuses aanbood.
Hierop kon de vrouw niet anders doen dan lachen. Haar intimiderende blik was opeens weer heel zacht, aangenaam en warmhartig. ‘Maar dat zal niet gebeuren met haar aan je zeiden he?’ Vroeg de vrouw aan de jongen, zacht genoeg zodat Yang het niet kon horen. Vervolgens klapte ze in haar handen en knikte goedkeurend. ‘Ja, wees welkom vuur jongen. Het enige wat ik graag zou willen weten, van jou, is je naam…’ Ze maakte een elegant gebaar met een van haar handen en keek de jongen weer aan. ‘Bij welke naam mogen we je hier aanspreken in de Clan?’

//YAY DONE D:
Celestes stem klinkt zoals de vrouwen stem in dit liedje: https://youtu.be/XFEAzP1Zm-A?t=133
Terug naar boven Ga naar beneden
Moonchild

Moonchild


Aantal berichten : 85
Registratiedatum : 02-10-16
Leeftijd : 26

Chapter 1 the beginning Empty
BerichtOnderwerp: Re: Chapter 1 the beginning   Chapter 1 the beginning Icon_minitimema jun 12, 2017 4:27 pm


De warmte van de zon drong door langs de kleinere wolkjes. Vogels vlogen over, ook soorten die Drake nog nooit gezien had. Zijn zwarte haar hing hing een beetje over de oranje ogen. Het was een bizarre situatie die Drake allerminst had verwacht. Toch had hij moeten dealen met wat er gebeurde. Zo was hij aangevallen door een soort wildling, had met haar gevochten en nu? Nu zat ze boven op hem en kon de jongen geen kant meer op. Drake keek naar haar op, zag hoe ze een mes erg gevaarlijk tegen zijn keel hield. De katten oren en andere katten kenmerken vielen Drake al snel op. Zo ook haar staart, hier kon hij dus ook mooi gebruik van maken. Drake dacht na over hoe hij dit het beste kon aanpakken en hij wist ook zeker dat het zou werken. Zijn hand opende zich en er ontstond al snel een kleine vlam in zijn palm. Langzaam begon er een geur van verbrand haar te ontstaan, al had het 'meisje' blijkbaar nog niks in de gaten. Al snel zag hij haar uitdrukking veranderen en al snel kreeg ze in de gaten wat er aan de hand was. Met een snelle vaart zag Drake hoe ze van hem opsprong in dolle paniek. Ze schreeuwde het uit en begon vervolgens wild... achter haar eigen staart aan te rennen? Hoeveel dierlijk instinct zat hier wel niet in? In een reflex zorgde Drake dat hij bij haar vandaan rolde en hij stond snel op. Zijn blik was serieus op haar gericht in een aanvalshouding. Nu ze wist dat hij gevaarlijk was zou ze hem niet meer aanvallen. Tenminste, dat hoopte hij. Drake zag hoe ze haar staart nu te pakken had, ze doofde het met haar hand. Tot Drake zijn verbazing likte ze er aan, hij fronste en zij trok een vies gezicht. Ja, dat had hij haar ook wel vantevoren kunnen vertellen.''Ik zou maar niet proberen om me aan te vallen juffie. Daar ga je spijt van krijgen, want ik kan nog veel meer dan alleen je staart als lucifer gebruiken.'' sprak de jongen als waarschuwing. Ze leek er geen boodschap aan te hebben. ‘Ja ja!’ hoorde hij haar met geheven stem zeggen. En wat een additude kwam er nu ook tevoorschijn. ‘Dat durf je wel he! De staart van een Kafshë in de fik steken.’ een Kawattes? Is dat hoe ze het hier noemde? Drake keek even bedenkelijk. Ach ieder zijn gewoontes. In dit temperament deed ze hem wel aan iemand denken. Daarom vond hij het bijna leuk. Hij hield zijn handen nonchalant omhoog en keek een beetje arrogant. ''Ach, let's say I don't give a damn. And.. it was in self defence''Al snel liep ze weer op hem af. Hij hoorde haar stappen op het droge gras, het mes ving de schijning van de zon op. Drake had een uitdagende blik in zijn ogen. Als hij ergens niet bang voor was, dan was het voor een mes. Ze dacht dat hij van niks wist? Drake kende precies elke handeling om iemand van een mes te ontdoen. En als ze echt moeilijk ging doen was hij genoodzaakt om zijn magie of vechtkunst te gebruiken. In zijn hoofd was hij al aan het uitdenken hoe hij het mes zou pakken, haar kon vloe- ‘Thats enough!’ Drake keek verbaasd op door een onbekende stem. Nog steeds een wantrouwige vechthouding, keek Drake in zijn ooghoek naar waar het vandaan gekomen was. Een man kwam tevoorschijn vanuit het struikgewas Drake voelde zijn wantrouwen groeien. Zouden ze u allemaal opeens uit de struiken komen? Zouden ze hem gevangen nemen en behandelen als een stuk vuil? Zouden ze proberen hem te vermoorden? Of opofferen voor hun gekke goden? Wat? Je wist t nooit in de nieuwe werelden. De man was ongeveer net zo lang als Drake, maar duidelijk veel ouder. Hij kwam tussen Drake en het meisje instaan en zette haar weg. Daarom viel ze naar achteren door de plotselinge klungeligheid. ‘Sorry voor mijn zusje, ze kan soms wat…’ Zijdelinks keek hij weer even op haar neer voordat hij zijn zin afmaakten. ‘…opvliegerig zijn.’ Drake keek de man even aan. ''Hm..'' Drake knikte. ‘Zoals een firecracker.’ weer een nieuwe stem die de jongen niet kende. Drake zag hoe er een. vliegende kat naar hen toe kwam. Firecracker? Drake keek naar het meisje dat weer overeind krabbelde. Het rode haar wat door de wind bespeeld werd. Zijn gedachtes hield Drake voor zich maar.. ze leek zo op ‘Ik had alles prima onder controle.’ Fluisterde ze koppig en streek over haar staart. ‘Oh hell nah,’ reageerde de kat fel. Drake kon het niet laten om even zacht te grinniken. Het meisje was het er nog steeds niet mee eens. ‘Inderdaad zus, je had een prachtige techniek uitgevoerd en goed gebruik gemaakt van het verassings-effect wat je had.’ Drake gaf toe dat dat waar was, maar zou dit natuurlijk niet hardop zeggen. ‘Echter is dit niet hoe we omgaan met mede wezens.’ Bij het woord mede wezens keek de jongeman naar Drake en wierp hem een grijns en een bemoedigende knipoog toe. ‘Ookal zie je geen mutatie, dat betekend niet dat die er niet is. Dat zou jij moeten weten… Vooral jij.’ Mutatie? Drake werd steeds nieuwsgieriger naar deze wereld aangezien hij er geen idee van had. De manier waarop het meisje dus half kat was, was een mutatie? Een mutatie vanuit wat? ‘Daarbij,’ hij richtten zijn blik weer op de jonge en opeens straalden hij weer vriendelijkheid uit. ‘Heb ik nog nooit een Royal gezien die vuur kan manipuleren.’ Royal? Vuur 'manipuleren? Ach zo zou je het ook kunnen noemen. Misschien waren de wezens hier niet bekend met het gegeven magie? De jongen keek de man even aan. ''Bedankt voor het.. warme onthaal. Maar ik-'‘Ik zeg niet dat je hem moet vertrouwen, dat doe ik ook nog niet… No offence,’ voegde hij er al verontschuldigend schouder ophalend aan toe terwijl hij even naar de jongen keek. ‘Maar zoals met iedereen moeten we hem eerst mee nemen naar Celeste en dan kunnen we kijken wat we doen… Zoals met iedereen, toch?’ okey. Dus hij moest mee naar ene Celeste? En wat als hij dat niet wilde? Drake keek naar de horizon. Het plan om langs de rivier naar de grote stad te lopen kon hij denk ik laten varen. Tenminste, dat is wat Drake dacht tezien in de verte, een grote stad. Drake had de keuze om te ontsnappen, om hen aan te vallen of om mee te gaan. Als hij hen zou aanvallen dan wist Drake niet wat er zou gebeuren. Zo had hij de laatste twee al niet zien aankomen, misschien zaten er wel nog veel meer bosbewoners verscholen tussen de bomen. Dan was hij in een hinderlaag beland en hij wist dat hij die niet zou winnen. Vooral niet omdat hij nu wist dat ze waren getraind. Het meisje gaf haar fout toe en Drake knikte. ‘Laten we hem dan maar mee nemen naar Celeste. Althans…’ Ze keek de onbekende jongen weer aan en kneep speels haar ogen weer samen. Alsof ze spotten met haar eigen vijandigheid van eerder. ‘Als hij mijn staart niet weer als brandhout gebruikt.’ Drake grinnikte. ''Als jij zolang van mij af blijft vind ik het prima'', sprak de jongen. Drake was een jongen die er niet van hield als mensen ongevraagd aan hem zaten, vooral als dit volwassen mannen waren die hij niet leuk vond. Zo pakte ze hun spullen en Drake volgde gehoorzaam hun weg naar het bos. Wat moest hij anders?

De jongen keek zijn ogen uit toen ze in het diepere van het woud kwamen. De ranken, bomen en bladerdekken. Er hingen lianen, prachtige bloemen in fantastische kleuren. Drake had ze nog nooit gezien, zelfs niet in.. er ging een soort steek door hem heen. Hij bleef stil de hele weg dat ze er naartoe liepen. Hij had ooit gehoord dat er zulke jungles waren op Gren. Dat terwijl hij er nog nooit geweest was. Hij kon zich nu een beeld schetsen van hoe het daar geweest had kunnen zijn. Waarom zijn vrienden vaak enthousiast over de planeet hadden gepraat. Hij dacht er met een glimlach aan terug, hoe ze konden discussiëren over welke planeet het leukste was. Natuurlijk was die van Yang altijd Puffoon geweest en Drake begreep waarom. Je kwam altijd op voor de plek waar je vandaan kwam. Daar waar je geboren of opgegroeid was.. was de beste plek. Dat etrwijl Drake nou niet de beste herinneringen had aan alles wat er was gebeurd op zijn thuisplaneet. Ach.. het lag nu allemaal toch in het verleden. Hij hoefde er niet langer aan te denken. In plaats daarvan liet hij soms zijn hand glijden over een boom, of rook aan een van de prachtige bloemen. De ondergrond was vochtig en je voelde je bij elke stap een beetje inzakken. De zon kwam soms door de bladeren van de bomen heen. Ze waren zo hoogd als flats en je kon je armen amper om de stam heen slaan. Drake had ze nog nooit zo groot gezien. De geuren waren heerlijk, zo fris en zacht. Het leek erg op de geur van vers gemaaid gras. Je zag de bladeren en takken bewegen in het beetje wind dat er stond en Drake leek in de verte zelfs water te horen stromen. Het was hier echt prachtig. Omdat hij nu erg veel om zich heen keek, zag hij even later al wat huisjes verschijnen hoog in de bomen. Hoe verder ze liepen, hoe meer het er werden en Drake zijn ogen begonnen te schitteren.. wauw. Daar leefde hun bevolking? In een prachtige omgeving als dit? Zo hoog in de bomen.. Hij kon het bijna niet geloven. Het leek wel uit een sprookjesboek die hij wel eens in de bieb had zien staan op school. Er als kind uit voorgelezen was hij namelijk toch nooit. Tussen alle houten hutten die waren te zien zag je bruggetjes en touwen. Zo zag hij via een systeem dat er snel manden konden worden vervoerd en ook hoe je vanaf beneden met bepaalde houten liften omhoog gehaald kon worden. Steeds verder naar de kern zag Drake ook steeds meer 'mensen' Hij begon de term 'mutant' hier steeds beter te begrijpen. Mensen die half dier waren, insect of bijna al onmenselijk maar wel levend. Hij rook de geuren van hoe er sommigen al leken te koken en sommigen leken erg vrolijk te zijn. Je hoorde ze lachen, kletsen en ook kinderen speelde. Ze kwamen aan bij de aller grootste boom die Drake ooit van zijn hele leven had gezien. Bijna zo breed als een gebouw en zo hoog dat hij de kruin ervan niet goed kon zien. Dit kwam ook omdat boven hen een groot plateau leek te zijn gebouwd. Daar onder was een prachtige trap te zien in de vorm van een spiraal. Aan het begin van de trap, was er een soort hutje. Er zat een bewaker voor. Waarscheinlijk een die er voor moest zorgen dat niet de verkeerde types hun dorp konden betreden. Hij leek half tijger te zijn, hij had een ruig uiterlijk en was wel iemand waarbij je moest uitkijken.‘Weer een nieuweling?’Klonk de diepe, iet wat rasperige, stem.
Jaden lachte en keek om naar de nieuwe jongen. ‘Gelukkig wel. Als ik er niet was geweest had deze hier zijn keel door gesneden…’ Drake keek even naar Yang. Hij wist zelf wel dat het meisje nooit zover had kunnen komen, maar om daar nou nu bij deze half tijger over te gaan lopen poggen leek Drake niet zo'n goed idee. Ze leken bevriend en maakte samen grapjes, oer hoe hij haar staart in de fik had gestoken. Drake grinnikte even, maar mengde zich niet echt in het gesprek. Hij was stil en hield zich op de achtergrond. ‘Succes kid.’ was wat hij tegen Drake zei. Drake haalde zijn schouders op en bedankte hem met een knikje. Hij was nog altijd best op zijn hoedde door de hele situatie. Onderweg naar boven liepen ze langs wat mensen die Drake nieuwschierig aan keken. Sommigen waren vriendelijk en wenste hem succes bij die ene 'celeste' Drake hield zich erg afzijdig. Hij knikte of Sprak een zacht bedankt. Hij was niet per se verlegen, maar wel iemand die nou niet het makkelijkst vrienden maakte. Deze behoefte had hij op dit moment ook niet echt. Drake had namelijk geen idee waar hij in beland was en hoopte eigelijk zo nel mogelijk zijn eigen pad weer te kunnen gaan.. of was dit zijn pad? Hij wist het iet. Hij zag hoe de drie voor hem soms gezellig kletste of een ander persoon begroette terwijl ze liepen. ''Joël! Kom terug met mijn zwaard!'' hoorde je opeens een schelle kinderstem roepen. Het waren twee jonge anthro's die achter elkaar aan rende. De een leek een vosachtige en was blond van kleur. De ander leek half kat en was wit met bruine tekeningen op zijn vacht. Ze leken te spelen, maar de ander was er toch niet zo blij mee. ''hahaha, moet je me maar bijhouden Mathijs!'' hoorde je de Joël roepen. Samen rende ze bijna Drake trap af. Drake en Joël kruiste even elkaars ogen, hierdoor sprong de jonge vos naar achteren samen met zijn vriendje. ''Kijk uit waar je loopt man!'' kreeg Drake naar zijn hoofd. en hij rende verder nog voordat Drake wat kon zeggen. ''Sorry meneer!'' riep Mathijs nog terwijl hij verder rende achter Joël aan. Drake keek ze even verbluft na. Hij had op school niet veel temaken gehad met de eerstejaars, dus daarom had hij ook niet zoveel met kinderen. Zijn nekharen stonden omhoog door de spaning die hij al had. Als hij hier bleef.. zou Drake die ventjes nog wel terug pakken.

Het viel Drake op dat toen ze boven op het plateau kwamen, dat het overal prachtig versierd leek te zijn. Ze waren er nog volop mee bezig en het leek de jongen niet helemaal normaal. Zou er vanavond iets gebeuren? Drake vroeg het zich af. Hij zag meerdere winkeltjes en leuk versierde standjes. Het was nu al een feest om te zien. Hij werd begeleid naar een speciale hut. Dit leek die van de 'Celeste' te zijn.‘Geen reden om gespannen te zijn. Het is Celeste maar.’ sprak de kat, om de stilte te verbreken. Ze opende het doek wat de deur moest zijn. Zo kwamen ze in het wat donkere vertrek. Het was er zo vredig en vol energie dat Drake een bepaalde rust over zich voelde komen. Het deed hem ergens denken aan het vertrek van Oriël. Overal kleden, schapenvachten en grote kasten vol boeken over.. alles in deze wereld. ‘Eluria’s kinderen, wat een genoegen jullie te zien.’ Drake schrok een beetje op van de plotselinge stem. Het was alsof iemand voorbij zijn oren tegen hem sprak en het voelde voor Drake wat ongemakkelijk. Uiteindelijk zag hij haar zitten. Op de zeiden zachte kussens, gerangschikt naast haar gelegd en met een rust die je alleen op hoog spiritueel niveau kon vinden. Ze was een prachtige vrouw met lang wit krullend haar. Een donkere huidskleur en witte sproeten. Drake had nog nooit zo'n iemand gezien. Ondanks dat ze wit haar had, wat werd geassocieerd met oud, leek ze zo vreselijk jong te zijn en toch ook weer niet. Toen ze haar ogen open deed gleed er een rilling door Drake heen. De vreemde witte ogen leken dwars door Drake heen te kijken.  Als het kon zou hij nu het liefste zo ver mogelijk hier vandaan weg rennen. Zo snel als zijn voeten hem konden dragen. Misschien in zijn wolvenvorm veranderen om nog sneller te zijn? ‘Goeden dag Celeste, we hebben een nieuweling mee genomen.’ Beantwoorde Yang haar woorden. ‘Dat weet ik. Dat heb ik gezien. Dankjewel Puff,’ Opeens schoot het door Drake zijn hoofd. Zou ze ooit wel eens mensen geweigerd hebben? Drake wist het niet, maar het zou voor hem geen probleem zijn als hij geweigerd werd namelijk. Opeens werd Drake aangeraakt op zijn onderarm, hij keek het meisje even aan. ‘Kom maar.’ sprak ze. Okey.. hij speelde t spelletje maar mee dan, de jongen liep met haar mee. ‘Yang,’ En toen sloeg zijn hart een seconde over. Drake keek alsof ze hem zojuist had geslagen met een honkbalknuppel. (en bij bewustzijn was gebleven) ''Yang?'' herhaalde de jongen zacht. Het verklaarde dingen, maar het riep ook alleenmaar mee5r vraagtekens bij hem op. Hoe was dit mogelijk? Hij begreep er echt helemaal niks van. ‘Lieverd, blijf je nog even?’ Alsof ze een geest was, keek Drake naar 'Yang' want dit klopte nog steeds niet in zijn hoofd. Daarom was wat er verder gebeurde niet echt in zijn bewustzijn. Hij kon zijn ogen niet meer van Yang af halen. ‘Sit down dear. En neem de jongen met je mee alsjeblieft.’ Zo volgde Drake Yang en kreeg hij bijna de neiging om aan het rode haar te voelen, of ze wel echt was. Hij ging zitten op een van de kussens en had Puff ook gezien, hoe die een kussen voor zichzelf had uitgekozen. ‘Je hebt hem immers al bij de sterren ontmoet, niet waar?’ Drake keek haar nogmaals aan. Nou als we het over dezelfde Yang hadden dan was dat gewoon in een kroeg hoor, niet iets geks tussen de sterren. Toch keek hij nog altijd vol verbazing en verwarring naar Yang. Dat terwijl Yang er zelf ook niet veel van leek te begrijpen en Celeste hoorde praten alsof ze het over spoken had. Het meisje was duidelijk geschrokken. ''Het is al goed Sundancer.’ Drake haalde een hand door zijn zwarte haar. Hij wist een ding zeker, dat hij vannacht goed zou slapen na zo'n gekke dag. Maar zo bleek dat Celeste nog veel meer wist dan hem lief was.

‘Welkom kind van het vuur.’ een simpele vuur magier, maar dit klonk ook wel fancy.. wacht, hoe wist ze dat? Hij had nog niks en Yang ook had nog niks verteld en wat en huh?! ‘Hopelijk heb je een veilige reis gehad. Het springen tussen energieën is immers niet iets gemakkelijks. Maar blijkbaar…’ nog meer, was dit een soort Oriel zonder de irritante chagrijnigheid? ‘Gaat het jou aardig goed af.’ Drake haalde zijn schouders op. ''Hm, 't was niet mijn eerste keer.'' sprak Drake rustig. Het was nog altijd vreemd voor hem, deze situatie.. maar hij kon maar het beste gewoon wat antwoorden geven. Ohh lekker! Thee, Drake was als vuur magier fan van alles wat heet gegeten of gedronken werd. Zo maakte hij zijn eigen thee nog warmer dan dat hij het kreeg. ''Er is veel over jou wat ik kan lezen.’ er verscheen een gevaarlijke frons op het gezicht van Drake. Hij had er een hekel aan als mensen al vanalles over hem wisten, waar hij geen toestemming voor had gegeven. Als dit alles was wat hij dacht wat het was.. dat was Drake echt in staat om nu ter plekke weg te lopen en nooit meer terug te komen.
‘Zoals bij iedereen krijg ik hun karakter, emoties, sferen, energieën en verleden binnen. Ik zie dat je dit geen prettig iets vind. Mijn excuses daarvoor. Echter wil ik dat je weet dat deze informatie tussen jou en mij blijft. Zelfs al zit hier een altijd nieuwsgierige Kafshë bij ons.’ De eerste zin liet hem bijna zijn lichaam klaarmaken om te gaan staan. 'Weg hier' was zijn eerste instinc. Wie dacht ze wel niet dat ze was! en wat wist ze dan?1 of was het gewoon een gekke goocheltruc of een list en wist ze eigelijk maar niks? Ach, hypocriet voor een jongen uit een magische wereld. Toch was het zijn kern. Verberg en bijt naar hen die teveel willen weten. Toch.. toen ze zei dat het een geheim zou blijven tussen alleen hun twee.. Liet hem kalmeren. Dit was waarom hij evengoed bleef zitten. De jongen keek de vrouw zelfs met waarschuwende blik aan. Zij zou dus ook weten dat met een verkeerde stap, dat Drake onherstelbare schade zou kunnen aanrichtten. Zijn duistere zeide zag hoe hij lachend tussen de brandende stukken hout en verkoolde lichamen heen liep. Het waren mensen die hij toch niet kende en hij deed alles om 'vrij' te blijven. Dit betekende dat ze zijn verleden niet tegen hem gingen gebruiken. Dit beeld wuifde hij weg en ergens vroeg hij zich af waarom en hoe het opeens zo snel tevoorschijn was gekomen. ‘Om deze informatie tussen ons te houden zal ik er verder niet op in gaan. Als je ooit wil praten, weet dan dat je altijd bij mij terecht kam.’ Drake knikte enkel. Ze wist net zo goed als hij dat Drake dat toch nooit zou doen met de kennis die hij u had. Het aanbod bleef lief. Hij pakte het kopje thee voor zich. Zo te zien was het inderdaad thee van normale temperatuur. ‘Drink toch wat jongen. Het is hier altijd erg warm, daar zul je vast aan moeten wennen. Maar goed,’ Drake grinnikte even. Dacht aan de temperaturen op Razen. ''Oh.. de tempraturen zullen voor mij geen probleem zijn.'' sprak de jongen. Met het kopje in zijn handen keek hij haar even aan en gebruikte zijn magie. Hij liet het water warmer en warmer worden tot je de belletjes van het kookpunt zag verschijnen. Hij keek er tevreden naar en nam een slokje van het kokende water. ‘Ik wil je graag welkom heten in onze Clan.’ Hij keek haar aan. Ach.. voor een tijdje? Dat kon toch geen kwaad? Dan had Drake sws een thuisbasis waarbij hij deze wereld beter kon leren kennen. ‘Ja liefje, het is goed, hij is geen bedreiging. En zo wel…’ Drake slikte. Had ze gezien welke beelden er voor zijn ogen waren verschenen? Er gleed een koude rilling langs zijn ruggengraat en hij knikte als bevestiging dat hij nooit iets zou uithalen. Hij keek op toen Yang zich bijna in haar thee verslikte. Celeste moest hier om lachen en de dreigende sfeer van net was als sneeuw voor de zon verdwenen. ‘Maar dat zal niet gebeuren met haar aan je zeiden he?’ Drake grinnikte en knikte. ''Hm, je zou wel eens gelijk kunnen hebben. Ze heeft me wel vaker geholpen bij de juiste keuze. Meer dan ze zelf weet.'' sprak Drake zacht. Omdat dit niet 'zijn' Yang was, moest hij bijna moeite doen om het niet liefdevol te laten klinken. ‘Ja, wees welkom vuur jongen. Het enige wat ik graag zou willen weten, van jou, is je naam…’ Ze maakte een elegant gebaar met een van haar handen en keek de jongen weer aan. ‘Bij welke naam mogen we je hier aanspreken in de Clan?’ Drake slikte en keek haar aan. Zijn vurige ogen werden opgelicht door de zijn die naar binnen viel. ''Mijn naam is Drake Dylan Burned, maar jullie mogen me Drake noemen.'' Sprak hij vol zelfvertrouwen.
Terug naar boven Ga naar beneden
Moonchild

Moonchild


Aantal berichten : 85
Registratiedatum : 02-10-16
Leeftijd : 26

Chapter 1 the beginning Empty
BerichtOnderwerp: Re: Chapter 1 the beginning   Chapter 1 the beginning Icon_minitimema jun 12, 2017 5:05 pm


''I'll play my fight song!
And I don't really care if nobody else believes!
'Cause I've still got a lot of fight left in me!
Know I've still got a lot of fight left in me''

Waren de woorden die ze vol overtuiging door de microfoon zong. Ze Liet haar lichaam mee voeren in alle klanken, ze zong de sterren van de hemel en genoot van elke klank die uit de stereo's kwamen. De blonde halflange haren vielen een beetje over haar schouders. Ze droeg een rood met zwart geruite blouse, zwarte harembroek en een zwart hemdje met wat witte tekst. De mouwen zaten opgestroopt tot haar ellebogen. Rond haar polsen zaten armbandjes en ze had een zilveren ketting om. Nu stond ze het dak van het podium er af te blazen en wat was het heerlijk om te doen. Ze had geholpen bij het schilderen van het decor en nu ze klaar waren met de soundcheck kon het feest beginnen. Ze haalde een hand door de blonde haren om ze los te gooien. ''Was dat een beetje wat jullie wilde? Fabian, Rianne?'' sprak ze met een grote grijns. Je hoorde Rianne enthousiast klappen en Fabian keek met zijn altijd serieuze blik toch wel tevreden. ''Je bent geweldig Yela.'' sprak de man. Hij die de jonge vrouw altijd zanglessen had gegeven. Zijn strakke uiterlijk, altijd in pak met gekamt bruin haar was kenmerkend. Hij leek altijd serieus, maar het leuke was dat als je hem beter leerde kennen dan was hij en man met humor. Graag zat hij dan na de zangles savond's nog een drankje te doen op zijn dakterras. Filosoferen, nadenken en goede gesprekken. Hij hield van het leven op zijn eigen manier. De vrouw was een behoorlijk levendig iemand en het hele dorp kende haar naam. Op de scholen werden altijd drama lessen verzorgd en deze werden door Rianne gedaan. Ze was heel zachtaardig en zo mooi als de eerste lentebloem. Vol levensenergie kon ze je leren over de pasjes van een dans of hoe je het beste je emoties op het toneel liet zien.Ze was speciaal en iedereen mocht haar erg graag, vooral de kinderen omdat ze een typisch goedaardig moederfiguur was. Misschien kwam dit ook wel door het tragische feit dat Fabian en zij nooit kinderen hadden kunnen krijgen. Yela liep naar de rand van het podium, liet zich zakken tot ze op de rand zat. Rianne kwam op haar af lopen en legde haar handen rond de wangen van Yela. Ze glimlachte en keek naar de vrouw op. ''Je gaat het fantastisch doen vanavond lieverd.'' sprak ze vol liefde naar Yela. Op dit soort momenten miste Yela haar eigen moeder het meest en ook voraal haar vader. Ze had het liefste gehad dat ze haar vanavond konden zien, maar zo was haar leven niet geschreven. Fabian keek Yela aan en haalde een hand over haar blonde lokken. Dit was dezelfde kleur van hoe ze ooit geboren was, nog voordat ze wist dat ze het kon veranderen. Ja.. ze miste hen. Maar Fabian en Rianne waren naast haar pleegmoeder echt als familie voor haar geworden. ''AI CARAMBA!!'' hoorde Yela iemand roepen. Ook Fabian en Rianne keken om. Het was Rody op zijn skateboard die aan kwam stuiven. Zijn haar en jas wapperde in de wind. Met een geweldige sprong, inclusief het bord kwam hij op het podium terecht. Yela en de anderen moesten lachen om zijn verwilderde gezicht. ''Ai ai Yeye!'' Yela glimlachte. ''Hey Rody.. dat ging ook maar net goed..' Rody grinikte. ''Allemaal volgens plan. Ik was alleen wel net telaat voor je repetitie zie ik?'' Yela knikte maar haalde haar houders op. ''Volgende keer beter.'' De jongen keek haar aan met die vertrouwelijke ogen. Ze waren allerbeste vrienden, vooral omdat Rody de eerste was die Yela hier ontmoet had. Hij liep naar haar toe, hurkte zich en gaf Yela een knuffel. ''Ey!'' riep Yela toen ze een boob poke voelde. Ze greep zijn hoofd en woelde door de oranje haren en kattenoren. Ze lachte samen. Fabian en Rianne begrepen dat de twee vrienden even moesten kletsen en zeiden gedag, ze zouden elkaar toch vanavond weer zien. Uiteindelijk kwam Rod naast Yela zitten en keek haar aan. ''Ey, ik kwam natuurlijk voor je repetitie, maar ik wilde nog wat anders zeggen. Ik denk dat we een nieuwe hebben in het dorp. En..'' Yela keek hem aan. Dit was voor haar niet gek. Het was wel vaker dat vreemdelingen zich bij hen aansloten, dus ze keek niet vreemd op. ''En ik zag dat je zusje hem binnenbracht samen met Jaden. Wie weet word een nieuwe gabber in onze vriendengroep?'' sprak hij. ''Gabber? Wauw, wat een woordkeuze Roro. Hmm maar dat Yang en Jaden hem hiernaartoe hebben gehaald zal vast een reden hebben. Hoe zag hij er uit dan?'' Rody dacht even na. ''Nou, ik heb niet veel gezien want ik had haast om naar jou toe te komen, maar hij leek er nogal 'normaal' uit te zien zegmaar. Ik dacht even dat het een royal was, maar die zou Jaden nooit binnen laten. Hij had zwart haar en een blanke huid.'' Yela sprong van het podium af en draaide zich naar Rody toe. ''Hm, klinkt niet spectaculair inderdaad. Maaar ik ben zoals altijd nieuwsgierig. Vooral omdat mn zusje er weer eens een handje in heeft. Kom, laten we kijken of hij is goedgekeurd door Celeste. Rody knikte met een grijns, sprong van het podium af en sloeg zijn arm om haar schouder. Samen liepen ze naar het centrum van het dorp.

Toen ze daar aan kwamen zag Yela dat Yang nog niet klaar was binnen. Dan moet het best even geduurd hebben. Het was warmer hier dan op de podium veranda. Dit was namelijk een aparte plek in het dorpwaar de muziekale of theatrale evenementen werden gehouden. Het hele dorp paste er op terwijl ze konden dansen. Het was een favoriete plek voor Yela. Nu in het midden van het kleine stadje had ze hadden keek ze even rond. Net zoals bij de podium plek was alles versierd en klaargemaakt. Ze stond nog even met Rody te kletsen totdat ze uiteindelijk Yang en een vreemde jongen de tent uit zag komen. ''Yang!'' riep Yela terwijl ze naar haar zusje zwaaide.

Looks Yela:
Spoiler:
Terug naar boven Ga naar beneden
Ruby
Admin
Ruby


Aantal berichten : 72
Registratiedatum : 01-10-16
Leeftijd : 28
Woonplaats : In my own world~

Chapter 1 the beginning Empty
BerichtOnderwerp: Re: Chapter 1 the beginning   Chapter 1 the beginning Icon_minitimewo jun 21, 2017 4:50 pm


Chapter 1 the beginning Tumblr_n10cx1vgc11tnpntdo1_500
Ja deze gif moest xD lengte van de chars klopt niet maaaaaar goed~
Het verzoek van Celeste had er voor gezorgd dat ze ook neer was gestreken op een kussen. Ze had verwacht dat ze gewoon weer naar buiten had kunnen lopen maar blijkbaar had de vrouw andere plannen. Bij de woorden dat ze wist dat Yang de jongen al eens had ‘ontmoet’ was haar reactie lichtjes geschokt geweest. Ergens had ze het wel kunnen bedenken maar er was iets met deze situatie wat het rood harige meisje een beetje ongemakkelijk maakten. Dan ook de rest van het gesprek had ze meer aandacht voor haar thee en de rafeltjes aan het kussen dan de werkelijke woorden. Althans, zo leek dat. Waar haar oren gericht waren op de andere dingen stonden haar oren recht overeind en luisterde ze elk woordje goed mee. Ze betrapte zichzelf er op dat ze soms moeite moest doen om de jongen toch niet aan te gaan staren. Het was immers niet elke dag dat ze iemand ontmoeten die ze al eens een soort van had ontmoet.
Bij de woorden dat ze hem kon lezen, dezelfde woorden die zij toen der tijd ook te horen had gekregen, merkte ze direct een verandering in de energie stroom. Het waren dan ook de puntjes van haar oren die even omhoog gingen en deze keer keek ze toch wel echt even opzij. Normaal gesproken zou ze een gezichtsuitdrukking van ‘op je hoeden zijn’ hebben maar nu was het gewone nieuwsgierigheid. Ze wist namelijk dat als er iets gebeurde Celeste perfect wist wat en hoe ze het moest doen.
De vrouw sprak verder en de sfeer werd weer iets minder ‘dreigend’. Het werd zelfs zo minder dreigend dat Celeste de jongen verwelkomde in de clan. Yang, die net een slokje van haar thee wilde nemen, draaide haar hoofd direct naar de vrouw toe en had haar mond al open om iets te zeggen. Dat was wel heel snel! Of eerder onverwachts, vooral na de sfeer van net! Wat had ze wel niet bij die jongen gezien? Had ze ook een droom gehad? Niet dat het bij haarzelf toen ‘moeizamer’ ging maar deze jongen was toch écht wel een beetje anders. Nog voor de Kafshë echter iets kon zeggen antwoorde de vrouw alsof ze al wist wát Yang wilde zeggen. Na deze woorden gleden haar ogen weer naar de jongen en bij Yang kroop er een wenkbrauw omhoog. Vervolgens haalde ze haar schouders maar op. Het was immers Celeste waar ze mee te maken hadden. En vervolgde haar handeling om een slokje van haar thee te nemen.
Toen ze echter de warme kruidige vloeistof in haar mond had en wilde slikken ging er iets mis. Eerst een klein hoestje, want beleefdheid, maar daarna toch echt wel een ‘Help ik heb me verslikt’ gekuch was te horen. Ze had haar thee neer gezet en klopte voorzichtig op haar borstkas. Dit was zo typisch voor haar. Om het niet ongemakkelijk te maken grinnikte ze zachtjes en bood netjes haar excuses aan. Vervolgens pakte ze weer de thee en nam, deze keer met ál haar zintuigen gericht op de thee, een voorzichtiger slokje.
De woorden die tussen de twee volgden hoorden ze dan ook niet en toen ze weer op keek zag ze hoe Celeste de jongeman nieuwsgierig aan keek. Blijkbaar had ze een vraag gesteld en was het de jongen zijn beurt om te reageren. Hierdoor gleden Yang haar zilveren ogen haast automatisch naar de jongeman toe. Toen ze zijn gezicht goed in het zicht had leek het wel alsof de wereld even stil stond. In zijn blik lag iets zelfverzekerds, haast sterk, alsof je zo juist een leeuw boven op een berg zag staan. Om dit beeld alleen maar sterker te maken scheen er precies op dat moment een klein straaltje warm zonlicht op zijn ogen. Alsof het vuur van de zon weerspiegelde in zijn ogen blonken zijn warm oranje irissen. Even gevangen door dit beeld staarde ze hem aan en voelde een soort steek door haar hart heen gaan. Zo eentje die evenredig was aan de pijn die ze vanochtend had gevoeld. Het was een naar gevoel en eigenlijk wilde ze weg kijken maar zijn stem, de woorden die hij sprak, zorgden er voor dat hij haar blik nog steeds gevangen had. ‘Mijn naam is Drake Dylan Burned,’ Een volgende steek volgde. En ook al wist ze dat ze het voelde met haar ‘lichamelijke zenuwen’. Het voelde eerder alsof er een zwaard door haar ziel heen werd geboord. ‘Maar jullie mogen me Drake noemen.’ De blik op zijn gezicht, die zelfverzekerde haast uitdagende blik, werd alleen maar duidelijker en Yang voelde hoe haar adem haar longen verliet in een zachte zucht van een soort bewondering.
Ze wist niet perse wát het was. Maar net als in haar droom was er iets aan deze jongen wat er voor zorgde dat haar systeem even van de wap was. Alsof het universum haar een hele lading informatie toe zond maar ze door alle chaos niet goed kon focussen.
Zich realiserende wat er met haar gebeurde fronste ze. Wilde zichzelf voor de kop slaan want ze snapte er helemaal niks van. Dit was vast iets spiritueels waar ze op het moment nog niks van begreep. Anders had ze natuurlijk niet die droom gehad. Om vervolgens de thee neer te zetten, haar handen op haar knieën te plaatsen en haar mond verder te openen om iets te zeggen.
‘Yang liefje,’ klonk het echter voordat ze zelf enig geluid had kunnen maken. Ze richtten haar ogen op en keek naar Celeste die een bepaalde, speelse grijns om haar lippen droeg. Oh boy, wat was ze van plan? ‘Jij bent voor de aankomende weken zijn gids.’
‘EH?!’ Ze kon zichzelf niet in houden dus een vragende, luide, hoge kreet had geklonken. Wat?! Was zij zijn gids?! Ze was nog nooit iemands gids geweest. Laat staan van iemand die ze bijna had verwond. Laat staan van iemand die ze had aangevallen. Laat staan van iemand waar mee ‘iets’ was?! LAAT STAA-
Het gegrinnik van Celeste zorgde er voor dat haar maal stroom stopte en ze keek enigszins gepijnigd op. ‘Je hebt me wel gehoord Sundancer. Hop, hop, begin maar waar je hem gevonden hebt.’ Alsof daarmee alles gezegd schonk ze de jongen nog een vriendelijke glimlach om daarna haar boek op te pakken en deze weer open te slaan.
Lichtjes verbijsterd door de nonchalantheid van Celeste. Wat was het toch een geweldige merkwaardige vrouw. Staarde ze haar aan om daarna naar Drake te kijken. Ze knipperde een paar keer waarna, alsof ze het zelf toch wel komisch vond, zachtjes lachten. ‘Well then,’ Sprak ze en stond op met haar handen op haar knieën gedrukt voor hulp. ‘Laten we dan maar gaan anders halen we Celeste uit haar concentratie.’ Bij die woorden zag ze hoe Celeste een grijns onderdrukte. Eigenlijk wilde ze Celeste nog bedanken voor de thee maar aangezien die aan het lezen was besloot ze maar gewoon zich om te draaien en door de doorzichtige gordijnen weer terug te lopen richting de deur. Kort keek ze over haar schouder naar de jongen om te kijken of hij haar volgden. Bij de deur schoof ze het doek opzij.

Buiten stapte ze de frisse bos lucht in en snoof diep om even alle spanning van het vorige moment uit haar systeem te halen. Bij Celeste hing er altijd een ontspannen sfeer, maar wat er net was gebeurt was toch niet alledaags dus lag er iets van onrust in haar zenuwen. Nu ze echter de bos geur rook en weer terug was in de ‘vertrouwde’ wereld merkte ze hoe haar gevoel van tijd, ruimte en leven weer meer terug kwam.
‘Sooooo…’ sprak ze en draaide zich soepeltjes om om haar as, waarbij haar staart luchtig mee zwierde, zodat ze de jongen aan kon kijken. Alsof ze de vijandige mantel van eerder af had gegooid lag er nu een vriendelijke glimlach op haar lippen. Zo eentje die het meisje eigenlijk altijd had naar onbekenden van de clan.
‘Aangezien ik je gids ben en onze eerste ontmoeting niet zo…’ Ze draaide met haar ogen alsof ze een regenboog in de lucht volgde terwijl er een grijnsje om haar lippen sierde, zoekende naar het juiste woord. ‘Vredig was.’ Besloot ze toen maar. ‘Laten we overnieuw beginnen.’ Ze rechtten haar rug en keek de jongen met een nog bredere glimlach aan. Hierbij stak ze haar hand uit en knikten. ‘Ik ben Yang Valkery. Aangenaam! Hopelijk kan ik je de clan goed laten zien.’ Toen hij haar hand pakte hield ze deze even wat langer vast en keek hem vanonder haar wenkbrauwen speels uitdagend aan. ‘Don’t do stupid stuff tho.’ Waarna ze zijn hand los liet, lachten en hem een zacht klopje gaf op zijn schouder. ‘Niet zonder mij in ieder geval. I don’t want to miss all the fun so,’ Een grijns sierde om haar lippen en kort keek ze hem aan. Stiekem hopende dat ze geen slechte indruk had gemaakt. Ze was dan misschien niet iemand met veel vrienden. Maar ze vond het toch wel vervelend als mensen haar oprecht niet mochten. Al wist ze dat ze zich daar niks van aan moest trekken.

Dit moment werd verbroken toen ze een bekende stem haar naam hoorde roepen. Als een echte kat spitsten haar oren zich en keek ze met opgetrokken wenkbrauwen naar de plek waar het geluid vandaan kwam. Hier zag ze een lang meisje staan met korte blonde wilde krullen en een rood blousje aan. De glimlach op haar gezicht straalde als een zonnetje en de zwaaiende beweging zag er erg enthousiast uit. Deze persoon herkende ze als haar dierbare zus Yela. Naast haar zag ze een mede Kafshë staan die een skateboard onder een van zijn armen hield. In vergelijking met Yang waren zijn oren iets ronder en had hij een oranje gestreepte staart. Eentje waarvan je dacht dat het misschien afkomstig was van een soort tijger. Dit was Yela’s beste vriend Rody.
Bij het herkennen van deze twee wezens verscheen er een brede lach om haar lippen. ‘Oh Yela!’ riep ze en zwaaide waarna ze de jongeman achter haar wuifde om mee te lopen. ‘Kom dan stel ik je voor aan mijn zus!’ Nog voor de jongen had kunnen reageren rende de roodharige er vandoor richting de twee. Bij hen opende ze haar armen en vloog Yela bijna omver toen ze haar omhelsden. ‘Yeeeelllllaaaaaa.’ Sprak ze en hield het meisje stevig vast terwijl ze als een kat met haar wang over Yela’s sleutelbeen wreef. Ze zag haar zus natuurlijk wel vaker dan een keer op een dag. Dus ze gaf haar niet steeds een knuffel zoals deze. Maar soms dan had de roodharige de behoefte om het meisje helemaal dood te knuffelen. Of vond ze het gewoon komisch om te doen. En vaak was het een mengeling van beide.
Na deze uitbundige begroeting liet Yang haar zus los. De twee keken elkaar enkele seconden aan om daarna samen in de lach te schieten. De schater lachen klonken over het plateau en sommige wezens keken grijnzend hun hoofd schuddend op. Toen de twee waren uitgelachen wreef Yang een traantje uit haar oog en keek nog zachtjes grinnikend op naar Drake. ‘Sorry, dat moest gewoon even.’ Hierna keek ze op naar Rody en hief haar hand op voor een highfive. ‘Juw, Rody!’ De twee handen raakten elkaar waarna Yang haar handen in haar zei plaatsten en tevreden knikkend naar de wezens keek.
In vergelijking met Yang had Yela aardig wat vrienden. Rody was dan wel écht haar beste vriend maar ze had altijd wel iemand waarmee ze lol kon hebben. Yang zelf had ook wel ‘vrienden’ maar dat was voornamelijk omdat ze mee werd gesleurd in de vrienden groep van Yela en Rody. Ze vond de wezens wel aardig en lachten vaak mee maar toch was er een bepaalde afstand die ze hield tussen zichzelf en anderen. In het begin was dit nog erger maar met de jaren was het minder geworden. Echter na het gebeuren met Liam was het weer wat ‘scherper’ geworden. Ze sprak amper over haar verleden of dingen die haar echt emotioneel wat deden. Om nog maar niet te beginnen over haar duistere kant. Daar sprak ze bijna nooit meer over.
Met andere woorden liet ze haar minder vrolijke kant amper nog aan de clan zien. Het waren Yela, Jaden, Eluria, Celeste en Puff waarbij ze wel nog aanklopten als ze zich slecht voelden. Hen vertrouwde ze, aangezien deze wezens hadden bewezen dat ze haar niet lieten vallen. Maar zelfs al had Celeste gezegd dat ze de clan kon vertrouwen, toch merkte ze dat ze het lastig vond om die kant van zichzelf te laten zien. Elke keer als Aljah of Liam voorbij liepen was er weer die afwezige pijn aan de herinnering van toen. Ze deed dan wel alsof het haar niks deed, alsof ze er vrede mee had en gewoon haar blik weer richten op iets wat haar blij maakten. Maar toch was het soms nog moeilijk, zelfs nu het al een lange tijd terug was. Sommige dingen, sommige pijnlijke emoties, gingen misschien wel nooit helemaal weg.
Op dit moment voelde ze zich gelukkig goed en begon dus haar zegje. ‘Alright you all!’Zei ze en wees met een open hand naar Drake. ‘Dit is een nieuweling die in vanochtend binnen heb gebracht. We zijn echt nét terug van Celeste en hij mag blijven.’
Haar ogen gleden naar Drake en ze wees nu met haar andere hand, ook geopend, naar de twee wezens tegenover hen. ‘Drake, dit zijn Yela, mijn zus zoals ik al had gezegd, en Rody, haar beste vriend.’
Vervolgens keek ze weer naar de twee en gebaarde naar Drake. ‘Yela, Rody, dit is Drake. En ik!’ Bij het laatste woord wees ze met haar duim naar zichzelf en stak triomfantelijk haar kin in de lucht. ‘Ik ben zijn gids!’ Weer plaatsten ze haar handen in haar zei en straalde kort een sfeer vol zelfvertrouwen uit. Het was immers, vond zij, een eer als je voor de eerste keer iemand kreeg aangewezen om rond te leiden. Het was toch heel wat anders dan de aardappelen uit de grond halen of de appels plukken, toch?
Terug naar boven Ga naar beneden
Moonchild

Moonchild


Aantal berichten : 85
Registratiedatum : 02-10-16
Leeftijd : 26

Chapter 1 the beginning Empty
BerichtOnderwerp: Re: Chapter 1 the beginning   Chapter 1 the beginning Icon_minitimedi jul 11, 2017 2:42 pm


Chapter 1 the beginning 016f66ee8a1f0cd3eb2beaecec88a719
Was het gek dat Drake zich iets afvroeg.. Dat hij zich de vraag stelde of dit wel het juiste pad was. Zou dit hier zijn nieuwe thuis worden? En wat zou het hem geven. Was deze meid genaamd Yang.. wel echt de Yang waar hij ooit zielsveel van gehouden had? Het meisje waar hij zich veilig en vertrouwd kon voelen. Hij zou dat alles met dit meisje hier.. opnieuw moeten opbouwen ze zou hem moeten leren kennen. Zou hij nu de fout niet maken door gewoon wat eerder over zijn verleden te vertellen? Er ging een misselijke rilling door zijn lichaam heen bij die gedachte. Misschien toch maar niet. Zijn ademhaling was erg rustig en de sfeer van Celeste stelde hem gerust. Dat ze vanalles van hem wist.. nu al, beviel Drake helemaal niet. Het liefst zou hij om die reden deze tent snoeihard uit rennen. Of haar aanvallen en zorgen dat zijn geheimen nooit boven water kwamen. Geheimen uit een duister verleden waarbij hij had moeten moorden, De duistere nachten op een betonnen vloer. Enkel de ijzeren kettingen om zijn polsen te warmen. Niet echt kunnen slapen, eigelijk wachtend tot het allemaal voorbij zou zijn. Totdat de deur open ging van de kelder en hij daar zou staan met die enge grijns. Drake.. als jongetje kon hij weg kruipen in een hoekje, maar het zou geen zin hebben.

Drake werd in de korte gedachtengolf verstoord doordat Yang zich verslikte in haar thee. Drake slikte en keek haar even aan, de ogen van de jongen spraken boekdelen. Ze zou niet zien wat hij had gedacht, maar de blik van Drake was niet erg aangenaam. Kort daarna vroeg Celeste om de naam van Drake, de jongen glimlachte schuin. Hij rees zijn borst een beetje waardoor hij trotser en zelfverzekerder overkam. Buiten al zijn problemen uit het verleden.. hij was hier voor de toekomst en daar mocht wel wat power bij. De zon scheen naar binnen terwijl de jongen zijn naam zeker uitsprak, en dat ze hem Drake konden noemen. Hij dacht in zijn ooghoek Yang even te zien kijken, maar sloeg het gade. 'Yang liefje,’ hoorde hij Celeste opnieuw spreken. Drake luisterde naar wat ze te zeggen had en was ook nieuwsgierig naar de laatste woorden. ‘Jij bent voor de aankomende weken zijn gids.’ Drake moest een lach onderdrukken door de reactie van het meisje. Drake keek Celeste met een knik aan met de reactie dat hij het accepteerde. ‘Je hebt me wel gehoord Sundancer. Hop, hop, begin maar waar je hem gevonden hebt.’ Drake grinnikte even zachtjes. Een hand gleed door het ravenzwarte haar heen zodat het minder voor zijn ogen hing, waarna de jongen het meisje met wat verwachting aankeek. ‘Laten we dan maar gaan anders halen we Celeste uit haar concentratie.’ De jongen knikte. ''Alright.''

Samen liepen Drake en Yang naar de uitgang. Toen ze eenmaal buiten waren keek Drake eigelijk pas voor de eerste keer goed rond. Iedereen was blijkbaar bezig voor een soort feest? Hij was nieuwsgierig naar wat er ging gebeuren, wie waren er bij betrokken. Het was vreemd voor hem dat hij er eigelijk niemand kende. Zo had hij op school vaak genoeg gehad dat hij naar iemand toe kon lopen om het te vragen, ach.. hij had dan wel Yang, maar het bleef vreemd voor de jongen. Daarbij had je hier veel meer halfwezens, of wezens die niet eens meer op mensen leken. Dat terwijl er op school veel meer mensen waren geweest. Elk schattig gebouwd huisje was versierd met prachtige slingers en kleuren. De begroeiging van de bomen en planten zat verweven met het houtwerk. Er stonden tenten en kraampjes overal rond de open plek en iedereen was druk en gezellig aan het kletsen. Drake had zoiets als dit.. nog nooit gezien. Hij keek om zich heen en voelde zich ergens diep van binnen.. intens gelukkig. Alsof hij eindelijk thuis was na een lange en vermoeiende reis. Je zag sommige mensen naar hen zwaaien. Er stonden groepjes te kletsen en wat lekkers te eten. Kinderen rende met zwaardjes achter elkaar aan. Vrouwen die elkaars jurk lieten zien, een grote halfleeuw stond met een soort nimf te praten. Hij had een groot glas bier in zijn klauwen, terwijl de manen in de wind waaide. Hij hoorde ergens verderweg ook iemand zingen, maar dat was niet hier. Hier speelde een zacht rustig deuntje die bij de sfeer paste, je zou het omschrijven als keltische folk. Hij keek omhoog waar je de zon door de bomen heen zag komen in lange blije stralen. Het groen van de bladeren gaf een magisch filter over het geheel. Bijna het gevoel alsof hij zich in een droom bevond. Ook zag hij trapladders, kleine bruggetjes en plateaus met huizen er op. Je zag er wezens op lopen met manden of vergezeld door vriend of familie. Het was rumoerig en zeker gezellig onderling bij alle mensen. Toch kreeg hij af en toe een nieuwsgierige blik toegeworpen. Hij bleef hier wel een nieuw gezicht, een vreemdeling. Toch leken ze hier wel gewend aan te zijn, dus werd er geen hectiek om gemaakt. ‘Sooooo…’ hij keek opzij naar Yang, die zo te zien nog iets aan hem kwijt wilde. Hij zag haar beweging en de uitdrukking op haar nu vrolijke gezicht, deed hem veel meer denken aan de Yang die hij ooit gekend had. Dit was vreemd, maar het gaf de jongen op hetzelfde moment een erg vertrouwd gevoel. ‘Aangezien ik je gids ben en onze eerste ontmoeting niet zo…’ Drake grinnikte om wat ze impliceerde. ‘Vredig was.’ hij had haar zien nadenken. ‘Laten we overnieuw beginnen.’ Hij knikte met een kleine glimlach. ‘Ik ben Yang Valkery. Aangenaam! Hopelijk kan ik je de clan goed laten zien.’ Drake moest lachen om haar gekkigheid en het gaf hem een warm gevoel van binnen om haar zo te zien, ze vond het duidelijk spannend. Hij pakte haar hand vast en voelde hoe sierlijk deze was, maar ook een beetje eelt door het vele gebruik. Dit waren de handen van iemand die veel buiten was en zo ook hiervan genoot. Ze voelde aan als de kussens op je bed, want ze waren ook warm en comfortabel. ‘Don’t do stupid stuff tho.’ Drake keek haar wat uitdagender aan. ''Dacht je dat ik dat van plan was dan?'' Het kopje tegen zijn schouder was nieuw, maar niet onaangenaam. ‘Niet zonder mij in ieder geval. I don’t want to miss all the fun so,’ Drake grijnsde. ''Oh deary, u know nothing yet.'' en misschien zei hij dit meer inzichzelf dan tegen haar. Nog voor ze kon reageren op zijn woorden hoorde je een stem de naam van Yang roepen. Drake keek alert op naar waar het vandaan kwam. Het waren twee personen die Drake niet kende. Een meid van ongeveer dezelfde leeftijd had gezwaaid en Yang haar naam geroepen. Ze was lang, ongeveer 1.80 en had korte blonde krullen die op en neer danste wanneer ze met haar hoofd bewoog. Drake voelde iets geks zodra het meisje hem aan keek. Een soort warme walm, alsof zij ook al meer van hem wist, aar toch ook niet. Haar turquoise ogen wisten hem gelijk te pakken en hij voelde zich onthand. Toch wist hij dit natuurlijk te verbergen door zijn eeuwen oude masker.. al was dat het juist. Het klonk gek, maar het was net alsof zij wist hoe dit masker in elkaar zat. Het was heel anders dan bij Celeste, want zij wist het van iedereen blijkbaar.. maar deze twee leken iets anders over zich te hebben. Alsof ze nu samen in een oneindige zwarte ruimte stonden.. onder hen enkel leegte. Gevangen in de tijd en ruimte waarvan niemand wist. Drake sloot zijn ogen en het hield op. Daarna keek hij naar de persoon die erbij stond, hij was blijkbaar een soort tigerguy en Drake vond eigelijk dat hij er wel gaaf uitzag. ‘Oh Yela!’ riep Yang vrolijk. ‘Kom dan stel ik je voor aan mijn zus!’ Drake was een moment verbaasd. Zus? Yang had in het vorige universum ook geen zus gehad, wie was ze? ‘Yeeeelllllaaaaaa.’ zo snel als de wind rende ze naar de twee toe en vloog Yela in de armen. Yela ving haar op en omhelsde haar zusje stevig. Na de en tijdens de knuffel moesten ze erg lachen en Rody grinnikte even. ‘Sorry, dat moest gewoon even.’ ''Ohh, thats fine sis, dat weet je toch.'' Hierna keek Yang op naar Rody en hief haar hand op voor een highfive. ‘Juw, Rody!’ De jongen gaf er enthousiast een terug. De drie vrienden hadden hun begroeting afgerond en je zag ze lachen. Drake naderde voorzichtig maar wel met zelfverzekerde blik. Hij had zijn handen in de zakken van zijn broek en keek de drie even aan. ‘Alright you all!’ Zei Yang en wees met een open hand naar Drake. ‘Dit is een nieuweling die in vanochtend binnen heb gebracht. We zijn echt nét terug van Celeste en hij mag blijven.’ Drake glimlachte even. ‘Drake, dit zijn Yela, mijn zus zoals ik al had gezegd, en Rody, haar beste vriend.’ Drake knikte. ''Yeah.. de naam Yela was me al duidelijk inderdaad.'' zei hij en keek het meisje aan. Ze was net even kleiner dan hij nu de jongen voor haar stond.

Yela keek ook hem even aan met een schuine blik, alsof ze leek na te denken. ‘Yela, Rody, dit is Drake. En ik!’ Yela hoorde haar zusje enthousiast spreken over hoe ze zijn gids was en ze stond eigelijk zoals gewoonlijk te stuiteren. Haar blonde haren waaide in de wind terwijl ze de jongen strak aan keek met de armen over elkaar. ''Hm.. Drake zeg je? Interessant.'' Ze stapte dichterbij en liep even om hem heen met een onderzoekende lik. Waarscheinlijk tot de verbazing van Yang, liet de jongen ook toe hoe ze even aan zijn haar voelde. Het was een seconde en voor niemand zichtbaar, maar in de ogen van Yela stond trots. Alsof ze trots was op een schilderij of nummer wat ze gemaakt had en het nu toch echt het mooist was, wat ze tot nu toe gemaakt had. Er hing een bepaalde spanning. Drake wreef door zijn haar en voor hem was het een gek gevoel. Yela kwam achter de jongen vandaan en glimlachte nu vriendeijk naar de jongen. ''Welkom hier Drake. Ik hoop echt dat je het naar je zin zult hebben en..'' Ze slikte even waarna ze hem echt aankeek. ''en dat je je thuis nu echt gevonden hebt.'' Drake hief zijn wenkbrauwen. Een thuis? Misschien had hij nooit ergens een echt thuis gevoel gehad, waarom zou dat nu wel zo zijn dan? Hij was even verward. ''Yaahh, het is hier chill gast, ik denk dat je het hier wel awsome gaat vinden.'' zei Rody met een grijns terwijl hij zijn skateboard om de as draaide. ''Ehh trouwens, weet iemand waar ik mijn spullen dan kan laten en.. misschien een slaap plek kan krijgen?'' sprak Drake. Hij had de zwarte rugtas om zijn schouder gehangen toen ze de tent weer hadden verlaten. Yela glimlachte en knikte. ''Yup, er zijn altijd lege hutten beschikbaar voor nieuwe leden van de clan. We zullen je er even naartoe brengen en daarna.. Hm, Yang jij bent zijn 'gids' dus jij mag kiezen waar we daarna naartoe gaan.'' Sprak ze vriendelijk. Ze wreef Yang over haar bolletje tussen de oren en liep hen voor naar de hutten toe. Terwijl ze liepen keek Yela even naar de grond. Ze dacht na over wat ze net had gevoeld. Ze was niet verliefd dat wist ze zeker. Dit was anders. Toch was het raar wat haar was overvallen bij Drake. Ze had nou eenmaal spirituele gaven en daar kon ze op haar manier mee omgaan, maar het was nog nooit zo in haar gezicht geduwd. Het was alsof ze vanaf een afstand Drake op een hele andere manier had gezien. Ze kende hem net.. Maar het rare gevoel was gewoon alsof ze hem letterlijk had zien opgroeien, alsof ze hem zijn hele leven al kende maar hij niet haar.. heel bizar. Ze keek op toen ze langs de trappen en bruggetjes waren aangekomen bij de hutten. Ze zag haar eigen huis waar ook haar pleegmoeder, pleegbroer en Yang woonde. Een blok daar achter woonde Rody en zijn broer. Yela had de laatste tijd wel het gevoel een eigen hut te willen nemen, maar daar wilde ze haar pleegmoeder echt voorzichtig mee benaderen, maar ze had nog niet het goede moment kunnen vinden. Ze sloegen rechtsaf over de planken die een beetje kraakte onder hun voetstappen. Hier had je een aantal kleinere hutten die ook speciaal waren voor de eenlingen uit de clan die liever op zichzelf wilde wonen of de eerste periode nog even een eigen plekje wilde. Het was altijd mogelijk om later in een groter huis te gaan met meerder mensen.

Drake keek rond de hutjes en glimlachte even. Het zag er best schattig uit en je leek genoeg ruimte voor jezelf te hebben. ''Kies maar uit.'' sprak Yela tegen hem en ze zwaaide even met haar hand. Drake liep naar een hutje die het meest rechts lag van de cirkel. De deuren van de hutjes stonden open als er nog niemand woonde, dus hij kon zo naar binnen lopen. Binnen zag je een kleine schattige woonkamer, comfortabele bank en een klein kookstel. Achter een gordijn die half open stond was een hangmat tezien. Een deur leidde naar de badkamer. Het was klein, maar genoeg voor een persoon om te leven. Drake glimlachte, het had wat weg van zijn oude kamer op de academie. Het kookstel was wel nieuw voor Drake. Op school kon hij altijd eten halen in de grote zaal namelijk. De jongen slaakte een zucht en zette de tas op de kleine eettafel. Er stonden twee simpele stoelen bij. Het was allemaal prachtig begroeit met planten en er zat een heerlijke sfeer in. Het tafeltje zelf stond zelfs naast een soort balkon waarbij je kon uitkijken over het gebied. Dit was voor Drake een groot pluspunt want hij vond het heerlijk om over dingen uit te kijken. Hij had vaak genoeg op het dak, in en raam of op balkonnen gestaan. Kijkend naar wat er onder hem gebeurde, hoe de vogels vlogen en de zon die onderging. ''Yup.. hier ga ik me wel redden.'' sprak de jongen tevreden. Yela glimlachte en keek naar Yang. Haar zusje was me er eentje, spring in het veld. Het verbaasde Yela niet erg dat ze de jongen had mee genomen, ze was altijd nieuwsgierig en kon daarom gek uit de hoek komen. Dat terwijl Yela dat juist geweldig vond en vaak om haar moest lachen, ze konden de grootste lol hebben samen. ''Nou Yang, wat wilde je Drake als eerste laten zien?'' zei ze met een stralende glimlach.
Terug naar boven Ga naar beneden
Ruby
Admin
Ruby


Aantal berichten : 72
Registratiedatum : 01-10-16
Leeftijd : 28
Woonplaats : In my own world~

Chapter 1 the beginning Empty
BerichtOnderwerp: Re: Chapter 1 the beginning   Chapter 1 the beginning Icon_minitimewo jul 26, 2017 3:50 pm

Chapter 1 the beginning 117wajc
‘Oh deary, u know nothing yet.’ Die woorden, ook al waren ze niet perse tegen haar bedoeld, waren haar zeker niet ontgaan. Ze hadden er voor gezorgd dat er even een kleine grijns om haar lippen sierde terwijl ze zich weer omdraaide. Ze kende de jongen wellicht nog niet eens een uur. Maar ze had z’n vermoeden, een voorgevoel, dat deze jongen echt niet alleen over lieve bloempjes praten. Hij had een soort afwezige badboy vibe. Wat je deed denken aan de ruige jongens in de afgelegen straten van Tentoria City. Celeste had dit waarschijnlijk ook aangevoeld. En was dit een van de vele redenen waarom ze haar, Yang zelf, had aangewezen als zijn gids.
Het meisje met de schattige katten oren zag er misschien op het eerste gezicht uit als een spring in het veld. Met haar enthousiaste bewegingen en vrolijke glimlach. Om nog maar niet te spreken over haar kleine lengte. Maar niets was minder waar. Zoals sommige in de clan wist Celeste van haar verleden af. Een verleden waarbij ze had geleerd met de grote jongens te stoeien en net zo ‘badass’ te zijn als de echte ruige gozers. Deze badass houding kwam maar amper naar voren in de clan. Iedereen was hier vriendelijk en het was simpel weg niet nodig om z’n houding aan te nemen. Zelfs bij trainingen was ze nog altijd die vriendelijke stuiterbal. Het enige waarin haar badass houding daar doorschemerde was door haar enorme zelf controle in haar houding en heel haar lichaam. Alsof ze elk spiertje in bedwang had. En haar eng gefocuste blik die altijd haar tegenstander nauwlettend in de gaten hield. Als een kat die haar prooi in het zich had. Klaar om elk moment aan te vallen of zich te verdedigen. Dit waren twee dingen, die zelfs al probeerde ze het, ze niet los kon laten bij trainingen. Het zat gewoon in haar systeem gebrand. Zoals een brandmerk voor altijd op je huid zou blijven. Permanent.
Maar zoals genoemd was dit in het dagelijkse clan leventje nooit echt nodig. Wat ook bleek door haar enthousiaste reactie op haar zus die volgde door een grote knuffel. Zoals altijd deed haar zus gewoon mee. Ze waren dan misschien niet bloed verwanten maar Yela voelde wel echt als haar zus aan. Soms was Yela de oudste, dan was ze weer de jongste en vaak waren ze een tweeling. Hun band was uniek en Celeste had het niet verkeerd gehad toen de vrouw dacht dat de twee het vast goed konden vinden. Van Yela ging Yang naar Rody om uiteindelijk de allemaal voor te stellen en haar zegje verder te doen. Ze had gezien hoe de jongen voorzichtig naar hen toe was gelopen. Maar de blik in zijn ogen zei dat hij zich niet timide voelde. Dat was ook wel erg lastig aangezien iedereen hier erg open en tolerant was.
Met een nieuwsgierige glimlach keek Yang toe hoe de andere twee zich naar de nieuwe jongen keerde. Yela leek na te denken, althans dat was zichtbaar aan haar schuine blik. Vervolgens herhaalde ze zijn naam en sprak het woord ‘interessant’ uit. Hierbij schoten Yang haar wenkbrauwen even omhoog aangezien Yela dat vaak alleen zei als ze iets kunstzinnigs zag. Bij deze gedachten keek Yang even naar de jongen, zich afvragende of hij misschien ooit eens op een schilderij had gestaan. Terwijl ze naar hem keek zag ze hoe Yela om hem heen liep en haar hand uit stak om zijn haar aan te raken. Zich herinnerende hoe hij het vond toen zij hem aanraakten bracht ze haar hand al omhoog en opende haar mond om iets te doen of te zeggen om Yela tegen te houden. Maar de roodharige was niet snel genoeg dus met een korte gezichtsuitdrukking van ingehouden vrees trok ze haar handje krampachtig terug. Om ze vervolgens heel smooooooth, alsof ze niks had gedaan en gewoon geïnteresseerd toe keek, onder haar kin te vouwen met een vinger gelegen op haar lippen. Toen Rody haar vragend aan keek trok Yang haar wenkbrauwen op alsof ze niet begreep waar hij op doelde. Alsof ze echt gewoon, diep geïnteresseerd, dit tafereel bekeek.
Niks vreemd hoor, niet dat ze iets wilde verhinderen… Neee totaaaal niet. Gewoon geïnteresseerd alsof ze een moeilijk schilderij bekeek. Ja. Precies. Helemaal dat.
Gelukkig, tot haar totaal niet grote opluchting, vond de jongen het prima. De sfeer die daarna over de twee heen trok zorgde er voor dat Yang deze keer voor het echt haar ogen samen kneep en ze goed bekeek. Het was een soort spanning. Alsof het universum twee verbonden zielen bij elkaar had gebracht en er een soort energie van af stroomden. Het was Rody die haar uit haar trans haalde toen ze voelde hoe hij in een van haar oren blies. Met een rilling ging ze even heel recht staan om Rody daarna quasi boos aan te kijken. Om vervolgens naar zijn oren te reiken, proberende om die vast te pakken. Na wat kort, onopgemerkt, gestoei gaf ze het op en gaf hem maar een harde stomp tegen zijn schouder.
Terwijl Rody met een pijnlijk gezicht zijn schouder vast pakte en Yang met een onschuldige brede lach weer rechtstond kwam Yela vanachter de jongen weer tevoorschijn. Met een vriendelijke glimlach heten ze de jongen welkom vervolgd door een set woorden met een bepaalde energetische lading. Hierdoor fronste Yang alweer. Wat was hier aan de hand? Ze wist dat Yela ‘open stond’ maar dit kon ze niet bevatten. Misschien moest ze laten het maar aan haar zus vragen. Alsof het universum vond dat de roodharige genoeg had gepiekerd werd haar aandacht getrokken door Rody die nu zijn voorstel woorden zei. Vervolgens keek ze naar de nieuwe jongen die sprak over zijn spullen en een slaap plek. Nog voor ze kon antwoorden. Ze wilde al roepen dat hij wel in Jadens bed kon slapen. Had Yela gereageerd, sprekende over de legen hutten. Met een zelf spottende oogrol knikte Yang instemmend. Natuurlijk. Ze hadden hutten voor dit soort dingen. Dat ze daar zelf niet aan had gedacht.
Met een lichte verbaasde knippering van haar oogleden, alsof ze was verzonken in haar gedachtes, keek ze op toen Yela haar naam zei. Bij de woorden knikte ze vast beraden en kreeg een aai over dr hoofd. Hierbij bewogen haar oren ook wat en glimlachte ze vriendelijk naar haar zus. Deze draaide zich om en begon te lopen richting de hutten. Yang, die een beetje in gedachten verzonken was over wat ze dadelijk als eerste zou laten zien, liep achteraan en sloot de groep. Ze vertrouwde erop dat Yela zeker wist waar ze heen ging. Dat was eigenlijk wel van zelf sprekend aangezien ze, net als zijzelf, al enkele jaren in de clan woonden.

Na vele bruggetjes, sommige meer krakender dan de andere, kwamen ze uit bij de leef hutten. Deze sector lag een stukje van het centrum af maar was nog wel onderdeel van de stad. Ze kwamen langs haar eigen huis. Even keek Yang op of ze haar moeder of Jaden zag maar er leek niemand thuis te zijn. Het enige wat ze zag was dat hun oude buurvrouw buiten in haar stoeltje zat te breien. Met een klein gebaar zwaaide Yang en ze kreeg een zwaai terug waarbij het vrouwtje lachten.
Uiteindelijk sloegen ze rechtsaf en kwamen ze uit bij een soort klein rond pleintje. Aan dit pleintje zaten verschillende kleine loopbruggetjes vast en aan deze bruggetjes zaten weer kleinere huisjes vast. De vorm van het pleintje volgende stonden de huisjes in een cirkel er omheen. Het was geen heel ruim wonen maar het was ruim genoeg om als eenling in te verblijven. Yang zelf had nooit in z’n hutje gewoond omdat ze eigenlijk direct al een gezin toegewezen had gekregen. Mede door haar omstandigheden en door haar leeftijd. Toen der tijd had ze dat totaal niet erg gevonden en nu vond ze het nog niet erg. Ze had niks te klagen en leefde graag met haar familie in het huisje.
Met een hupsje kwam ze naast de groep staan en zag nog net hoe Yela een gebaar maakten. Vele deurtjes van de hutjes stonden open als een teken dat er nog niemand woonden. De deuren verschilden van houten deuren, tot doeken die er voor hingen en heel soms zag je zelfs een stuk oud verroest blik. Wat waarschijnlijk nog afkomstig was uit de tijd voor The Downfall. Erg zeldzaam maar niet erg bruikbaar dus werd het gebruikt voor nutteloze dingen zoals dit. Ze zag de jongen rond kijken en uiteindelijk liep hij naar het huisje toe waar de meeste zonneschijn door het blader dek hoog boven hen heen scheen. Een goede keuze vond Yang en ze knikte in goedkeuring. Eigenlijk wilde ze hem volgen en nieuwsgierig haar kop naar binnen steken. Maar ze besloot samen met de drie te wachten en de jongen een momentje voor zichzelf te laten hebben. Het huisje was vast klein maar hopelijk net groot genoeg. Er zouden veel planten groeien maar ook veel planten naar binnen groeien. Bij deze realisatie bedacht Yang zich dat er ook giftige planten konden zijn. Al u wel, als het goed is werd daar op gecontroleerd. Maar wanneer dat voor het laatst was gebeurt had ze echt totaal geen weet van. Daarbij konden sommige planten erg snel groeien. En het kon zijn dat er dingen misten in het huisje, waar zij dus vervolgens voor moest gaan zorgen.
Dus door al deze gedachten besloot ze toch maar even binnen te kijken. Gewoon voor het geval dat. Met een glimlach naar de andere twee clan leden zetten ze een stapte naar voren en liep over het bruggetje richting het huisje. Hier aangekomen glipte ze door de deuropening en hoorde de jongen net iets zeggen. Er zat een tevreden klank in zijn stem. Eentje waardoor Yang het niet kon laten warm te glimlachten. ‘Aah mooi.’ Sprak ze dan ook, wellicht iets onverwachts voor de jongen aangezien ze er opeens stond. Toen hij haar aan keek hield ze haar handen onschuldig omhoog om daarna te wuiven. ‘Don’t mind me. Ik kom alleen even wat dingen checken.’ Legde ze uit terwijl ze wat kastjes open maakten en er in keek. Bij sommige hoge keuken kastjes moest ze op haar tenen gaan staan om er net in te kunnen kijken. Thuis zou ze op het aanrecht klimmen maar bij een vreemde deed ze dat toch maar niet. ‘Check. Check. Check.’ Mompelde ze en opende de deur naar de badkamer. Hier was vaak bepaald prikkend mos of schimmel te vinden door de vochtigheid. Als je daar met je voeten in ging staan was je nog niet jarig. Het was niet dodelijk maar fijn was anders. Hierom keek ze dan ook even goed onder de wasbak en in de douche om er zeker van te zijn dat dat prikmos er niet was. ‘Check!’ Kwam er goedkeurend uit en ze liep alweer de badkamer uit. Een lach sierde om haar lippen en ze keek naar de jongen. ‘Als je iets nodig hebt, of iets niet weet kan je het altijd vragen. Een water punt om je drinkwatervat te vullen is hier erg dichtbij. We zullen er zo even langs lopen en dan kan je vanavond water halen.’ Ze rolde met haar ogen en een scheve grijns verscheen. ‘Of wanneer je daar zin in hebt… Maar goed,’ Ze schudden haar hoofd en klapte kort in haar handen waarna ze naar de deur liep. ‘We hebben nog veel te zien dus laten we hier niet te lang wachten. Je ziet er in ieder geval nog niet super moe uit, sooooo… lets go.’ Met nog een brede glimlach zijn kant op liep ze weer door de deur opening naar buiten richting Yela en Rody.

Toen de jongen weer bij hen was vroeg Yela, met haar vertrouwde stralende glimlach, wat Yang als eerste aan hem wilde laten zien. Hierop knikte ze en wees richting het westen. ‘Laten we eerst even lang het gezamenlijke drinkwaterpunt gaan. Die waar wij ook vaak drinkwater halen weetje wel.’ Ze wuifde en deze keer liep zei voorop. Met een rechte houding, een kleine krul in het puntje van haar staart en opgewekte omhoog stekende oren liep ze over de bruggetjes. Aan haar energie en houding, als je Yangs katachtige trekjes kende, was te zien dat ze erg opgewonden was. Ze vond het immers leuk om de clan te helpen. En ook al had ze het nog nooit gedaan, iemand rondleiden leek haar toch wel een van de meest vermakelijke klusjes.
Op een gegeven punt keek ze achter zich, glimlachte en pakte zonder pardon de jongen zijn pols vast. Hiermee trok ze hem iets naar voren zodat hij naast haar kwam lopen. ‘Zo eng ben ik niet,’ Grijnsde ze en keek schuin omhoog. ‘Ja op deze manier kan ik beter uitleggen wat er te zien valt.’ Een lach klonk waarna ze om zich heen keek en richting een bruggetje wees, negentig graden links van hen. ‘Als je die kant op gaat kom je negen van de tien keer uit op het hoofdplein. Dat ene grote plein waar we net waren dus. Dat is praktisch het centrum van de stad. En als je dan dat kleinere bruggetje pakt rechts er van,’ Haar vinger gleed door de lucht iets naar rechts, in ongeveer een hoek van zestig graden. ‘En dan steeds maar rechtdoor gaat kom je bij een groep huisjes uit. Bij het huisje waar de fel roze rozen bij de deur bloeien woon ik samen met Yela, mijn ma en Jaden. Dus daar kan je aankloppen als je iets nodig hebt.’ Ze knikte en keek schuinrechts van zich. ‘Maar eerst wilde ik je het drinkwaterpunt laten zien.’ Ze wuifde en sloeg schuinrechts af een iets breder bruggetje op.
Onder het lopen bedacht ze iets wat ze kon vertellen en keek de jongen weer kort aan voordat ze begon te praten. Zeker wetende dat ze zijn aandacht had. ‘Het water wat in de badkamer word gebruikt komt rechtstreeks uit de tobbe boven op je huisje. Wat betekend dat het regenwater is. Dit water word natuurlijk wel een beetje gezuiverd door de vele bladeren. Maar we gebruiken toch vaak gereinigd water om te drinken. Je kan het proberen te drinken, dat regen water, maar de gene die het probeerde zijn er vaak niet veel beter van geworden.’ Ze rilde en grinnikte. Weer liep ze een bruggetje op, nam weer een afslag om uiteindelijk bij een iet wat groter pleintje te komen. In het midden van het pleintje stond een groot soort huisje gemaakt van hout. In het huisje waren geen ramen of deuren te zien. Wel stond er een wand trappetje tegen aan die helemaal naar boven ging. Ook waren er op sommige plekken, bijna helemaal beneden, een soort tap systemen. Dit alles was gemaakt van hout en veel van bamboe.
‘Alrighty!’ Ze nam een stapje naar voren en draaide een soepel rondje om haar as. Zo kwam ze in de positie dat ze de groep aan keek. Ze stak een van haar handen uit richting het huisje en begon te praten. ‘Dit hier is een van de vele drinkwaterpunten. Zoals ik al had gezegd is regenwater drinken niet verstandig. Dit water, wat niet besmet is met negatieve materie of enige nare dingen, komt recht uit de water tempel. De enige plek waar echt zuiver drink water is. Natuurlijk is een beetje regen water drinken niet erg maar ik raad je aan het niet te vaak te doen. Om de zoveel tijd komen er clansleden met grote bakken water om deze zo genaamde tank te vullen.’ Ze wees naar het trappetje. ‘Een best wel zwaar klusje en dit word dan dus ook gedaan door de erg gespierde onder ons…’ Even fronste ze en herinnerde zich de keren dat ze mee wilde helpen maar niet kón helpen. Want zelfs voor haar waren die vele emmers met water tillen toch net iets te zwaar.
Terwijl ze, misschien maar een seconde, zo had gestaan draaide ze zich weer om en hurkte bij een van de tapsystemen neer. Ze waren best wel breed, zeker z’n tien centimeter. De bamboe stokken waren dan ook niet echt smal te krijgen hier in het bos. ‘Dit is een kraantje. Het werkt een beetje anders dan de kranen in de stad… Uuh…’ Ze glimlachte onschuldig. ‘Voor het geval je daar vandaan komt enzo.’
Vervolgens wuifde ze Drake om te komen kijken. ‘Als eerste moet je de eerste grip er af halen.’ Ze pakte het meest bovenste kraantje vast wat dichtbij het watervat zat. Deze draaide ze naar rechts en trok ze daarna omhoog. ‘Dan komt er water via de tank in de pijp. Vervolgens haal je de tweede grip er af.’ Haar hand gleed via de pijp naar benden en ze herhaalde dit draaien en omhoog trekken bij het tweede soort kraantje. ‘Dan als laatste de derde. Deze kan je beter niet geheel open doen omdat de druk van het water nogal sterk kan zijn. Het licht er natuurlijk aan hoe vol de tank is maar toch.’ Ze pakte met haar hand het laatste kraantje vast en herhaalde de beweging. Bij het omhoog trekken deed ze wat voorzichtiger zodat er maar een kleine sikkel vormige opening kwam aan de onderkant van de bamboepijp. Met een flinke druk kwam er dan ook een klein straaltje uit. ‘Tadah! Drink water.’
Met een brede lach keek ze op en haalde haar hand van het tapsysteem af. Vervolgens pakte ze de hand van de jongen en legde deze op het soort van kraantje. ‘Nu jij. Gewoon dichtmaken zoals ik het geopend heb maar dan achterstevoren.’ Ze keek hem kort aan en merkte niet eens dat ze nogal dicht bij mekaar zaten. Beide gehurkt om het kraantje heen. Ze glimlachte naar hem en keek weer naar het kraantje. ‘Drink water is immers een van de belangrijkste levensmiddelen. Dus ik wil zeker weten dat je weet hoe dit werkt. Als je ze dicht hebt gemaakt mag je ze ook weer open maken en nogmaals sluiten.’

ooc: idk of ze int huisje stonden of nie, maar he et ff zo gedaan lawl.
Terug naar boven Ga naar beneden
Moonchild

Moonchild


Aantal berichten : 85
Registratiedatum : 02-10-16
Leeftijd : 26

Chapter 1 the beginning Empty
BerichtOnderwerp: Re: Chapter 1 the beginning   Chapter 1 the beginning Icon_minitimezo aug 20, 2017 5:14 pm


Het kraken van de oude houten vloer deed Drake goed. Het geluid deed hem denken aan een lang verloren thuis waar hij ooit als kind gelopen had. De boomhut achter de grote villa van zijn ouderlijk huis. Aan de rand van een bos, grenzend tussen dit bos en een prachtig gouden graanveld. Drake en Zean hadden er vaak genoeg verstoppertje gedaan wanneer Raymond en zijn vader van huis waren. Tikkertje, verstoppertje en vele andere verhalen en spelletjes die ze er speelde. Vaak lagen ze dan aan het einde van de dag uitgeblust op de hoge rug van de heuvel. Een kleine open plek in het graan waar je naar de zonsondergang kon kijken. Het waren voor Drake de tijden waar hij het beetje geluk had gekend in het duister van.. de kelder. Hij sloot zijn ogen waarna hij omkeek naar hoe Yang naar binnen was gelopen. ‘Aah mooi.’ Drake glimlachte naar haar. ‘Don’t mind me. Ik kom alleen even wat dingen checken.’ Drake knikte en liet het meisje haar gang gaan. Onopgemerkt volgde zijn ogen haar tred. Hoe ze soepeltjes voortbewoog, hij herkende elk detail. Hoe haar wat kleinere benen grotere stappen moesten nemen. Het schijnen van de zon op haar prachtige haar. De dunne, maar toch getrainde armen en volmaakt geschapen lichaam. Het was niet smachtend en zijn gezicht zou niks veraden. Maar toch, diep in de jongen roerde zich een warm vertrouwd gevoel om haar zo die kastjes te zien openen, het draaien en van haar vingers langs elkaar. De speelsheid waarmee ze het deed. Hij herinnerde zich nog zo goed die dag in de keuken, dat ze samen die cake bakte. Hoeveel lol ze hadden gehad en elkaar onder de meel hadden gegooid. Hij hield zielsveel van Yang.. maar het was bizar voor hem.. dit dit niet zijn Yang was. Dit meisje had een heel ander leven gehad, kende andere mensen en kon enkel gissen naar de dingen die Drake wist. Ze was nog even mooi, nog even verfijnd en hij genoot ervan om naar haar te kijken. Om elke cel van haar bestaan in zich op te nemen. Maar ergens stak er ook iets. De hoeveelheid genegenheid die hij nu al voor deze Yang.. was die terecht? Of was het misleid door het meisje wat hij ooit had gekend. Drake dacht aan hoe eenzaam en verlaten de ander zich zou moeten voelen. Hij beet aan de binnenkant van zijn lip en moest opeens zijn blik afwenden naar buiten. Ze.. zou elke dag aan hem denken, ze had verwacht dat hij met haar mee naar Puffoon zou gaan, maar zijn plannen werden gewijzigd. Het voelde zwaar op zijn hart en heel erg dubbel. Hij had er een veloren en ook weer een gekregen.. maar de ander zat nog altijd zonder hem. Was dit wel eerlijk? Was het.. etisch verantwoord om nu zo naar haar te kijken terwijl zijn nichtje nu een leven lang zonder hem verder moest? Alsof hij was dood gegaan? Voelde het zo.. om in de 'hemel' te zijn. Om alles achter je te laten en in een 'betere wereld' te komen. Drake slikte en voelde dat dit dilemma hem nog een tijd niet los zou kunnen laten. ‘Als je iets nodig hebt, of iets niet weet kan je het altijd vragen. Een water punt om je drinkwatervat te vullen is hier erg dichtbij. We zullen er zo even langs lopen en dan kan je vanavond water halen.’ zijn blik ving haar glimlach, hoe herkenbaar. Zo dichtbij en toch zo ver weg. Drake knikte even en nam aan dat ze het huisje nu weer zouden verlaten. ''Okey, dankje.'' ‘We hebben nog veel te zien dus laten we hier niet te lang wachten. Je ziet er in ieder geval nog niet super moe uit, sooooo… lets go.’ Drake liet haar het huisje uit gaan en keek het meisje na terwijl de dieprode haren danste in het licht van de zon. 'If you only knew..' spookte er door zijn gedachten. Daarna volgde Drake haar om zich ook bij de anderen te voegen. ‘Laten we eerst even lang het gezamenlijke drinkwaterpunt gaan. Die waar wij ook vaak drinkwater halen weetje wel.’ Yela grinnikte instemmend. ''Goed plan zusje, ik begon al dorst te krijgen.'' Drake liep met ze mee, nog eventjes in gedachten tot hij onverwacht een warme hand rond zijn pols voelde. ‘Zo eng ben ik niet,’ Grijnsde ze en keek schuin omhoog. ‘Ja op deze manier kan ik beter uitleggen wat er te zien valt.’ Drake moest lachen. ''Okey, okey dan. Ach.. vertel me maar wat je allemaal te zeggen hebt, Yang.'' zei hij met zijn dieplage stem. Hoe ouder hij zou worden hoe dieper deze zou klinken. De jongen keek het meisje even aan met zijn oranje ogen en luisterde naar de woorden van de enthousiasteling. ‘Als je die kant op gaat kom je negen van de tien keer uit op het hoofdplein. Dat ene grote plein waar we net waren dus. Dat is praktisch het centrum van de stad. En als je dan dat kleinere bruggetje pakt rechts er van,’ Drake knikte. ''Dat word in het begin dus moeite doen om niet te verdwalen.'' en hij lachte. ‘En dan steeds maar rechtdoor gaat kom je bij een groep huisjes uit. Bij het huisje waar de fel roze rozen bij de deur bloeien woon ik samen met Yela, mijn ma en Jaden. Dus daar kan je aankloppen als je iets nodig hebt.’ ''Ik zal het proberen te onthouden.'' en hij zag haar stralende grijns. ‘Maar eerst wilde ik je het drinkwaterpunt laten zien.’ Hij knikte en liep met haar mee over het houten bruggetje. Gelukkig was Drake geen persoon met veel hoogtevrees, anders had hij een probleem gehad. De omgeving bleef hij mooi vinden met zoveel natuur, het was alsof je beter kon ademen ruiken en horen hier dan in de steden waar hij ooit was geweest. Het gevoel en idee dat alles om je heen leeft is toch iets bijzonders. ‘Het water wat in de badkamer word gebruikt komt rechtstreeks uit de tobbe boven op je huisje. Wat betekend dat het regenwater is. Dit water word natuurlijk wel een beetje gezuiverd door de vele bladeren. Maar we gebruiken toch vaak gereinigd water om te drinken. Je kan het proberen te drinken, dat regen water, maar de gene die het probeerde zijn er vaak niet veel beter van geworden.’ hij begreep wat ze zei en glimlachte bij haar lachen. Hij zag wat struiken over het pad hangen en liep hier met een stap over heen. Ergens vroeg hij zich toch af of er misschien ooit iemand van een bruggetje af gevallen was.. well dat was een vraag voor later. ‘Alrighty!’ sprak ze luid en Drake keek op. Hij zag een soort klein houten huisje. In een spiraal liep er een trapje omheen naar boven toe. Dit keer bevond zich er geen grote boom, maar een soort watertoevoer. Hij herkende de houtsoort al snel als bamboo. Hij kende het kenmerk van bamboo dat dit hol gemaakt kon worden, en daarom dus als buizen konden worden gebruikt. Hij dacht aan de hogere technologie die ze bij zn oude thuis hadden gehad.. Yang zou niet weten wat ze zag.
‘Dit is een kraantje. Het werkt een beetje anders dan de kranen in de stad… Uuh…’ Ze glimlachte onschuldig. ‘Voor het geval je daar vandaan komt enzo.’ Drake keek haar even schuin aan. Hij kwam bij haar staan en keek op haar neer doordat ze wat kleiner was. ''Een stad? hm.. zo zou je het kunnen noemen ja. Ik ben inderdaad een ander systeem gewend, maar ik kan mij aanpassen.'' Het meisje legde het ingewikkelde systeem uit terwijl Drake toekeek. Hij snapte er eigelijk maar weinig van.. ‘Tadah! Drink water.’ ehh iets met drie kraantjes en waterdruk en bamboo en jhewdgehb.. Drake slikte. ‘Nu jij. Gewoon dichtmaken zoals ik het geopend heb maar dan achterstevoren.’ Toch wilde hij het uitproberen, ook om Yang niet in verlegenheid te brengen. Hij knikte naar haar. ‘Drink water is immers een van de belangrijkste levensmiddelen. Dus ik wil zeker weten dat je weet hoe dit werkt. Als je ze dicht hebt gemaakt mag je ze ook weer open maken en nogmaals sluiten.’ Hij ging bij de kraantjes gehurkt zitten en deed ongeveer wat Yang gedaan had, hij was alleen vergeten dat je de laatste dus niet helemaal open moest zetten. Dit resulteerde in dat Drake die er voor gebogen stond.. de volle laag in zijn gezicht kreeg. Yela en Rody schoten flink in de lach. Drake maakte het kraantje dicht en wreef met zijn handen over het natte gezicht. Druppels biggelde langs zijn roetzwarte haren. Ze hingen in lange plakkerige pieken nu over zijn ogen heen ''Prrrrbleehhh'' proestte hij het water uit. Toen de jongen lachend overeind ging staan haalde hij een hand door het zwarte haar en ging weer staan. dit bleef nu nat en zwaart op zijn hoofd liggen, zoals t altijd zat als hij had gedouched. Het scheen in het zonlicht en de oranje ogen danste als vlammetjes. ''Well.. een opfrisser. Uhgg.. ben allang blij dat ik niet volledig nat ben geworden. Alvast om me een beetje te leren kennen, ik hou niet echt van water.. vooral niet als het koud en in de winter is.'' Hij glimlachte even. Hij keek naar beneden en merkte toch dat zijn kleren best nat waren geworden, en omdat het water opgespoten was vanaf de grond.. ook best vies. ''Ohh.. shit. Ehm.. ehh.. hebben jullie misschien ook droge kleren hier? Ikehh'' Yela liep naar Drake toe nadat ze was uitgelachen. ''Maak je geen zorgen Drake. We hebben nog wel wat kleren voor je. Daarbij zal het fijn voor je zijn om een beetje die stadse look te kunnen los laten. Je bent een Wildling nu.'' sprak ze met een vriendelijke glimlach. Drake slaakte een opgeluchte zucht. Hij had er een hekel aan als natte kleding tegen je lichaam aan zat geplakt.. vooral bij je broek. Het werd na een tijdje koud en jijzelf werd dan ook koud, geen pretje. ''Dan lopen we even naar het centrum, dan kun je gelijk wat nieuwe kleren kopen, als jullie dat goed vinden? Yang?' even als bevestiging naar Yang omdat zij eigelijk te begeleider was.

Even later liepen de vier vrienden naar het kleine 'stadje' van de stam. Hier vond je kleine winkeltjes en restaurantjes die allemaal rond een cirkel waren gebouwd. Yela liep al snel naar een wat grotere winkel. Voor de winkel stonden wat poppen waar prachtige kledingstukken op te zien waren. De meest prachtig belegde sieraden in de etalage en een schitterende wit met rode jurk stond rechts van de deur. Drake keek er van op, dit was pas de eerste keer dat hij de winkel echt goed bekeek. Het was eerst een soort over all look geweest. Zodra Yela een voet binnen de deur deed hoorde ze een stem '' Yelaaa, liefjeehhh.'' klonk een ontzettend verwijfde mannenstem. Vervolgends klonk het geluid hoefstapjes heel snel achter elkaar. Van veraf was het moeilijk te zeggen of deze centaur een man of vrouw was, maar dat maakte ook niet uit. Hij verwelkomde de jongeren met open armen alsof ze zijn eigen kinderen waren. ''Schatjees, wat leuk dat jullie er zijn, kopje thee? Koekje, iemand een toffee?'' Hij was namelijk alweer de winkel in gelopen wild met zijn armen zwaaiend. ''Yang, poopske. ik heb me hier toch een allerleukst jurkje voor je, hij zou je echt beeldig staan. En hoe gaat het met die kate van je? Ik heb hem al weken niet gezien, ik krijg nog geld van hem. Heb je nog naar die tekenkuur laten kijken?'' Yela grinnikte even. ''Hey Percival, ook leuk om jou weer te zien. he-'' en hij kwam weer terug met zijn hoefgetrappel met wat kleren in de hand. Het leuke aan de soort die Percival was, dat zijn onderste lichaam geen paard was maar een zwart hertje, wat de persoon zelf nog bijzonderder maakte. Maar erg goed in echt luisteren was hij niet. ''Ohh! ik had je niet eens gezien jongen.'' hoorde je het hert opeens roepen. Hij trok met zijn hand Drake naar voren die een beetje stilletjes er achter stond, hopend om niet op te vallen bij dit type. ''Getse de derrie! Je bent helegaar genat gemaakt man. Ken dat nou weehr!'' En hij wuifde met zijn hand langs het shirt wat Drake aanhad. ''En wie ben jij als ik vragen mag? Ik heb je namelijk nog niet eerder gezien hier en ik ben uiterst nieuwsgierig. Yang heeft ook nog nooit iets over je verteld. Laat me je eens bekijken, want jij hebt een nieuwe flamoura nodig. '' Hij zette Drake even neer en liep een rondje om de jongen heen, waarna hij over de schouder van Drake even Yang aankeek met half dichtgeknpenen oogjes. ''noohh, je bent misschien helemaal nat kindje, maar je mag er wezen hoor. Yang waar heb jij deze hunk vandaan getrokken? Ik zou wel een beschuitje met hem eten als je snapt wat ik bedoel!'' Yela en Rody moesten vreselijk lachen en Drake zijn ogen schoten open. Alleenal het idee om met.. nee! ''Ehh bedankt ehh meneer,--'' ''Oh zegmaar Percival schatje. Of Percy net wat je makkelijker vind. Ik ga even een leuke outfit voor je opspeuren knapperd, niet weg lopen heur!'' En hij verdween naar het achterstuk. Drake stond daar, even van zijn stuk gebracht en liet op zich inwerken wat er zojuist gebeurd was. Op Starshine had hij veel gekke dingen gezien, maar er had nog nooit een 'zwarte mannelijke centaur herten nicht' zo openlijk met hem staan flirten. Misschien kon hij nu al weg lopen? Maar nog voor hij een stap kon zetten, hoorde je aleer het hoefgetrappel deze kant op komen. ''Kom maar even mee lekker ding, dan proberen we wat uit.''
Drake werd zo de paskamer in gegooid en daar gingen de rondes.
De eerste ronde was voor de jongen echt iets te pompeus.. het paste echt niet bij Drake.
Ronde 1:
Spoiler:

De tweede ronde was misschien al iets beter, maar het voelde voor Drake alsof hij een badjas aan had en dat was nou niet het beste plan..
Ronde twee:
Spoiler:

Ronde drie, kon Drake alleenmaar denken ''ik bezit misschien magie, maar ik ga niet als zo'n cliche gastje rondlopen.''
Spoiler:

De laatste ronde.. was anders en Drake voelde zichzelf er eigelijk al gelijk goed in. Hij vond de outfit cool en misschien kon hij later nog altijd wat anders halen? Iets wat losser en makkelijker zat. Tot die tijd vond hij dit erg fijn. Ook zag hij de rest naar hem kijken, wat Drake zijn zelfvertrouwen wel goed deed.
Spoiler:

Want toen de jongen het kledinghokje uitkwam gooide hij zijn haar omhoog, draaide een halve cirkel waar het jasje bij mee zwaaide. Er zaten zelfs wat kleine belletjes aan de sjaal rond zijn middel en Drake keek er met een grote glimlach naar. ''Ik denk dat ik hier wel blij mee ben.'' sprak hij tevreden. ''OOHH, hij staat je beeeeeeeldiiig!!'' Percival kon zijn ogen niet van de jongen af houden. Drake besloot de outfit ook gelijk aan te houden, want de andere kleren waren toch nog nat en vies. Bij het betalen.. gebeurde er wat geks. Het was samen ongeveer 40 euro. Drake betaalde met de goudstukken die hij mee had vanaf thuis uit het kasteel. Goud was daar niet zo heel erg zeldzaam en je kon het zelfs leren 'kweken' maar hier leek het even alsof hij hun het leven zelf gaf. ''Sakrebleu! Mn jongen, is dat echt goud? van horen zeggen komt dit alleen voor in de rijken van de draken.. hoe kom je hier aan?'' Drake was even verward. ''Ehhh ehm, van thuis.'' Percy keek de jongen aan. ''Maar dat is onmogelijk.. waar kom je-'' en nu kreeg Drake het te heet onder de voeten. Weetje hou dit goudstuk maar, ehm ik ehh zie u snel weer. En Drake liep eigelijk direct de winkel uit. Shit, daar was hij bijna door de mand gevallen. Hij wilde niet dat de mensen wisten waar hij vandaan kwam, nog niet.
Terug naar boven Ga naar beneden
Ruby
Admin
Ruby


Aantal berichten : 72
Registratiedatum : 01-10-16
Leeftijd : 28
Woonplaats : In my own world~

Chapter 1 the beginning Empty
BerichtOnderwerp: Re: Chapter 1 the beginning   Chapter 1 the beginning Icon_minitimezo okt 08, 2017 5:57 pm

Chapter 1 the beginning 2dtc3ye
Het was een van haar eerste herinneringen die ze verkregen had in de clan. Bij aankomst in deze bijzonder commune was haar rechte witte jurkje helemaal bevuild en grotendeels besmeurd met rood bloed. Dit jurkje was nog afkomstig van het gesticht. Het was een typisch recht wit jurkje wat akelig steriel had geroken en nog akeliger aanvoelde op de huid. Met haar dagen in het gesticht liep iedere vrouw er mee rond dus toen was het niet opgevallen. Maar toen ze eenmaal buiten kwam samen met Celeste viel het haar direct op dat niemand hier zulke rechte, nette kleren droeg als zij. Althans, los van de vlekken en het vuil bleef het een erg recht jurkje.
Celeste nam het meisje de eerste keer dat ze buiten was zelf mee aan de hand. Dit aangezien het roodharige kleintje nog niemand kende en doodsbang was. De vrouw had direct geweten naar wie ze als eerste naar toe zouden gaan. De man, als je het een man kon noemen, was soms wat overweldigend maar hij wist maar al te goed hoe hij wezens kon opfleuren. Zijn motto was dan ook: de kleren maken het wezen. En met deze gedachten was Celeste richting zijn winkel gelopen. Als dit meisje wat fijners droeg dan zou ze waarschijnlijk niet meer zo enorm bang zijn om naar buiten te gaan. Wetende dat ze allang niet meer zo op viel.
Zo gebeurde het dus dat de lange mysterieuze maar gewaardeerde vrouw samen met een timide schuw meisje naar binnen stapte in de pompeuze kleding winkel. Celeste begroete de herten centaur met vriendelijke woorden en wees naar het meisje zeggende dat dit het kind was waar ze over had verteld. Waar de, kuch, man, kuch, normaal gesproken als een stortvloed over je heen kwam, kwam hij nu rustig aangetrippeld. ‘Ach kijk nou wat een popje,’ sprak hij vertederd en sloeg zijn handen in een.
Het meisje had zich achter de vrouw verschuild toen de man haar had gadegeslagen. Met krampachtige handjes hield ze het weide shirt van de vrouw vast terwijl haar oren plat lagen en haar staart angstig dik was opgezet. Met grote ogen waarvan de pupillen wel schoteltjes leken keek ze vanachter de vrouw half naar de centaur. Ze murmelde iets en het puntje van haar staart zwiepte even heen en weer om daarna samen met de rest van de staart zich tussen haar benen te verstoppen. De vrouw lachte warm en legde haar hand geruststellend op de rug van het meisje. ‘Je hoeft niet bang te zijn liefie. Deze meneer is hier om jou te helpen je wat beter te laten voelen.’ Na die woorden voelde het meisje hoe ze iets naar voren werd geduwd door de vrouw die ze ondertussen grotendeels vertrouwden. Ze liet het stuk stof los en bracht haar handjes bijna direct voor haar lichaam naar elkaar toe. Alsof ze iets had om mee te friemelen. Met nog altijd haar oren plat, de grote vrezende ogen en de dikken staart half tussen haar beentjes stapte ze iets naar voren. ‘Zeg maar wat je naam is. Dat kan je toch wel liefie?’ Hoorde ze de vrouw aanmoedigend zeggen.
De redelijke grote man voor haar glimlachte en knikte. ‘Een momentje, ik heb een ideetje.’ Met deze woorden boog de man zijn herten knieën en knielde voor de twee neer. Dit zorgde er voor dat hij een stuk minder lang was en zo het meisje haast op gelijken hoogten kon aankijken. ‘Mijn naam is Percival. Dat is een beetje een moeilijke naam, vind je niet? Daarom mag ‘jij’ me ook Percy noemen. En wat is jou naam?’ Ookal was de centaur een man, zijn stem had de zachtaardigheid van een vrouwen stem. Een stem die tegen een kindje zou zeggen dat alles goed zou komen als deze was gevallen. En een stem die je de meest vleiende complimentjes kon geven over die ene jurk die je beeeeeldig staat.
Het meisje keek naar de man en ze opende haar mondje om wat te zeggen maar sloot deze al snel weer. Hierop glimlachte de centaur weer vriendelijk en sprak een paar aanmoedigende woorden gevolgd door ongeveer dezelfde woorden van de vrouw. ‘Y-ya.’ Even viel ze weer stil om daarna diep adem te halen en de man recht aan te kijken. ‘Y- Yang.’ Sprak ze uiteindelijk waarna haar oren nog meer naar beneden helden en haar ogen nog groter werden. Ze straalde uit dat ze, door dit te zeggen, nog wat angstiger was geworden.
Gelukkig wist de man dit direct goed op te pakken met een stel lieve woorden. ‘Wat een prachtige naam is dat. Echt een naam voor zo een mooi popje als jij.’ Weer een brede glimlach verscheen bij hem terwijl naast het meisje Celeste neer knielde. ‘Percy kan leuke kleren voor je uit kiezen. Hele zachte lekker zittende kleren. Wat voor zou je willen hebben?’ Bij het horen van die woorden keek het meisje naar haar jurkje en toen naar Celeste. ‘Mag dat echt?’ Vroeg ze stilletjes.
‘Maar natuurlijk popje.’ Antwoorde de man en gebaarde met zijn hand, een klein gebaar, naar de kleding wat er hing. ‘Je mag uit alles kiezen. Wat je maar wilt.’ De woorden en de veilige sfeer zorgde ervoor dat haar oortjes wat omhoog kwamen en er een nieuwsgierige blik in haar oogjes verscheen. Hierop glimlachte de man, keek haar nog even aan om daarna op te staan en naar een van de hangende kledij te lopen. ‘Hou je van jurkjes?’ Vroeg de man en haalde een roze fluwelen jurkje tevoorschijn. Aan haar oortjes was eigenlijk al direct te zien dat ze het niks vond. De twee fluffige dingen bogen iets naar achter en haar wenkbrauwen kropen iets dichter naar elkaar. Maar voordat ze antwoord gaf keek ze even naar Celeste die op haar beurt bemoedigend knikte. Vervolgens keek het meisje weer naar de centaur en schudden voorzichtig haar hoofdje.
De man lachte zachtjes, ‘Dan zullen we maar heel snel afkomen van dat jurkje hé?’ Sprak hij knikkende naar haar eigen jurkje. Een klein glimlachje sierde om haar lippen en ze knikte kort instemmend.
Terwijl de man van kleding rek naar kleding rek liep en soms wat tevoorschijn haalden bleef het meisje de eerste paar minuten stil staan om alleen maar te knikken of haar hoofd te schudden. Uiteindelijk gebeurde het dat ze mee liep met de man en soms ook wat durfde te zeggen. Zoals welke kleur ze mooi vond, al had ze niet echt een kleur die ze mooi vond. Met de tijd die voorbij ging werd het meisje steeds losser en leek ze de vrolijke sfeer van de man aangenaam te vinden. Het was een aanstekelijk iets en zorgde er dus voor dat ze soms ook glimlachten. Deze eerste enge ontmoeting groeide op deze manier uit tot een prettige herinnering voor het meisje. Eentje die ze jaren later nog in zich mee zou dragen en zou koesteren. Het waren immers een van de eerste momenten waarvan ze het heerlijke leven in de clan had geproefd. Zeker een kostbaar iets.
Zo, door de tijd die verstreek, gebeurde het dat ze zelfs dingen had gepast en tenslotte uit kwam met een setje kleren. Ze had een donker bruine weide harembroek aan met een laag kruis. Het was een broek waarin ze haar staart kon verbergen. Iets wat ze voor nu nog fijn vond. Hier op had ze een zwart hemdje met daar over heen een dun gebreide okergele poncho. De poncho voelde zacht aan op haar huid en verborg de meeste bloten stukken van haar lichaam. Zoals haar schouders en armen.
Lichtjes tevreden, en al een stuk meer op haar gemak, bekeek ze zichzelf in de spiegel en knikten. Een klein lachje klonk waardoor de gezichten van de twee volwassenen enorm opklaarden. Het enige wat het meisje nog wel vervelend vond was dat haar oren te zien waren. Ze had dan ook haar handen op haar oren gelegd en keek fronsend naar de spiegel. Haar ogen gleden omhoog en keken zo de winkel rond. Op een gegeven moment bleven de zilveren kijkers hangen bij een hoge plank. Hierop zag ze het hoofd van een mannequin staan die een muts op had. Qua kleuren paste het gebreide ding perfect bij haar outfit aangezien het was gemaakt met een roestige gele kleur garen. Hierbij zou het haar oren geheel bedekken. En dat was iets waar de jonge Kafshë nou precies behoefte aan had.
Ze haalden dan ook diep adem en stak haar vinger op naar het mutsje. Twijfel achtig sprak ze een set woorden maar voordat ze was uitgesproken had Percy de muts al gepakt en op haar hoofdje gezet. Het kleine meisje sjorde even aan het brei werk, rechter zetten, comfortabeler en zodat haar oren geheel bedekt waren. Om daarna weer in de spiegel te kijken.
Het had er vast schattig uit gezien die outfit want toen het meisje tevreden glimlachte en knikte kon Percy een hoog geluidje niet laten. Celeste had hierop zachtjes gelachen en had beaamd dat het het meisje goed stond. Nog even richtten ze haar ogen in de spiegel en zag hoe ze er al beter uit zag. In haar spiegelbeeld zag ze hoe de centaur en Celeste naast haar kwamen staan en liefdevol glimlachten. Hierbij gleden haar ogen naar achteren omhoog van Celeste naar Percy, om daarna breed te glimlachen naar haar eigen spiegelbeeld. Het was werkelijk een hart verwarmend plaatje.
De kleren waren zeker een stuk fijner en comfortabeler dan haar veel te nette jurkje. En deze twee wezens leken voor nu al erg aardig. Dus misschien, heel misschien, kon ze wel wennen aan dit nieuwe leven.

Het moment dat ze de winkel binnen was gestapt had ze de vertrouwde spiegel al gezien. Onbewust waren haar gedachten alweer afgedwaald naar een van haar eerste herinneringen van het leven in de clan. Het was een fijne gedachten waarbij een dromerige glimlach op haar gezicht verscheen. Een warmte vulde haar lichaam alsof ze net een hete kop thee achter over had geslagen. Dit gelukzalige, nostalgische, moment duurde echter maar voor enkele seconden. Want al snel werd ze weer naar de realiteit getrokken door Percivals opvallende aanwezige stem die haar naam zei. Hierdoor knipperde ze even en keek de herten centaur aan. Hij was een verschijning die je totaal niet kon missen. Met hun eerste ontmoeting had de man, of wat het was, heel lief en zachtaardig gehandeld. Maar later leerde ze hem beter kennen en kwam er achter dat hij nog veel meer was dan die zachte sluier. Hij was een excentriek, luid wezen waarmee je de meest vreemde dingen mee maakten. Het was zeker geen slecht ding, totaal niet! Yang vond hem een van de leukere wezens in de clan. Maar toch moest ze toe geven dat hij er erg slim aan deed om zijn ‘moederlijke’ kant te laten zien bij de wat schuwere wezens. Reagerende op zijn wilde gepraat lachte Yang en keek lichtelijk beschaamd, alsof een moeder zojuist iets beschamends had gezegd, op de tekenkuur. ‘Uh, ja well, ik…’ Hierna viel ze stil om weer te lachen bij het zien van het schattige jurkje. ‘Percy werkelijk, ik in een jurk? Je hebt er je levensdroom van gemaakt om mij in z’n frilly ding te krijgen he?’
De man was alweer druk bezig met andere dingen voordat hij had kunnen reageren op Yang’s opmerking. En dat andere was iets wat de centaur erg ‘leuk’ vond. Want als er een ding was waar deze man graag van genoot was het het aanzicht van een knappe mede man. En hierom werd Drake, gelukkig was hij niet zó schuw, zonder pardon naar voren getrokken. Zijn haren en kleren plakte door het water aan zijn lichaam. Toen de water kraan zo wat was ontploft had Yang in willen grijpen maar voor ze iets had kunnen doen was de jongen al helemaal doorweekt en had hij de kraan zelf dicht gedraaid. Hierom hadden ze besloten om maar eens voor kleren te gaan kijken. Yang wist al naar welke winkel ze zouden gaan en had dan ook met een brede glimlach ingestemd. Ze vond het altijd leuk om langs te gaan bij Percy en ergens zou het een goede ‘ontgroening’ zijn voor z’n nieuwkomer als Drake. Toen deze nieuwkomer dan ook in het midden stond en uitbundig werd bekeken door de centaur kon Yang het niet laten zachtjes te grinniken. Bij het horen van haar naam verscheen er een brede onschuldige lach. Ze kon het niet ontkennen ze was nou eenmaal iemand die graag kletsen met Percy. ‘Zijn naam is Drake!’ Sprak Yang kort boven de stem van de centaur uit en glimlachte nog onschuldiger toen de jongen haar aan keek. Dit was zo komisch.
Dit grappige moment werd alleen nog maar vermakelijker toen Percy om de jongen heen trippelde en zo haar aan keek met een set bepaalde oogjes. Zijn woorden zorgde ervoor dat ze haar lach in moest houden, als een ware gids I mean. Dus in plaats daar van kuchte ze, haar lach onderdrukkende, en schraapte kort haar keel. ‘Oh, gewoon, tussen de rode appeltjes. Als je snapt wat ik bedoel.’ Sprak ze met een knipoog en grijns speelde om haar lippen. Oeps, toch niet zó professioneel. Ze zag hoe de stoer uitziende jongen opeens stamelde en niet zo goed meer wist wat hij moest zeggen. De jongen die zojuist haar staart nog in de fik had gestoken was nu even van zijn a propos. Op een komische manier, dat wel, anders had Yang het niet toegestaan. Maar dit was juist wel goed. Het was een blijk dat niemand hier echt ‘normaal’ was en ze waren allemaal maar gewoon wezens. Je hoefde je dus niet vreemd of beter te voelen. En daar was deze centaur de perfecte beproeving voor. Om alles eventjes wat losser te maken.
Na Percy zijn gezellige geklets was het wezen alweer verdwenen om kleding te halen voor de jongeman. Ergens wilde Yang naar voren stappen en de jonge een stomp geven met een bemoedigend woordje. Maar ze wist niet zeker of dat wel al gepast was om te doen aangezien ze hem net pas kende. Terwijl deze twijfel door haar heen ging verscheen Percy alweer met een set kleren. Hierdoor was het moment vervlogen en haalde Yang dan maar gewoon haar schouders op. Misschien de volgende keer dan maar.
Ze zag hoe de jongen zonder enig pardon de paskamer in werd geduwd en een set kleren aangesmeerd kreeg. Je kon veel over Percy zeggen, maar mensen aankleden dat kon hij heel goed. Al was het alleen al de mensen zo ver krijgen om kleren aan te doen. Echter bleven de kleren soms wel meer in Percy zijn eigen stijl. Pompeus en prachtig. Dat was dan ook erg goed te zien bij het eerste setje kleren waarmee de jongen naar buiten kwam. Hij had een prachtige kimono met veel sjaal werken en enorm weide mouwen aan. Het zou een mooi kostuum zijn voor een clan bal maar het alledaagse leven zouden deze lappen stof niet overleven. Ze zag de jongen dan ook een beetje afkeurend kijken. Percy hier in tegen wilde er graag op in gaan om hem tóch over te halen. Het was niet dat hij al iets had gezegd maar de blik in zijn ogen zei Yang al genoeg. Nu voelde de roodharige kafshë zich dan ook echt geroepen om de nieuweling bij te staan.
Met een kuchje liep ze naar voren waardoor Percy haar nieuwsgierig aan keek. ‘Prachtig!’ Sprak ze en ze zag hoe de centaur opklaarden en de jongen haar haast geschokt aan keek. ‘Voor een bal, that is …’ Voegde ze er snel aan toe. ‘Ik heb deze jongen al een keer gevloerd en dat gaat echt niet de laatste keer zijn.’ Met die woorden knikte ze en realiseerde zich totaal niet dat dat wellicht een beetje dubbelzinnig over kwam. Dus zo onschuldig als ze was sprak ze gewoon verder, zich van geen kwaad bewust. ‘Dus ik denk dat ik hem bij de trainingen wil hebben. We kunnen wel meer sterke mannen gebruiken.’ Beaamde ze en glimlachte naar Percy. ‘Begrijp me niet verkeerd,’ zei ze en stak een veel te zoette toffee in d’r mond. ‘Het is prachtig, maar misschien voor een specialere gelegenheid…’ Een liefelijke glimlach sierde om haar lippen waarna ze weer verder kauwden.
Percy knikte begrijpend en gaf de jongen een set nieuwe kleren. ‘Iets simpelers daaaannn!’ Opperde de centaur en schoof het gordijn weer dicht. ‘Wil je echt niet dat jurkje passen poopske?’ Vroeg hij aan het meisje wat naast hem stond.
Hierop moest Yang lachen en schudden haar hoofd. ‘Nee bedankt schat. Maar man, ik wil wel nog wel z’n toffee. Ze zijn verrukkelijk!’ Snel pikten ze nog een toffee uit het doosje en stopten deze neuriënd in haar mond. Zoetigheid was nou niet bepaald ieder dag te krijgen in de clan dus als Yang een snoepje had kon ze er bijna geen genoeg van krijgen. Zoete dingen waren nou eenmaal een zwakte van haar. En blijkbaar vond de centaur het een leuk aanzicht want zijn lach klonk en ze voelde hoe hij met een hand over haar hoofd en tussen haar oren door woelde.
Het gordijn schoof weer open en de jongeman stapte er weer uit. Simpeler was het zeker! Daar had Percy een plus punt. Maar echt handiger was het niet. Een klein lachje klonk dan ook van Yang en ze knikte om daarna over te gaan in hoofd schudden. ‘Sorry schat.’ Zei ze verontschuldigend. ‘Misschien iets meer… hhmmm…’ ze keek bedenkelijk om daarna een vecht pose aan te nemen en er een ‘huwaaaaah’ geluidje bij te maken alsof ze iemand ging aanvallen. Vervolgens glimlachte ze breed met haar tanden bloot en blijkbaar wist Percy wat ze bedoelde. De man knipte in zijn vingers en zei: ‘Ik heb het! Wacht hier!’ Nog voor ze weer recht stond was de centaur al aankomen trippelen met een nieuwe outfit. Met deze kleren werd de jongen alweer het pas hokje in geduwd en het duurde niet lang eer hij er uit kwam.
Bij zijn verschijning verscheen er toch echt een verbaasde niet begrijpende blik op het gezicht van de kafshë. Wat had ze ook al weer uitgebeeld? Was haar houding zó slecht geweest? Misschien moest ze toch maar weer eens met Jaden gaan trainen. Direct schudden ze dan ook haar hoofd en zwaaide afkeurend met haar handen alsof ze het weg waaiden. ‘Hij ziet er uit als Gerard!’ Sprak ze toen en kon het niet laten te lachen. Blijkbaar snapten de rest de grap ook want iedereen proesten het uit. ‘Sorry, Percy maar dat ken je hem écht niet aan doen. Dan word hij door niemand ooit serieus genomen!’
Gerard, de dorpsgek die graag sprak over zoiets onbekends als magie en muntjes met deze magie liet verdwijnen. Al kon Yang zien dat hij gewoon een handig trucje met zijn vingers en handen deed om zo het muntje in zijn mauw te laten verdwijnen. Kinderen vonden het vaak erg leuk maar volwassenen zaten er gewoon niet op te wachten om elke ochtend het gepreek van Gerard aan te horen en zo hun kostbare muntjes te verliezen. The poor guy. Hij was vast wel vriendelijk hoor. Maar werkelijk, er zat een steekje bij hem los. Nog wel meer dan één steekje, beweerde Rody vaak.
‘Misschien iets meer serieus en stoerder,’ Voegde ze er aan toe waarop Percy begrijpend knikten. Voor de zoveelste keer werd de jongeman met een setje kleren terug het kledinghokje ingestuurd. Hij had nog niet zó veel gepast, Yang had hier soms uren door gebracht, maar toch hoopten ze dat ze nu wel de goede outfit hadden gevonden. Ze had immers nog veel wat ze hem wilde laten zien.
Het gordijntje ging weer open en de lange jonge stapten naar buiten. Zacht gerinkel was hoorbaar en de jas waaierde mooi om zijn gelaat heen. Dit setje leek wel een mengeling van stads en clan kleren. Ze moest toegeven dat het hem zeker niet misstond. Voor nu zou het eigenlijk de perfecte outfit zijn. Blijkbaar was ze niet de enige die zo dacht want iedereen was er even stil van geworden. De ogen lagen dan ook gericht op de jonge en zo te zien vond hij het ook wel een goede outfit. Dit was alleen al te zien aan het zelfvertrouwen wat hij uitstraalden, de haarflip die hij deed en de halve cirkel die hij draaiden. De woorden die hij sprak klonken dan ook tevreden waardoor er een glimlach om Yangs lippen krulde. Om dit alles aan te vullen klonk de opvallende stem van Percy die het blijkbaar ook prachtig vond. Of eerder gezegd beeeeeeeldiiig. En vanaf dat moment, alsof het nu nog erger was geworden, leek het wel alsof Percy’s blik aan de jongen was vast gelijmd.
Haast huppelend maakte de centaur zijn weg naar de toonbank waar de twee konden afrekenen. Yang die bleef bij het groepje staan en knikte even naar Yela en Rody. Die vervolgens instemmende terug knikten als blijk dat deze missie was gelukt. De roodharige bleef echter niet de hele tijd bij het groepje staan want toen er een bepaald woord uit Percy’s mond kwam keek ze vragend op. Vervolgens keek ze naar Yela en Rody die beide niets wetend hun schouders ophaalden. Hierop keek Yang weer om, fronste en wilde een aanstalten maken naar de toonbank. Maar voordat ze deze had bereikt snelde de nieuweling langs haar af de winkel uit. Lichtjes geschrokken keek ze over haar schouder en volgde de jongen met haar blik. Hierna draaide ze zich naar Percy om hem vragend aan te kijken. ‘What happend?’ Vroeg ze dan ook en stapte naar de toonbank.
Haar ogen gleden naar de houten toonbank en hierop zag ze een aantal écht gouden munten liggen. Kort knipperde ze waarna haar ogen groot werden. Tegelijkertijd luisterde ze naar Percy’s verhaal over wat er gebeurt was. Voorzichtig pakten Yang een van de munten op en bekeek het aandachtig. Een grijns speelde om haar lippen en een nieuwsgierige twinkeling verscheen in haar ogen. ‘Interessant…’ Sprak ze dan ook en legde de munt met een klap neer. Al was de klap niet perse bedoeld.
‘Dankjewel Percy! Hou die munten maar, doe er wat leuks mee.’ Met een knipoog draaide ze zich om en liep de winkel uit. Ondertussen waren haar gedachtes aan het tollen rond die munten. Ze wist dat mensen liever niet ondervraagt werden en daarom zou ze de jongen er niet mee confronteren. Maar haar nieuwsgierigheid was niet iets wat opeens verdwenen was. Natuurlijk wilde ze weten hoe de jongen aan dat geld kwam, hoe hij dat met dat vuur had gedaan en waarom ze over hem had gedroomd. Het was allemaal net een grote puzzel waarvan ze alleen zichzelf als puzzelstukje had en meer nog niet.
Dit kon nog eens een heel boeiend iets worden, die jongen, bedacht ze zich. Maar voor nu moest ze hem zoeken en verder gaan met de rondleiding. Als hij daar nog behoefte aan had tenminste.


Terwijl de nieuweling naar buiten was gegaan had aan de andere kant van het plein een set donkere ogen de jongen in het vizier gekregen. Er was al een nieuwtje rond gegaan dat Yang Valkery was aangewezen tot gids. Toen Aljah dit hoorden had er een grijns om zijn lippen gespeeld en had hij geopperd dat Celeste deze keer vast écht teveel wierrook had opgestoken.
Hij was bezig geweest bij een van de winkeltjes toen hij de roodharige, haar zus, de vriend van haar zus en een onbekend gezicht richting de kleding winkel zag lopen. Het onbekende gezicht zag er uit als een Royal maar werd blijkbaar geaccepteerd door die drie en Celeste. Een merkwaardig iets. Wat hij ook was hij had waarschijnlijk geen kennis van de duistere kant van zijn gids. Of eerder de waarheid die ze in zich droeg. Een waarheid waar Aljah een bitter smaak van in zijn mond kreeg en zijn aderen vulde met een zuur soort haat. Het was dan ook toen hij de jongen zo alleen zag dat er in hem een drang op borrelden die hij niet kon onderdrukken. Tegen de winkel baas had hij gezegd dat hij zo terug zou komen voordat hij zich had omgedraaid en met een zelfverzekerd loopje naar de nieuweling was toe gelopen.
Bij de nieuweling tikte Aljah hem op zijn schouder en zetten een vriendelijke glimlach op. ‘Verdwaald?’ Vroeg hij en keek om zich heen. ‘Dat is ook niet zo gek met Yang Valkery als gids...’ voegde hij er nonchalant aan toe en stak zijn hand uit. ‘Ik ben Aljah, je mag me ook Al noemen. Als je eens wat wilt drinken of ‘ander’ gezelschap wilt kan je altijd bij me aankloppen.’ Hij knikte en glimlachte weer.
Maar na deze glimlach verscheen er een soort waarschuwende gloed in zijn ogen. In een snelle beweging schoof hij dichter bij de jongen terwijl er een serieuze blik op zijn gezicht verscheen. ‘Weet wel tho…’ Begon hij op een zachtere toon zodat alleen de nieuweling het kon horen. ‘Dat die roodharige niet alleen lief is. Ze ziet er misschien schattig uit maar laat je niet misleiden. Ik wil je geen angst aanjagen, maar ik wil je wel behoeden. Dus hou je ogen open als je bij haar in de buurt bent.’ Zijn woorden hadden oprecht waarschuwend geklonken. Maar achter die woorden, achter die ernstige blik, lag er een geniepige giftige grijns die hij onderdrukten voor dit toneel stukje.
Een grijns die aangaf dat hij zijn plannetje goed aan het uitvoeren was. Een grijns waarbij je je kon afvragen hoeveel van die woorden wel niet besmeurd waren met negatieve emoties gevoed door zijn verleden. Een grijns die veel mensen wist te manipuleren en sommige zelfs respect voor hadden. Het was echter niet voor niks dat Aljah een groepje vrienden had waarvan hij weldegelijk de ‘leider’ was.
De jongen had gewacht op het antwoord van de nieuweling, zodat hij daar nog op had kunnen inspelen, als hij niet werd onderbroken door een hoge bekende stem.


‘Aljah.’ Had het geklonken. ‘Ik zie dat je de nieuwkomer hebt ontmoet?’ Ze had zo vriendelijk mogelijk proberen te klinken maar de waarschuwende fonkeling in haar ogen had ze niet kunnen onderdrukken. Het moment dat ze Aljah had zien staan bij Drake was haar pas sneller geworden. Ze voelde hoe er een woede in haar op was komen borrelen en merkte hoe haar handen als vanzelf vuisten werden. Klaar om die misselijkmakende Aljah een klap te verkopen op zijn gezicht.
Maar naarmate ze steeds dichterbij kwam hoorde ze de woorden van Jaden en Celeste door haar hoofd spoken. Dat ze een goed voorbeeld moest zijn. Dat geweld niet alles oplosten. Dat ze beter wist dan dit. En dat was ook zo. Ze wist beter, maar soms, heel soms, had ze gewoon echt de behoefte om die jongen neer te meppen. En gek genoeg was dit verlangen nog sterker geworden toen ze hem bij Drake zag staan.
Hij had al vele mensen van haar afgepakt. Zelf haar beste vriend Liam. Maar bij Drake, de gene wier zij moest rondleiden en ze die vreemde connectie mee had gevoeld, zou ze dat niet laten gebeuren. Natuurlijk kon ze zijn mening niet veranderen, als hij haar niet mocht dan was dat zo. Maar ze kon op z’n minst proberen zo goed mogelijk over te komen en alle negatieve praat over haar weg te houden. Tenminste tot na het punt waarop ze zelf haar duistere geheim had uitgelegd. Dit zelf had verteld en het hem had toevertrouwd. In plaats van dat hij het te horen zou krijgen van z’n gluiperd als Aljah.
Terug naar boven Ga naar beneden
Gesponsorde inhoud





Chapter 1 the beginning Empty
BerichtOnderwerp: Re: Chapter 1 the beginning   Chapter 1 the beginning Icon_minitime

Terug naar boven Ga naar beneden
 
Chapter 1 the beginning
Terug naar boven 
Pagina 1 van 1

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Hiraeth :: The Story :: The faith of Hireath-
Ga naar: